Aronian bijna zeker van zege
Gisteren vond de voorlaatste ronde plaats in de Sinquefield Cup. De stand bleef ongewijzigd met vijf remises, maar die kwamen niet tot stand zonder strijd. Dit alles onder het toeziende oog van Gary Kasparov die Saint Louis met een bezoekje vereerde.
Deze uitslagen komen Levon Aronian niet slecht uit. Zelf leek hij groot voordeel te hebben in een overbekende stelling tegen Viswanathan Anand. Kasparov knikte goedkeurend omdat hij dezelfde stelling ook tegen Karpov had gehad. Maar Aronian bleek middenin de huisvlijt van de Indiër te zijn gelopen. Hij raakte een pion achter en moesten even vechten voor behoud. Dat deed hij overigens uitstekend door met actief spel alle winstkansen voor zwart in de kiem te smoren.
Er waren twee partijen die erg lang duurden. Dat waren Carlsen-Nakamura en Giri-Caruana. Om met de eerste te beginnen. De wereldkampioen was er na zijn verschrikkelijke nederlaag van gisteren eens flink voor gaan zitten. En inderdaad kwam hij geweldig goed te staan. Als we daaraan toevoegen dat Nakamura tot zijn ‘vaste klanten’ gerekend kan worden, leek het een kwestie van tijd dat hij het punt binnen zou hebben. En daar was hij lange tijd naar op weg. De Noor won twee lopers tegen een toren en een pion en dat gaf hem uitstekende winstperspectieven. Maar die zouden in tact blijven als hij torenruil vermeed en daar vergiste Carlsen zich ineens in. Een ondoordachte loperzet werd gevolgd door de ruil van zijn laatste toren en toen had Nakamura ineens een vesting. Hoewel de witspeler het nog lang probeerde hield de Amerikaan stand. Daarmee lijkt de toernooizege van Aronian onvermijdelijk. Mocht hij onverhoopt verliezen in de laatste ronde tegen Topalov, staan er vier ‘hongerige’ achtervolgers klaar om hem op te slokken.
Dan nu de partij tussen Giri en Caruana. Na een Grünfeld-Indisch, waarin zwart een ongebruikelijke zet had gespeeld, slaagde wit er niet in om enig voordeel te verwerven. Sterker nog: nadat het allemaal wat vervlakt was, raakte onze landgenoot ineens een pion kwijt. In een eindspel van ieder twee torens en een paard creëerde hij tegenspel tegen zwarts achilleshiel, pion f7. En daarmee leek hij het noodlot gekeerd te hebben, maar een nieuwe onnauwkeurigheid bezorgde hem wederom problemen. Het moet gezegd worden dat Giri zich op dat moment van zijn goede kant liet zien. Want hij liet zich in op een variant waarvan Caruana dacht dat het niet kon. Giri bleek beter gerekend te hebben. De partij mondde uit in een toreneindspel van twee tegen een op een vleugel. Dat eindspel leek optisch gezien kansen te bieden voor zwart, maar Giri hield het met speels gemak remise. Daarmee is hij – naast Aronian – de enige speler die nog ongeslagen is.
De stand na 8 ronden:
Analyses
|
|
|
Giri, Anish – Caruana, Fabiano
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5
Giri en Caruana behoren tot de Grünfeld-aanhangers.
4. cxd5 Pxd5 5. e4 Pxc3 6. bxc3 Lg7 7. Le3 c5 8. Tc1 O-O 9. Dd2
9…e5!?
Ooit eerder gespeeld door Grünfeld-Indischspecialist Peter Svidler. Maar dat was in 1991 in zijn partij tegen Dokhoian, toen Svidler nog erg jong was. Anand won er in 2009 mee van Babula.
10. Pf3
Een gezonde ontwikkelingszet, maar het vervlakt vrij snel hierna.
Men kan zich afvragen waarom Giri niet doorschuift. Als hij ook nog c3-c4 mag doen, heeft hij een onaantastbaar sterk centrum. 10. d5 Je zou kunnen denken dat het moet komen van 10…f5 maar dan antwoordt wit met
[Na 10…Dd6 11. c4 f5 12. f3 lijkt wit toch een prettig voordeeltje te hebben.]
[Grünfeldspelers zijn geneigd om dat plan te voorkomen met het pionoffer 10…c4?! maar dat lijkt in deze stelling hoogst discutabel. Na 11. Lxc4 Da5 12. Pf3 Pd7 13. O-O lijkt de compensatie toch wel erg mager.]
11. Lxc5 [Niet 11. f3?! fxe4 12. fxe4? Dh4+! 13. g3 Txf1+! 14. Kxf1 Dxe4 en zwart wint.] 11…Te8 12. Pf3! Pd7 [12…fxe4? 13. Pg5! en wit staat duidelijk beter.] 13. Lb4 a5 14. La3 Pf6 15. exf5 Lxf5 16. d6 en zwart heeft dan wel wat tegenspel, maar wit staat volgens mij beter. In elk geval is dit een vechtstelling die alle kanten op kan gaan.
10…cxd4 11. cxd4 exd4 12. Pxd4 Ld7 13. Lc4 Pc6
Zwart probeert zoveel mogelijk stukken te ruilen, waarmee wits openingsvoordeel als sneeuw voor de zon zou verdwijnen.
14. Pf3 Lg4 15. Dxd8 Taxd8 16. O-O Tfe8
17. Tb1
Na deze zet verwatert het voordeel ook.
Kasparov, die zich bemoeide met de analyses, suggereerde in deze stelling 17. Pg5 om dan na 17…Pe5?! [Daarna werd gevonden dat zwart zich moet verdedigen met 17…Te7! 18. h3 Lc8 19. Lc5 Tc7 en hoewel wit beter staat, lijkt zwart zich te redden.] 18. Lb3! te spelen. Wit heeft dan na 18…h6 het tactische 19. f4 hxg5 20. fxe5 hetgeen hem na 20…Le6 21. Lxg5 Td4 22. Lxe6 fxe6 23. Lf6 in het voordeel brengt.
17…Pa5 18. Ld5
De loper is hier geen lang leven beschoren op dit mooie veld.
18…Le6! 19. Lxe6 Txe6 20. Lxa7 Ta8 21. Ld4 Lxd4 22. Pxd4 Txe4
De muziek lijkt inmiddels al helemaal uit de stelling verdwenen, maar Giri raakt zowaar nog in de problemen.
23. Pf3 Na afloop werd 23. Pb5 als verbetering aangegeven.
23…Te2
Nu is de witte a-pion ineens een doelwit geworden.
24. a4 Te4 25. Tfc1 Txa4 26. h3
Zwart heeft zomaar een pluspion en nu zouden veel spelers in paniek raken en de partij achter elkaar verliezen. Giri heeft wat dat betreft een goede wedstrijdmentaliteit. Hij recht gewoon de rug en maakt het zijn tegenstander vanaf nu zo moeilijk mogelijk.
26…Te8 27. Tc7 h6 28. Tb5 Te2
Nu gaat zelfs ook f2 van het bord, maar Giri blijft stoïcijns.
29. Pe5! Ta1+ 30. Kh2 Txf2 31. Pg4
Dankzij dit grapje wint wit in elk geval een pion terug.
31…Tff1 32. Pxh6+ Kg7 33. Pg4 Th1+ 34. Kg3 Thb1
Wit moet nu oppassen. Na de ruil van een toren zou hij op dit moment problemen gaan krijgen. Giri moet alle stukken op het bord houden om zelf aan een tegenaanval te beginnen. Als zwart de aanval op g2 inzet, heeft wit na 34…Ta3+ 35. Kf2 Ta2+ 36. Kg3 Tg1 37. Pe3 bij de hand en heeft hij niets te vrezen.
35. Td5 Td1 36. Tb5 Td6 37. Pe5 Tf6
Zwart heeft nu zijn zwakke punt f7 dekking gegeven, maar daarmee kan hij zelf ook niet al te veel ondernemen.
38. Tc3?!
Een lelijke onnauwkeurigheid waardoor wit wederom flink op zijn tellen moet passen. Aangewezen was 38. Pg4 zodat hij de druk tegen f7 in tact houdt. Na 38…Tff1 39. Td5 kan hij zelfs met Tdd7 de druk verder opvoeren.
38…Tf5!
Een onaangename penning.
39. Tcc5
Nu staan wits stukken plotseling wat vreemd opgesteld.
39…b6?!
Gelukkig speelt Caruana het ook niet optimaal. Met 39…Ta3+! had wit nog een zware pijp te roken gekregen. 40. Kh2 want nu kan zwart afwikkelen met het gepointeerde 40…Tb3! 41. Txa5 b6 42. Tcb5 bxa5 43. Txb3 Txe5 En dit toreneindspel met pluspion lijkt mij heel lastig voor wit.
40. Txb6!
Dat heeft Giri knap gezien. Vermoedelijk dacht zijn tegenstander dat dit niet ging.
40…Tg5+ 41. Kf2 Ook 41. Kh2 lijkt te kunnen voor wit. Dan moet hij wel na 41…Ta2 42. Kh1 Tgxg2 43. Txa5! vinden.
41…Ta2+ 42. Kf1
Ietwat gevaarlijk. De algemene verwachting was dat wit zou verder gaan met 42. Kf3! om na 42…Tgxg2 43. Tbb5! te spelen. Het paard op a5 is ingesloten!
42…Tgxg2 43. