Een kopje koffie in Italië

(Foto Chessbase)

In de Italiaanse badplaats Caorle werd vroeger jaarlijks het open kampioenschap van Italië gespeeld. Middenin de zomer probeert men schakers naar het zuiden te lokken om de plaatselijke horeca eens een flinke injectie te geven. Vele Nederlandse schakers hebben al eens de gang naar de toeristische badplaats gemaakt en die komen bruin en vaak berooid weer terug.

Het toernooi in 1980, toen ik meedeed, was een beetje merkwaardig georganiseerd. De speellocatie was in een bouwvallig schoolgebouw ondergebracht en de ronden begonnen pas om negen uur ’s avonds.

Er zat dus weinig anders op dan overdag in de zon te gaan liggen bakken, af en toe een frisse duik in de zee te nemen (die toen nog niet zo vervuild was), op tijd te genieten van een siësta en dan rond de klok van zes op een goed belegde pizza aan te vallen.

Met een paar schaakvrienden was ik met een zelfgekocht Volkswagenbusje naar de badplaats afgezakt. Het leek ons inderdaad niet zo gek om ’s avonds te schaken, de grootste hitte was dan weg, hetgeen een belemmering kan betekenen voor het vinden van leuke zetjes. Maar ’s avonds spelen bleek toch ook nadelen te hebben.

Zo werden er tijdens het toernooi allerlei mankementen in het gebouw zichtbaar. Na een paar dagen viel, natuurlijk uitgerekend tijdens de tijdnoodfase, het licht uit en men slaagde er niet binnen drie kwartier in, dit euvel te verhelpen.

Sommige spelers, met slechts enkele minuten op de klok, zaten als een standbeeld aan hun bord gekluisterd, wachtend tot de duisternis opgeheven zou worden. Bij het zwakke lichtschijnsel van de lantaarnpalen buiten (die na de partij steevast door gefrustreerde verliezers werden uitgetrapt) konden de contouren van de stellingen nog net waargenomen worden. Deze ware kwelling deed zich later in het toernooi nogmaals voor, hoewel gezegd moet worden dat enkele creatieve geesten hier inmiddels rekening mee gehouden bleken te hebben. Toen de elektriciteit ons weer eens in de steek had gelaten, bleken sommigen kaarsen bij zich te hebben, zodat de stilgezette partij bij dit romantische licht eens met een wat sterkere schaker in de eigen landstaal doorgenomen kon worden.

Een andere vreemde bijkomstigheid in het toernooi was, dat na een ware stortbui, een gedeelte van de speellocatie onder water was komen te staan, zodat de organisatoren zich genoodzaakt voelden om in het subtoernooi een ronde te laten uitvallen omdat enkele klaslokalen helemaal blank stonden.

Dit alles kon echter een paar Nederlandse spelers niet verhinderen om de topposities in de eindrangschikking in te nemen. Drie mensen uit ons busje wisten de concurrentie het nakijken te geven en dat zette klaarblijkelijk enig kwaad bloed. Uiteindelijk eindigde ik met Frans Cuijpers op een gedeeld eerste plaats met 7,5 uit 9, terwijl de Bosschenaar Peter Boll de derde plaats opeiste met 7 punten. Cuijpers en ik slaagden er beiden in de Italiaanse kampioen Bela Toth (met 2480 de hoogste ratinghouder in het toernooi) te vloeren. Toen ik hem een remiseachtig eindspel afnam kon hij het leed niet meer verwerken en stak de bekende middelvinger in de lucht, als antwoord op mijn vraag of hij nog naar de partij wilde kijken.

De prijsuitreiking werd lang gerekt met het uitreiken van allerlei onbenullige prijzen, voordat wij onze flink gevulde enveloppe (een hele vrachtwagen lires) uitgereikt kregen. Onder het motto "Hier is je geld en rot nu maar op", werden we zo snel mogelijk van het podium afgeschopt.

Het gevoel dat Nederlanders in het buitenland niet populair zijn, werd hierdoor en door een zeer merkwaardig voorval versterkt. Toen wij op de terugreis ’s morgens vroeg vlakbij de grens nog even een bijna volkomen verlaten Italiaans wegrestaurant aandeden, kregen we te maken met een uiterst onvriendelijke barkeeper.

Het bestelde kopje koffie mocht van dit verhitte Italiaantje niet aan ‘zijn’ pas gepoetste tafeltjes opgedronken worden. Hij had een koordje gespannen ten teken dat het restaurant verboden terrein was geworden. Aangezien zijn koffie niet de allergoedkoopste was stapten wij uiteraard over het koordje heen en maakten aanstalten onze koffie aan een tafeltje te consumeren. Dat ging het mannetje te ver. Met veel gebaren en een hoop Italiaanse scheldwoorden werden we gemaand naar buiten te gaan, waarbij we blijkbaar geacht werden de koffie op een muurtje op te drinken.

Schouderophalend voldeden we aan het merkwaardige verzoek. Toen we de koffie op hadden, vonden twee van mijn reisgenoten het niet nodig de lege kopjes terug te brengen; de opinie was dat de luiaard die zelf maar moest komen halen en verder in zijn sop mocht gaarkoken.

Dat was klaarblijkelijk de druppel die de emmer deed overlopen voor het oververhitte ventje, want opnieuw kregen we allerlei verwensingen naar ons hoofd geslingerd. Hij liet ons verder echter koud en net toen iedereen ingestapt was en ik achter het stuur was gaan zitten ten teken dat de tocht voortgezet kon worden, deed een ijselijke kreet mij direct al op de rem trappen.

