Begrijp wat u doet: Siciliaans: Najdorf 2

Het systeem met 6. Lg5

De vorige rubriek was gewijd aan de Najdorfvariant van het Siciliaans, waarin we ons moesten beperken tot de wat oudere of minder gebruikelijke systemen. We hebben daarin onder A) 6. Le2 en B) 6. Lc4 en C) 6. f4 geclassificeerd. De Najdorfvariant is echter een dermate uitgebreid onderzochte openingsvariant dat we daar nog even niet mee klaar zijn.

Ditmaal aandacht voor wat decennialang de hoofdvariant was en voor veel zwartspelers de zwaarste aanslag op de Najdorf, de ultrascherpe aanpak met 6. Lg5. De bedoeling is om de loper zo actief mogelijk te ontwikkelen en vervolgens verder te gaan met f2-f4, Dd1-f3, 0-0-0. Wit heeft in korte tijd de meeste stukken in het spel gebracht en soms zijn er al aanvalswendingen mogelijk omdat alles zeer actief staat opgesteld. Globaal genomen kan wit daarna kiezen of hij zijn ontwikkeling helemaal voltooit met Lf1-d3 en Tae1 (waarna hij alles in stelling heeft gebracht voor een offerkanonnade) of dat hij op de flank begint met g2-g4, Lg5xf6 en g4-g5 waarna zwart op de koningsvleugel onder de voet dreigt te worden gelopen.

Binnen dit variantencomplex zijn zelfs compleet zelfstandige subsystemen ontstaan waar inmiddels al zulke dikke boeken van zijn dat het schielijk onmogelijk is om die te behandelen. Ik beperk me daarom slechts tot het kort bespreken van de meest in het oog lopende problematiek.

D) 6. Lg5

Dit was de vroegere hoofdvariant omdat het de meest directe en scherpe manier is om zwart snel onder druk te zetten.

6. … e6 7. f4

Het probleem voor de witspeler is dat zwart nu een ruime keus heeft in verschillende syste¬men die allemaal redelijk op zichzelf staan:

D1) 7. … Le7

Dit is de klassieke zet die een zelfstandige betekenis krijgt als zwart iets onderneemt met het idee … h7-h6, Lg5-h4 gevolgd door … g7-g5. Deze op het eerste gezicht nogal “grove” aanpak bevat een duidelijk strategisch idee: Na fxg5 speelt zwart zijn paard van f6 weg en vanwege de penning wint hij pion g5 terug. Hij heeft dan het mooie centrumveld e5 veroverd. Desondanks blijkt zwart zijn hoofd in een wespennest te hebben gestoken, want de witspeler beschikt over diverse weerleggingspogingen. Een klein voorbeeldje hiervan:

8. Df3 h6 9. Lh4 g5 10. fxg5 Pfd7 11. Pxe6 fxe6 12. Dh5+ Kf8 13. Lb5!?

Het is met deze zet dat de Sovjets in de jaren ’60 en ‘70 probeerden de zwarte opzet te weerleggen. Iets recentelijker is de partij Korneev – Cheparinov, 2005 die snel in remise eindigde.

D2) 7. … Pbd7

De meest neutrale voortzetting, waarmee zwart alle opties openhoudt.

8. Df3 Dc7 9. 0-0-0 b5

Zeer wel speelbaar is hier ook 9. … Le7 waarna de volgende splitsing ontstaat:

1) 10. g4 b5 11. Lxf6 Pxf6 12. g5 Pd7 13. f5 (Dit is een bekend pionoffer waarmee wit tijd wil winnen. Solider maar ook niet zonder gevaar is 13. a3 Tb8 14. h4 b4 15. axb4 Txb4 16. Lh3 Pc5 17. f5 Db7 Grabarczyk – Dydyshko, 2006.) 13. … Lxg5+ 14. Kb1 Pe5 (Hier is 14. … 0-0 een betrekkelijk nieuwe zet die werd uitgeprobeerd in de partij Radjabov – Cheparinov, 2007.) 15. Dh5 en nu zijn zowel 15. …Dd8 als 15. … De7 speelbaar. Die laatste variant wordt met 16. fxe6 g6 17. exf7+ Kxf7 18. De2 gegeven in het (verouderde) boek van Daniel King: "Winning with the Najdorf". Er is een partij waarin zwart een speelbare stelling overhield met 18. … Lg4 (namelijk in Shabalov – Hellers, 1993.)

2) Ook interessant is 10. Ld3 h6 11. Lh4 g5 12. fxg5 Pe5 13. De2 Pfg4 14. Pf3 hxg5 15. Lg3 (Wit kan ook de pion accepteren met 15. Lxg5 Lxg5+ 16. Pxg5 maar na 16. … Dc5 heeft zwart genoeg compensatie zoals bleek in Mamedov – Areshchenko, 2007.) 15. … Ld7 en in Shirov – Ivanchuk, 2008 ontwikkelde zich een gelijkwaardige strijd.

10. Ld3 Lb7 11. The1

11. … Db6!

De moderne zet zoals in Shirov – Anand, 2008 gespeeld werd. Voorheen ging men verder met 11. … Le7, hetgeen wit provoceert tot het ‘standaardoffer’ 12. Pd5. Met deze stelling werden vooral in de zeventiger jaren prachtige aanvalspartijen gespeeld. Zie ook mijn artikel over de onlangs plotseling overleden schaker/schrijver/columnist Huub van Dongen. Wit offert pardoes een paard op d5 om de zwarte koning, die nog in het centrum verblijft te kunnen verrassen. Een schitterend voorbeeld is de partij Velimirovic – Ljubojevic, Umag 1972 die we hierbij zullen doornemen:

12. Pd5!?

Zelfs in de tegenwoordige tijd met sterke computerprogramma’s blijkt dat het offer op zijn minst speelbaar is.

12. … Pxd5

Een spectaculaire variant is bijvoorbeeld: 12. … exd5 13. Pf5! dxe4 14. Lxe4 Pxe4 15. Txe4 0-0 (Of 15… Lxe4 16. Dxe4 0-0 17. Pxe7+ Kh8 18. Td3 dreigt Dxh7+! Na 18… g6 volgt dan 19. Dd4+ f6 20. Pxg6+! hxg6 21. Th3+ Kg7 22. Lh6+ Kf7 23. Dd5+ en wit wint.) 16. Pxe7+ Kh8 17. Pd5 en wit staat beter.

13. exd5 Lxg5 14. Txe6+!

Een geweldig torenoffer om de zwarte koning te kunnen bedreigen.

14. … fxe6 15. Pxe6 Da5 16. Dh5+ g6 17. Dxg5 Tg8 18. Td2!

Een mooie zet om de toren in de aanval te betrekken.

18. … Pf8?

Een tactische misser. Alleen met 18. … Kf7 had zwart kans om na 19. Te2 Pf6 het evenwicht te bewaren.

19. Pxf8 Dd8

Zwart vlucht in een eindspel, dat echter problematisch voor hem is. Na 19. … Txf8 20. Te2+ Kd7 (Na 20. … Kf7 21. Lxg6+! hxg6 22. Te7+ Kg8 23. Dxg6+ gaat het mat!) 21. De7+ Kc8 22. Dxf8+ wint wit gemakkelijk.

20. Pxh7 Dxg5 21. fxg5!

Zo krijgt wit een sterk paard op f6 en een onweerstaanbare pionnenwals op de koningsvleugel.

21. … Kf7 22. Pf6 Th8 23. g3 Lc8 24. h4 Lf5 25. Lxf5 gxf5 26. h5 Ta7 27. Tf2

En zwart vond het wel genoeg zo. De pionnenmassa loopt vrijwel ongehinderd door.

1-0

Bovengenoemde stelling (net voor 12. Pd5) kwam ook op het bord in de WK-match in Reykjavik 1972 tussen Spassky en Fischer! Spassky was kennelijk bang voor een verborgen verdediging van Fischer want de Sovjetspeler ging verder met 12. Dg3. De partij vervolgde met 12. … 0-0-0 en eindigde na harde strijd in remise.

D3) 7. … b5!?

Dit heet de Polugaevskyvariant, genoemd naar de uitvinder van het systeem. De Rus heeft zijn onderzoekingen op een indringende en boeiende wijze verwoord in zijn beroemde boeken “The Sicilian Labyrinth”. Het idee achter deze vroegtijdige pionzet is om tijd te winnen ten opzichte van de normale varianten. Zwart doet niets aan de penning die dus de meest principiële zet is:

8. e5 dxe5 9. fxe5 Dc7!

De eerste pointe van zijn zevende zet en het begin van een bijna ondoordringbaar oerwoud van varianten, dat zelfs voor professionals nauwelijks te begrijpen is.

D4) 7. … Db6!?

De beruchte “vergiftigde pionvariant”, die door de sterkste spelers ter wereld (Fischer en Kasparov) werd gespeeld. Ook dit systeem heeft een merkwaardige reputatie. Zwart bekommert zich niet om zijn ontwikkeling, maar hij gaat af op die onbeschermde pion op b2. Het is natuurlijk niet alleen de pion die zwart wint, maar hij neemt als het ware “de hele structuur” mee. Men toont daarom de bereidheid om “alles over zich heen te krijgen”, omdat, net als in de Polugaevskyvariant, de verdediging is gebaseerd op de gezonde pionnenstructuur en de “goede” stukken die zwart vaak overhoudt.

8. Dd2

Wit moet zich wel op het pionoffer inlaten omdat hij anders veel minder aanvalskansen heeft dan hij in de normale varianten zou krijgen. Een veelvoorkomend verloop is nu:

8. … Dxb2 9. Tb1 Da3 10. f5 Pc6 11. fxe6 fxe6 12. Pxc6 bxc6 13. e5 dxe5 14. Lxf6 gxf6 15. Pe4

15… Le7

Kasparov liet zich een paar keer in op:

15. … Dxa2 16. Td1

Of 16. Le2 h5 17. Tf1 Radjabov-Ye Jiangchuan, 2004.

16. … Le7 17. Le2 0-0 18. 0-0 Ta7

Met deze stelling is veel ervaring opgedaan. Een kleine opsomming:

1) 19. Dh6 Td7 Topalov-Gelfand, 1998. Later bleek dat beide spelers zich vergist hadden. Wit had verder moeten gaan met 19. Tf3 en zwart op zijn beurt had kunnen profiteren met 19. … Dxc2!

2) 19. Tf3 Kh8 20. Tg3 Td7 21. Dh6 Tf7 22. Dh5 Txd1+ 23. Lxd1 Da5 24. Kf1 Dd8 25. Dxf7 Dxd1+ 26. Kf2 Dxc2+ 27. Kf3 Dd1+ 28. Kf2 Dc2+ 29. Ke3 Lc5+ 30. Pxc5 Dxc5+ 31. Kd2 Df2+ 32. Kc3 Dd4+ 33. Kc2 Df2+ 34. Kc3 ½ – ½ (Vallejo Pons – Kasparov, Moskou 2004.)

Illustratieve partijen:

  • Velimirovic – Ljubojevic, Umag 1972.
  • Vallejo Pons – Kasparov, Moskou 2004.

Alle partijen en fragmenten via de viewer:

Belangrijkste geraadpleegde bronnen: De wereld van de schaakopening, deel 3 van Paul van der Sterren, Sicilian Labyrinth van Polugaevsky en de database van Chessbase.

Reageren? Stuur een e-mail naar .

(wordt vervolgd)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

2 Reacties

  1. Avatar
    pieterpriems 22 augustus 2011

    Dus deze variant met Lg5 is chaos op het bord, zonder veel grote lijn en met heel veel concrete varianten. Niet iets voor mij :).

  2. Avatar
    HermanGrooten 16 september 2011

    Daar komt het kortgezegd wel op neer. Daarbij moet de witspeler erop bedacht zijn dat hij een specialist in een bepaald subgebied tegenover aantreft. Zo kun je er donder op zeggen dat als een zwartspeler zich inlaat op de "vergiftigde pion-variant" met … Db6, hij er het nodige vanaf zal weten.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.