Landa aan de leiding bij de HMC Calder Cup
In Rosmalen, onder de rook van ’s-Hertogenbosch, is het toernooi om de 3e HMC Calder Cup 2014 drie ronden onderweg. Dit ludieke evenement dat op initiatief van René Olthof op poten is gezet, bevat – naast de grootmeestertienkamp – ook de nodige andere evenementen. Zo wordt er op de slotdag, 28 juni, een bijzonder sterk bezette rapidvierkamp georganiseerd. De grootmeesters Anish Giri, Daniel Fridman, Rustam Kasimdhzanov en Benjamin Bok, allemaal met een HMC-verleden, zullen elkaar in rapidpartijen ‘naar het leven’ staan. Omdat Fridman ook in de tienkamp deelneemt, wordt zijn partij van de laatste ronde vooruit gespeeld.
Het publiek zal op deze dag op zijn wenken bediend worden, want ook de jonge jeugd komt flink aan bod. Natuurlijk omdat bij HMC het jeugdschaak van oudsher hoog in het vaandel staat.
In het hoofdtoernooi is het de Rus Konstantin Landa die de leiding in handen heeft genomen. Hij won achtereenvolgens van de HMC-crack Twan Burg, daarna ging Willy Hendriks onder het juk door en vervolgens ging de enige vrouwelijke deelneemster, Sopiko Guramishvili ook nog onderuit. Daarmee is hij de enige met 100%. Hij wordt op de voet gevolgd door Daniel Fridman, die alleen in de tweede ronde een halfje afgaf. Robin Swinkels was daar verantwoordelijk voor. Zelf maakte de Brabantse grootmeester een valse start doordat hij zich in de eerste ronde liet verrassen door de Belgische HMC-er Geert van der Stricht. Van het meestergilde is voorlopig Jeroen Bosch degene die het goed doet met 2 uit 3. Daarmee ligt hij zelfs een halfje voor op de derde grootmeester in dit gezelschap, Alon Greenfeld, de Israëliër. We houden u op de hoogte!
De tussenstand na drie ronden:
Analyses
Burg, Twan – Landa, Konstantin
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pc6 5. Pc3 Dc7 6. Le3 Pf6 7. f4 Lb4 8. Pdb5 Da5
9. Ld2 In veel partijen werd 9. e5 gespeeld. 9…Pd5 10. Ld2 Pxc3 11. Lxc3 hetgeen een redelijke reputatie heeft, als ik mijn database moet geloven.
9…a6 10. e5 axb5 11. exf6
11…gxf6
11…Lxc3 12. bxc3 [12. Lxc3 b4 13. fxg7 Tg8 14. Ld4 Dd5 15. Le3 Txa2 kwam op het bord in vier partijen, waaronder Burg-Timofeev, 2012.] 12…gxf6 kwam voor in een partij Ponomariov-Pelletier, die door zwart werd gewonnen.
12. Pxb5 Lxd2+ 13. Dxd2 Dxd2+ 14. Kxd2 Ke7 15. c4 b6 16. Le2 Lb7 17. Lf3
Dit moet Twan dan thuis voorbereid hebben. We weten dat hij – als correspondentieschaker – goed in zijn theorie zit. Toch weet ik niet precies wat hij ziet in deze stelling voor wit. De damevleugelmeerderheid is lastig in beweging te zetten (de pion op b6 houdt veel tegen!), terwijl het zwarte pionnencentrum in de verre toekomst van grote betekenis kan worden. 17. Thc1 Tag8 18. Lf3 h5 eindigde in een partij Inarkiev-Sutovsky, 2008 in een overwinning voor wit, maar niet nadat zwart de stelling eerst gelijkgetrokken had.
17…Pa5 18. Lxb7 Pxb7 19. Ke3 f5
Een lastige stelling. Waar moet wit de torens neerzetten? Hoe moet hij zijn pionnenstructuur behandelen?