"Stop, die gek komt via de achterdeur naar buiten en wil iets gaan gooien", riep een van mijn reisgenoten.

Op afstand was inderdaad te zien dat de buitenissige barkeeper naar buiten was gekomen en iets in zijn handen had. Het leek duidelijk dat hij het op ons gemunt had, als wij met de VW-bus langs het gebouw zouden rijden.

"Laten we nu maar overgaan tot de harde aanpak", hoorde ik van achteruit klinken. Dat leek inderdaad een goed plan en de twee zwaarste jongens stapten uit, stroopten de mouwen eens goed op en liepen dreigend op het kleine, ondermaatse mannetje af. Twee zware binken leek hem blijkbaar ook iets teveel van het goede en hij rende weer naar binnen en gooide de deur dicht.

"De kust is veilig", klonk het lachend van voren en terwijl de schuifdeur opengedaan werd reed ik wat naar voren om mijn reisgenoten weer in te laten stappen. Inmiddels was ik met de auto achter het gebouwtje verschenen en terwijl onze ‘zware jongens’ naar binnen aan het klimmen waren, vloog plotseling de achterdeur van het restaurant weer open.

Voordat we het goed en wel in de gaten hadden kregen we, (geloof het of niet, maar het is waar gebeurd!) een hele lading kopjes en schoteltjes naar ons voertuig geslingerd. En dat terwijl de barkeeper te lui was om enkele lege kopjes op een muurtje op te halen. Hij vond zijn verzameling koppen en schotels, zo te merken, niet zo waardevol dat ze niet aan gruzelementen gegooid mochten worden!

Voordat we van de verbazing bekomen waren, hadden verschillende vliegende schotels het beoogde doelwit meerdere malen geraakt. Het was een wonder dat er nog geen glasgerinkel klonk. Inmiddels had ik besloten toch handelend op te treden door het gaspedaal op zijn staart te trappen en met iemand nog half hangend in de schuifdeur, met zijn hoofd af en toe een kopje of een schoteltje ontwijkend, reden we van het parkeerterrein af. Toen we eindelijk de grens passeerden kon er maar een constatering de juiste zijn: dat we letterlijk en figuurlijk Italië uitgekegeld waren!

Uit dit toernooi een aardige partij:

Joksic – Grooten

1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. c3 Pf6 4. Ld3 Pc6 5. Lc2 Lg4 6. d3 g6 7. h3 Lxf3 8. Dxf3 Lg7 9. De2 Dc7 10. O-O O-O 11. a4 a6 12. f4 b5 13. axb5 axb5 14. Txa8 Txa8 15. f5 b4 16. fxg6 hxg6 17. Lb3 Ta1 18. Pd2 bxc3 19. bxc3 e6 20. Pf3 Ph5 21. Db2 Ta8 22. Dc2 Db6 23. Lc4 Ta5! 24. Ld2 [Voorzichtiger was 24. Kh2]

24… d5! Een mooie zet waarmee zwart erin slaagt om de witveldige loper buitenspel te zetten. 25. exd5 exd5 26. Tb1 Enige manier om het stuk te redden. [De tactische rechtvaardiging is dat zwart een stuk wint met een dubbele aftrekaanval: 26. Lxd5 c4+ waarna … Txd5 volgt.] 26… Da7 27. Lb5 c4+ 28. d4

28… Pe7 Vanaf dit moment speelt de loper op b5 (voorlopig) geen rol meer op de koningsvleugel. Vandaar dat zwart op slinkse wijze vrijwel al zijn stukken daarheen probeert te manoeuvreren om zo een aanval tegen wits (verzwakte) koningsstelling op te zetten. 29. Lg5 f6 30. Lc1 Ta2 31. Tb2 Ta1 32. Tb1 Txb1 33. Dxb1 Db8! Pent Lb5 en houdt een oogje op veld g3. 34. Db2 Pg3 35. Ld7 Wit doet zijn best om de loper weer een functie te geven. 35… Dd6 36. La4 Pef5 37. Ld2 [Waarschijnlijk was er nog weinig aan de hand na 37. Lc2] 37… Pe2+ 38. Kf1 Pf4 39. Lxf4 Dxf4 40. Dd2 De4 41. De1

41… Dd3+ [Nog sterker was 41… Pe3+ 42. Kg1 Lh6!] 42. Kf2 [Een betere verdediging bestond in 42. Kg1] 42… Kh7 43. Ld7 Pd6! Het paard streeft naar veld e4. 44. Le6 Pe4+ 45. Kg1 Lh6?! Iets te vroeg. [Er was niets op tegen om de eerste oogst binnen te halen. 45… Pxc3] 46. Lxd5 Pxc3 47. De7+ Lg7 48. Lf7 Pd1 Daarmee maakt zwart het zichzelf lastig. [48… Pe2+ 49. Kf2 Pxd4 zou sneller hebben gewonnen.] 49. De1 c3 50. Dh4+?

Wit grijpt mis. [De enige poging om de partij te redden was met 50. Dg3!? Er dreigt Pg5+ waardoor zwart min of meer gedwongen is de dame uit haar dominante positie weg te spelen met 50… De4 De winst is nu onzeker.] 50… Lh6 51. Dxf6 De3+ 52. Kh1 Pf2+ 53. Kh2 Lf4+ 54. g3 Pg4+! Een elegante combinatie waarmee zwart het punt binnenhaalt. 55. hxg4 Df2+ 56. Kh3 Dxg3#

0-1

(P.S. Dit artikel is in uitgeklede vorm al eerder verschenen op de testversie van deze site. Nu met de nodige aanvullingen).

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.