Column 41a: Schaken onder barre omstandigheden

In de column "Let’s do the natural thing" wordt gerept over de toestanden die de twee Nederlandse deelnemers, Gerard Welling en Herman Grooten, meemaakten bij het spelen van een gesloten meesterkamp in Londen 1996. Zij werden op zijn zachtst gezegd als ‘oud vuil’ behandeld. Om het artikel niet helemaal gedomineerd te laten worden door deze perikelen, zijn de meeste details achterwege gelaten. Om deze voor het nageslacht te bewaren, is ervoor gekozen om deze toch met een groter publiek te delen. Vooral om organisatoren op het hart te drukken hoe het in elk geval niet moet. Hieronder een kleine bloemlezing van deze ervaringen. Vooral eigenlijk om spelers die iets soortgelijks meemaken een hart onder de riem te steken. En ze tevens op te roepen om dit soort belevenissen ook met ons te delen. Het is niet altijd koek en ei in de toernooien…

Aangezien Gerard Welling (zie foto Dimitri Reinderman) beschikt over een uitstekend geheugen en het hem nog helder voor de geest stond, laat hij hieronder desgevraagd weten hoe de vork precies in de steel zit:

“Ik herinner me dat we bij de kennis van onze organisator op de stoep stonden, waar niemand thuis was. Uiteindelijk wist de conciërge ons te vertellen dat deze kennis op vakantie was en de eerste weken niet zou terugkeren. Via Julian Hodgson (wiens telefoonnummer we op zak hadden) kwamen we aan de lijn met Stewart Rueben (een van de belangrijkste schaakorganisatoren in Engeland) en die wist dat dezelfde organisator die dag een rapidtoernooi in Zuid-Londen organiseerde. Met het openbaar vervoer kwamen we daar anderhalf uur later aan. De organisator loste toen zijn eigen probleem op door tijdens de prijsuitreiking te vragen of iemand van de deelnemers nog ruimte had om twee buitenlandse schakers anderhalve week onder te brengen. Waarop een vriendelijke Hindoestaanse familie reageerde, volgens de heer des huizes tevens uit een soort plaatsvervangende schaamte wegens de schandalige manier waarop er met ons werd omgesprongen.

Ook die eerste ronde herinner ik me, en die tijdsachterstand die uiteindelijk de partij zou kosten. In de tweede ronde was Andrew Whiteley te laat tegen mij, en na een kwartier heb ik de organisator, annex wedstrijdleider, gemeld beneden een jus d’orange en een klein hapje te gaan gebruiken. Hij zou me berichten als Whiteley zou arriveren. Er gebeurde echter niets en na ruim een uur ging ik maar eens polshoogte nemen. Andrew was vrijwel direct binnen gekomen en had de klok ingedrukt, onze organisator was mij even vergeten, en ik moest met een uur minder spelen, wederom. Overmand door ergernis en woede – het liefste had ik de man van de achtste verdieping naar beneden gekieperd maar zowel de Engelse wet als de FIDE laat dat niet toe zonder sancties 🙁 – verloor ik ook die partij.

Op twee van de toernooidagen was er staking in het openbaar vervoer, en de toernooizaal derhalve onbereikbaar. De wedstrijdleider vond dat maar vervelend en bleef thuis (!). Een vriendje nam de honneurs waar en wij moesten het maar uitzoeken. Een van de dagen moesten we toevallig tegen elkaar en hebben toen maar een remise doorgebeld, volgens mij ook nog met een paar theoretische zetten van het Spaans in verkeerde volgorde. De andere dag was er geen beginnen aan, maar hielp deelnemer Peter Sowray ons uit de brand door met zijn auto uren om te rijden en alle files te trotseren, zodat we die dag toch konden spelen.

Het meest tekenende tafereel speelde zich af tegen het einde van het toernooi toen we met een paar deelnemers in de bar zaten. De meesten waren op de hoogte van onze schandalige behandeling. De beloofde onkostenvergoeding werd bijvoorbeeld ook iedere dag uitgesteld zodat we niet alleen transport en alle andere kosten zelf moesten voorschieten, maar ook langzamerhand door onze Britse ponden heen raakten. Op dat moment kwamen de organisator en de sponsor annex voorzitter van schaakclub Slough binnenwandelen. Deelnemer Tim Wall kon zich niet meer inhouden en sprak op luide toon de "sponsor" aan over de belachelijke manier waarom met geïnviteerde gasten werd omgegaan, en het feit dat we na bijna een week bedelen nog geen penny van de ons in het vooruitzicht gestelde onkostenvergoeding hadden ontvangen. Dat was overigens met de smoes dat de sponsor het bedrag nog niet had overgemaakt naar de toernooiorganisator.

Peter Sowray, op en top Brits gentleman, viel hem bij en spoedig werd het de "sponsor" te heet onder de voeten. Zich realiserend dat het anders wel eens revolutie en einde toernooi zou kunnen zijn betaalde hij met zuinige blik een deel uit, en de volgende dag de rest.

Het enige positieve wat ik mij van dit toernooi herinner, is dat we Richard Krajicek op een groot scherm in de bar zijn "afgebroken" partij tegen Pete Sampras zagen winnen. Hij zou daadwerkelijk in Wimbledon triomferen dat jaar… Verder was onze uitstaphalte ook vlak bij Baker Street alwaar we het huis van Sherlock Holmes passeerden en verderop in de straat lekker hebben getafeld. Dat zijn zo’n beetje alle positieve herinneringen van anderhalve week Londen.”

Tot zover Gerard Welling. We roepen mensen op die vreemde ervaringen in toernooien willen delen met het publiek van Schaaksite. Stuur een mail naar ons redactieadres: .

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

1 Reactie

  1. Avatar
    fdrummen 07 maart 2012

    Het zal je maar overkomen, inderdaad om uit je vel te springen. Echter wel erg leuk om te lezen.

    Frans Drummen

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.