20. The1 Thc8
Voor zwart idem dito. Ook Landa is zoekende. Vooralsnog begint zwart met wat plaagstootjes.
21. b3 Pc5 22. Kf3 Kf6
Voorlopig lijken de kansen in evenwicht. Maar mijn indruk is dat de zwarte stelling wat makkelijker speelt.
23. g4
Dit lijkt me een nogal zwaarwegende beslissing. In eerste instantie heel begrijpelijk: wit wil graag het punt f5 aantasten omdat dat zwart een mooi veld op e4 garandeert voor het paard. Maar niet alleen lost wit zo de zwarte dubbelpion op, ook zijn eigen structuur wordt hiermee aangetast.
23…fxg4+ 24. Kxg4 Tg8+ 25. Kf3 Tg6 26. Te3?!
Het eerste missertje. De toren doet hier niet zoveel en het laat het initiatief ineens aan zwart.
Als wit zijn idee gestalte had willen geven, had hij hier wellicht voor 26. b4 moeten kiezen. Het paard kan niet naar het centrum omdat het steunpunt ontbreekt en daarmee hij in elk geval zijn damevleugelpionnen in beweging zetten: 26…Pb7 [26…Pa6 27. a3 lijkt me goed voor wit.] 27. a3 gevolgd door Tad1, is in elk geval niet minder voor wit.
26…Th6! 27. Kg2 Th4
Plotseling gaan de zwakke pionnen op de koningsvleugel zich voelen.
28. Kg3 Th5 29. h4
29…d5?!
Zwart wordt ineens actief, maar hij doet dat in de verkeerde volgorde. 29…Tg8+ lijkt mij iets nauwkeuriger.
30. cxd5?!
Wit kon profiteren van zwarts vorige zet.
30. Kg4 Tf5 [30…Th6] 31. Pd6 lijkt zeer wel speelbaar voor wit.
30…Tg8+ 31. Kh3 Txd5 32. Pc3
Ook na 32. Tf1 Tgd8 ondervindt wit de nodige problemen.
32…Td3!
Deze fase van de partij speelt Landa ijzersterk.
33. Txd3 Ook 33. Tae1 Kf5 is al vrijwel winnend voor zwart.
33…Pxd3
Het zwarte paard komt ineens vernietigend naar binnen.
34. Pe4+ Kf5 35. Pg3+ Ook na 35. Pd6+ Kxf4 36. Tf1+ Ke3 37. Txf7 h5 krijgt wit het zwaar.
35…Kxf4 36. Tf1+ Ke3 37. Txf7 Pf4+ 38. Kh2
 |
38…Tg4!
Ook dit heeft Landa weer uitstekend gezien. Hij dekt het paard (waardoor Pf1+ geen probleem meer oplevert) en tegelijkertijd knoopt hij het matnet rondom de witte koning dicht. Na een argeloze zet zoals 38…h5 is het remise: 39. Pf1+ Kf3 40. Pd2+ Ke3 41. Pf1+ enzovoort.
39. Txh7 Kf3 40. Pf1 Tg2+ 41. Kh1 Tf2 42. Ph2+ Kg3 43. Tg7+ Kh3
Er valt geen verdediging meer te verzinnen tegen de matdreigingen. Twan heeft de gewoonte om zich dan te laten matzetten. Altijd een aardig gebaar!
44. Pg4 Tf1# 0-1
Van der Stricht, Geert – Swinkels, Robin
1. d4 d5 2. c4 c6 3. Pf3 Pf6 4. e3 Lf5 5. cxd5 cxd5 6. Db3 Dc7 7. Ld2 e6 8. Lb5+ Pc6 9. O-O Ld6 10. Lb4 O-O 11. Lxd6 Dxd6 12. Tc1 Tfc8 13. Pbd2 Le4 14. Da4 Lxf3 15. Pxf3 Pd7 16. a3 Pb6 17. Dd1 Pa5 18. Ld3 h6 19. Tc5 Pac4 20. Dc2 Pd7
21. b3?!
Hier eist Van der Stricht veel van zijn stelling.
21…Pxc5! 22. dxc5 Dxc5
Vermoedelijk was het eindspel na 22…Pxe3! 23. De2 [23. fxe3 Dxc5 24. Dxc5 Txc5 heel erg goed voor wit.] 23…Dxc5 24. fxe3 Dc3 25. Tb1 e5 en vanwege de goede opstelling van de zwarte stukken moet hij hier erg goed staan.
23. bxc4 dxc4?!
Onnauwkeurig. Nu was 23…b5! de juiste zet. Zwart neemt wedra met een nog nader te bepalen pion op c4 terug en staat dan met een dergelijke pionnenformatie uitstekend.
24. Lh7+ Kh8 25. Le4 Tab8 26. Dc3
26…Tc7?!
Te voorzichtig. Na 26…b5=+ vind ik dat zwart kansen op de overwinning heeft.
27. a4!
Goed gereageerd, de vorming van een pionnenduo moet zwart tegengegaan worden.
27…b5?! Zwart had hoe dan ook moeten proberen twee verbonden vrijpionnen te creëren. Dat kan met het nogal trage 27…b6 gevolgd door … a7-a6 en … b6-b5.
28. axb5 Txb5 29. Lc2 Db4?!
Zwart jaagt de witte stukken als het ware naar de goede velden. Het was verstandiger om nu even af te wachten met een zet als 29…Kg8
30. Dd4 Td5 31. De4 g6 32. h4
Een normale zet in een dergelijke stelling, maar er was beter. Maar met 32. Df4 <groot voordeel voor wit> kon wit iets buitmaken. 32…Tcd7 33. Dxh6+ Kg8 34. Tf1 en het zal zwart zwaar vallen om hier nog iets van te maken.
32…Kg7 33. Pd4
De witte stukken hebben dreigende posities ingenomen, de zwarte koningsstelling lijkt stevig, maar kan elk moment uit elkaar vallen. Zwart moet iets doen tegen Pxe6. Maar wat?
33…De7?
De Nederlandse grootmeester zwicht onder de druk. Hij had 33…Dd6! moeten spelen waarna er nog geen man overboord is. De kansen lijken mij zelfs in evenwicht.
34. Ta6!
Er dreigt ineens van alles, waarbij de offers Pxe6+ of Txe6 allebei in het oog springen.
34…Df6 Misschien was 34…Tcd7 nog het minste van alle kwaden, maar het is duidelijk dat wit na 35. Pxe6+! Kg8 en nu bijvoorbeeld 36. h5 ook op winst moet staan.
35. Pxe6+!
Voor de hand liggend, maar daarom niet minder fraai.
35…fxe6 36. Txe6
Het is duidelijk dat zwart ten gronde gaat aan de verzwakte witte velden.
36…Df5 37. Txg6+!
Ook deze sprong in het oog, maar dit levert al met al een fraai geheel op.
37…Kxg6 38. De6+
Zo wint wit de dame en daarmee de partij.
38…Kg7 39. Lxf5
Dit vond de zwartspeler te gortig worden en hij besloot om niet verder door te gaan.
1-0
Fridman, Daniel – Hendriks, Willy
1. d4 d6 2. Pf3 Lg4 3. c4 Pd7 4. Pc3 Pgf6 5. d5 Lxf3 6. exf3 g6 7. Le2 Lg7 8. f4 c6 9. O-O O-O 10. Le3 Da5 11. Tb1 Tfc8 12. b4 Dd8 13. dxc6 bxc6 14. Lf3 Pb6 15. Dd3 e6 16. c5 Pbd5 17. cxd6 Dxd6 18. g3 a5
Het lijkt plausibel om zo verder te gaan, maar deze pionzet speelt wit in de kaart.
19. b5 cxb5 20. Pxd5 Pxd5 21. Txb5
21…Tc3?!
Pas met deze actie brengt zwart zichzelf in moeilijkheden. Waarschijnlijk had zwart actief moeten worden met 21…Tab8 22. Txa5 Db4 23. Ta7 Tc3 en het is eerder zwart die beter staat.
22. Dd2 Td8 23. Lxd5
Wit wikkelt af naar een eindspel waarin hij slechts een minuscuul voordeeltje lijkt te hebben. Maar dat blijkt meer te zijn dan op het eerste gezicht duidelijk wordt.
23…exd5 24. Td1 d4
25. Dxc3!
Een schijnoffer.
25…dxc3 26. Txd6 Txd6 27. Tb8+ Lf8 28. Tc8 Kg7 29. Txc3
De hele transactie heeft wit een pluspion opgeleverd, maar dat is ‘slechts’ de dubbelpion op de f-lijn. Toch zijn er een paar andere factoren die bepalen dat wit alle kans op de overwinning heeft.
29…Td1+ 30. Kg2 Lb4 31. Tc6
31…Td6?
De afwikkeling naar een lopereindspel reduceert zwarts kansen op een half punt.
De enige zet is 31…Kf8 en dan mag Fridman zijn (meestal uitstekende) techniek tonen. Een voorbeeld van een mogelijk spelverloop: 32. Lc5+ Ke8! [Vooral niet 32…Lxc5? 33. Txc5 a4 34. Tc4 a3 35. Tc3 en met twee pionnen meer zal het wit wel lukken om de overwinning binnen te tikken.] 33. Lxb4 axb4 maar nu worden de a- en b-pion tegen elkaar geruild waarna er slechts vier tegen drie pionnen op de koningsvleugel overblijven. Zelfs met een goede formatie (witte pion van f4 op e3) is het volgens de theoretici remise. 34. Tb6 Td2 35. Txb4 Txa2 en hoewel wit hier 36. f5 kan spelen, lijkt het mij toch dat dit remise moet zijn.
32. Txd6 Lxd6 33. Kf3!
Eerst de koning naar het centrum. Geen tijd voor sjablones zoals 33. a4 hoewel het voor wit ook prettig is dat de pionnen op de goede kleur worden vastgelegd.
33…Kf6 34. Ke4 Ke6 35. Kd4 Kd7
Ook na 35…a4 36. Kc4 is de stelling niet te houden.
36. Kd5!
Hiermee wint wit terrein.
36…h5 37. Lc5
Zo probeert hij af te wikkelen naar een gewonnen pionneneindspel. 37. a4
37…Lc7 38. a4 f5 39. Le3
Wit maakt ruimte voor de koning.
39…Ld6 40. Ld2 Lc7 41. Kc5 h4 42. gxh4
Beetje raar gespeeld, maar het verpest niets. Na 42. Kb5 had zwart vermoedelijk ook opgegeven.
42…Ke6 Na 42…Ld8 43. f3 Lc7 44. h3 staat wit klaar om pion a5 te gaan veroveren.
43. Kc6 Ld8 44. f3
En de zwartspeler hield het hier voor gezien.
1-0
Guramishvili, Sopiko – Landa, Konstantin
1. d4 d5 2. c4 dxc4 3. e4 e5 4. Pf3 exd4 5. Lxc4 Pc6 6. Db3 6. O-O is hier de hoofdvariant.
6…Dd7
6…Lb4+ kwam hier vaker op het bord.
7. Lb5?!
Na deze vreemde zet verwatert de witte compensatie voor de pion. Bekend is nog 7. Ld2 dat in de partijen Bareev-Estrada Nieto, 2006 en Rausis-Karpatchev, 2013 tot een overwinning voor wit leidde.
7…Pge7 8. O-O a6 9. Le2 Pg6 10. Td1 Lc5
Landa blijft natuurlijk zijn kroonpion op d4 verdedigen.
11. Le3 O-O 12. Dc4 La7
13. Pxd4?
Wit wil graag de pion terugwinnen en dat probeert zij op deze gewelddadige manier voor elkaar te krijgen. Maar het is een combinatie die niet werkt.
13…Td8 14. Pc3 Pxd4 15. Lxd4 Lxd4 16. Pd5
Dit moest dan de pionte zijn.
16…c5 17. Pb6 Dc6 18. Pxa8
Wit heeft eventjes een kwaliteit meer, maar niet voor lang…
18…b5 19. Dc2 Lb7
Ook nog deze erbij. Zwart verovert twee stukken voor een toren, heeft daarbij ook nog een sterke loper op d4 en is in het bezit van het loperpaar. Voeg daaraan toe dat ook al zijn stukken fantastisch staan opgesteld, dan is het niet verwonderlijk dat zwart snel ten onder gaat.
20. b4 Lxa8 21. Tac1 c4 22. Td2 Df6 23. Lf1 c3 24. Te2 Pe5 25. h3 Pc4 26. Kh1 Le5 27. Td1 Pd2 0-1
Broekmeulen, Jasper – Burg, Twan
1. c4 Pf6 2. Pc3 g6 3. g3 Lg7 4. Lg2 O-O 5. Pf3 d5 6. cxd5 Pxd5 7. O-O c5 8. d4
8…Pc6 8…Pxc3 9. bxc3 Pc6 10. e3 is de gebruikelijke gang van zaken.
9. Pxd5 Dxd5 10. Le3 Td8 11. Da4
11…Ld7 Wat onmogelijk lijkt, kan misschien toch: 11…cxd4 12. Pxd4 Da5 13. Lxc6 Dxa4 14. Lxa4 Lxd4 15. Tfd1 e5 maar ook hier is zwart in de problemen na 16. Lg5!
12. dxc5 Pd4 12…Pe5 is de partij Jobava-Neverov, 2002.
13. Dd1 Lc6 14. Lxd4 Lxd4 15. Dxd4 Dxd4 16. Pxd4 Txd4
17. Tfd1 17. e3 Td2 18. b4!? ziet er ook interessant uit.
17…Tad8 18. Txd4 Txd4 19. Lxc6 bxc6 20. Tc1 Td2 21. b4 Txe2 22. b5 Txa2 23. bxc6 Ta6 24. Kf1 Txc6 25. Ke2 Kf8 26. Kd3 Ke8 27. Kc4
Inmiddels is wit zelfs een pion achter gekomen, maar zwart kan met deze pluspion geen zaken doen. Het is potremise.
27…Kd7 28. Ta1 a6 29. f4 h6 30. h4 h5 31. Kd5 Kc7 32. Ta2 Te6 33. Ta3 Kd7 34. Tb3 Kc7 35. Ta3 Tc6 36. Ta2 Tf6 37. Ta3 Te6 38. Ta1 Tc6 39. Ta2 Kd7 40. Ta3 Tf6 41. Ta1 Tc6 42. Ta2 Kc7 1/2-1/2
Van der Stricht, Geert – Bosch, Jeroen
1. d4 f5 2. e4 fxe4 3. Pc3 Pf6 4. Lg5 Pc6 5. d5 Pe5 6. De2 c6 7. O-O-O cxd5 8. Lxf6 gxf6 9. Dh5+ Pf7 10. Dxd5 e6 11. Dxe4 f5 12. De3 Lh6 13. f4 O-O 14. Pf3 a6 15. h4 Dc7 16. Pg5 Lg7 17. g3 b5 18. Lg2 Tb8
Het is niet duidelijk waar het aan ligt, maar de zwarte stelling verdient hier m.i. de voorkeur. Hij heeft het loperpaar een heel sterke loper op g7, mogelijkheden op de damevleugel tegen de witte koning en twee centrumpionnen meer. Dat pion d7 mogelijk een zorgenkindje kan worden, daar kan zwart mee leven.
19. Pxf7 Txf7 20. Pe2 a5 21. h5 h6 22. Td3 b4 23. Thd1 a4 24. Kb1 a3 25. b3
Zwart heeft het heel voortvarend gespeeld: de lange diagonaal a1-h8 is nu uiterst zwak geworden bij wit.
25…Kh8
Een onnodige profylaxe. Waarschijnlijk dacht Jeroen aan de variant 25…La6 26. Txd7 Txd7 27. Dxe6+ schaak! 27…Tf7 28. Dxa6 en hij vond het daarom nodig om de koning alvast uit het schaakje te halen. Maar in deze stelling staat zwart al bijna op winst vanwege zijn zwakke onderste rij en zijn sterke loper. 28…Td8! lijkt mij erg lastig voor wit.
26. Pd4 La6 27. c4 bxc3 28. Txc3 Da5 Logischer lijkt mij 28…Db6
29. Dd2 Tff8 30. Tc2 Dxd2 31. Tcxd2 Tfc8
32. Pc2
Hier had wit zich kunnen verdedigen met 32. Lf1 Lxf1 [Zwart kan het loperpaar niet behouden want op 32…Lb7 volgt 33. Lg2] 33. Txf1 Tc3 en zwart staat een tikje beter, maar een eventuele winst lijkt nog ver weg.
32…Tc3 Hier lijkt mij 32…d5 sterker. Na 33. Te1 Tc6 staat zwart uitstekend, vooral omdat hij na 34. Pd4 Lxd4 35. Txd4 Kg7 36. Lf1 Lxf1 37. Txf1 Tc3 in een gunstig toreneindspel belandt.
33. Txd7 Txg3
34. T7d6?
Een vreselijke blunder. Na 34. Lf1 Lb7 oogt de zwarte stelling beter, maar er is in principe nog niet zoveel aan de hand na een zet als bijvoorbeeld 35. Lc4
34…Le2
Goed genoeg voor beslissend voordeel.
Direct winnend is 34…Txg2 35. Txa6 Tc8 en het paard mag niet wijken vanwege 36. Pe3 [36. Tc1 verliest ook 36…Lb2] 36…Tb2+ 37. Ka1 Txb3+ en mat.
35. Lf1 Lxd1 36. Txd1 Lb2 37. Lc4
37…Tbg8
Een sterke zet: zwart wil graag een stel torens ruilen, waarna die van hem ijzersterk wordt.
38. Lxe6 Tg1
Hier is 38…Td3 fraai en sterk. 39. Txd3 [39. Tf1 Tgd8] 39…Tg1+ 40. Pe1 Txe1+ 41. Kc2 Txe6 met winst.
39. Pe3 Txd1+ 40. Pxd1
Het ene stel torens is eraf en Jeroen toont vlekkeloos aan hoeveel sterker een toren ten opzichte van een licht stuk is in een eindspel met pionnen op twee vleugels.
40…Tg1 41. Kc2 Tg2+ 42. Kd3 Lc1 43. Pc3 Td2+ 44. Kc4 Tf2 45. b4 Txf4+ 46. Kb3 Tf3 47. Kc4 f4 48. b5 Te3 49. Ld5 f3 50. Pe4 Te2 51. Kd3 Tb2 52. Lc4 Lf4 53. Kd4 f2 54. Kd5 Txa2!
Dat is wel zo simpel…
55. Kd4 0-1
Fridman, Daniel – Greenfeld, Alon
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. g3 Lg7 4. Lg2 O-O 5. Pc3 d6 6. Pf3 Pbd7 7. O-O e5 8. e4 exd4 9. Pxd4 Te8 10. h3 Pc5 11. Te1 Ld7 12. Lf4 h6 13. Pb3 Pe6 14. Ld2 a5 15. Pc1 Pc5 16. Dc2 Dc8 17. Kh2 h5 18. Pd3 h4 19. gxh4 Pxd3 20. Dxd3 Ph5 21. Tf1 c6 22. f4 Dd8 23. Le1 Lh6 24. Lg3 a4 25. Pe2 Db6 26. Tab1
De witspeler heeft de stelling niet bepaald voorbeeldig behandeld. Zwart heeft heel wat bereikt en daarom zal Greenfeld gedacht hebben dat hij inmiddels de stelling naar zijn hand kan gaan zetten.
26…d5!? 27. cxd5 cxd5 28. Pc3
28…dxe4?!
Een moedig stukoffer dat er op het oog kansrijk uitziet. Bij nader inzien blijkt het toch een defect te bevatten. Nu leidt 28…Pf6 29. e5 Lf5 30. Db5 Dxb5 31. Pxb5 Lxb1 32. Txb1 Ph5 33. Pc7 Pxf4 tot een totaal gelijke stelling.
29. Dxd7 Tad8
30. Db5?!
Begrijpelijkerwijs wil Fridman de dames ruilen, maar daarmee verspeelt hij een groot gedeelte van zijn voordeel. Wit had nu brutaal een pion van het bord moeten nemen. Na 30. Dxa4 Pxg3 31. Kxg3 De3+ 32. Kh2 Lxf4+ 33. Kh1 Dg3 34. Txf4 Dxf4 (zie analysediagram)
35. h5! wegen de twee lichte stukken tegen de toren zwaarder. Dat heeft vooral te maken met de mogelijkheden die wit heeft om een aanval in te leiden tegen de verzwakte zwarte koningsstelling,terwijl hij zelf voorlopig nauwelijks iets te duchten heeft.
30…Dxb5 31. Pxb5 Td3 32. Le1
32…Pxf4?! Greenfeld had hier ook kunnen kiezen voor 32…Lxf4+! om na 33. Kh1 verder te gaan met 33…f5 Hier moet zwart voldoende compensatie hebben.
33. Pc3 f5
Op het oog staat zwart prima. Heeft een mooie pionnenfalanx en zijn stukken staan heel actief. Toch zijn er wat problemen. Pion a4 gaat eraan, de stukken kunnen zich niet verbeteren want als bijvoorbeeld het paard van f4 wordt weggespeeld is vaak h4-h5 een probleem geworden.
34. Tg1?!
Fridman speelt opnieuw niet de meest handige. Na 34. Pxa4 heeft zwart vreemd genoeg geen goed vervolg. 34…Pe2 (zie analysediagram)
bijvoorbeeld leidt na 35. Kh1! Tf8 36. h5 gxh5 37. Pc5 tot groot voordeel voor wit.
34…Tc8!
En Greenfeld pakt zijn kans!
35. Lf1 Tf3
Zwart stond zelf klaar om a4-a3 te spelen.
36. a3 Td8?!
Wederom niet de meest adequate voortzetting, hoewel er niets mis is met het idee achter deze zet. Maar zwarts toren kon beter nog even veld c4 blijven dekken. Het lag ook voor de hand om de loper eens om te spelen. En daarmee had hij beter niet kunnen wachten. Na 36…Lg7! waarna zwart volgens mij moeiteloos op de been blijft. 37. Tg3
37. Lc4+ Kh7 38. Tg3
Die kan ineens.
38…Td4?
Dat verlicht wits taak. Ook na 38…Txg3 39. Kxg3 Pd3 40. Pxa4 Lf4+ 41. Kg2 Pxe1+ 42. Txe1 Td4 43. Lb5 Le5 zal zwart alle zeilen moeten bijzetten om er nog iets van te maken. In elk geval wacht de witspeler hier een zware technische klus.
39. Txf3 exf3 40. Lf1 Ph5 41. Td1 Le3 42. Txd4 Lxd4 43. Pxa4
Nu de torens eraf zijn, is het tegenspel van zwart grotendeels verdwenen. Hoewel de zwarte stukken nog dominant staan opgesteld, is wits plan eenvoudig. het oprukken met de damevleugelpionnen en het verdrijven van de zwarte stukken.
43…Le3 44. b4 f4 45. Pc5 f2 46. Lc3 Pg3 47. Kg2 Pf5 48. Lf6
En Greenfeld had er geen trek meer in om dit verder nog te gaan verdedigen.
1-0
Hendriks, Willy – Swinkels, Robin
1. c4 e5 2. e3 Pf6 3. Pc3 d5 4. cxd5 Pxd5 5. Pf3 Pxc3 6. bxc3 Ld6 7. d4 Pd7 8. Ld3 De7 9. Dc2 c5 10. O-O h6 11. d5 Pf6 12. e4 O-O 13. Pd2 Lc7 14. a4 Pe8 15. Pc4 Pd6 16. Pxd6 Lxd6 17. Ld2 Ld7 18. Tab1 b6 19. Tb2 Lc7 20. Te1 a6 21. c4 Tab8 22. Teb1 a5 23. Te1 Tbe8 24. Te3 Dd6 25. g3 Te7 26. Te1 Df6 27. Dd1 Tfe8 28. Ta2 Dg6 29. Lc3 Ld6 30. f3 h5 31. Kh1 Dh6 32. Tg1 Lc7 33. Te2 f6 34. Lc2 Ld6 35. Ld2 Dh7 36. Db1 Tb8 37. Tf2 g6 38. h4 Df7 39. g4 Dh7 40. Th2 Tf7 41. Ld1 Tg7 42. Thg2 Kf7
43. Le1
Na deze zet komt de stelling helemaal dicht te staan en hoewel wit op het oog groot voordeel heeft, valt er kennelijk geen bres meer te slaan in de zwarte veste. Hendriks probeert het nog lang, zelfs met de originele koningsmars van g1 naar a3, maar hij slaagt er niet in om Swinkels omver te krijgen. Heel sterk is hier 43. g5! omdat zwart na 43…f5 44. Lc3 grote problemen met de pionnen e5 en d6 zal gaan ondervinden. Op bijvoorbeeld 44…Kg8 45. Tb2 Lc7 volgt het al vrijwel winnende 46. d6! Lxd6 47. Txb6 Txb6 48. Dxb6 en wit breekt door.
43…hxg4!
Zwart zag het probleem…
44. fxg4 g5 45. h5 Ke7 46. Tf1 Tf7 47. Kg1 Tff8 48. Ld2 Dg7 49. Le3 Lc7 50. Td2 Kd6 51. Dd3 Ld8 52. Tb2 Lc7 53. Tff2 Dh7 54. Tb1 Dg7 55. Tfb2 Tfc8 56. Df1 Dh6 57. Df3 Dg7 58. Kf1 Dh6 59. Ke1 Dg7 60. Kd2 Dh6 61. Kc3 Dg7 62. Kb3 Dh6 63. Ka3 Dg7 64. Tf2 Ld8 65. Le2 Le7 66. Ld3 Dh8 67. Dg2 De8 68. Tfb2 Ld8 69. Lc2 Dh8 70. Dg1 Lc7 71. Dg3 Ld8 72. Ld2 Lc7 73. Lc3 Tf8 74. Ld3 Ke7 75. Tf1 Ld6 76. Dg1 Lc7 77. Ld2 Kd6 78. Le3 Dg7 79. Tfb1 Tfc8 80. Th2 Dh6 81. Le2 Ld8 82. De1 Lc7 83. Dd2 Ld8 84. Tf2 Le7 85. Tbf1 Tf8 86. Dc3 Tfc8 87. Lf3 Ld8 88. Tb1 Lc7 89. Tfb2 Dh8 90. Dd2 1/2-1/2
Al deze (geanalyseerde) partijen via de viewer:
(De foto’s zijn van René Olthof en Harald Einarsen)
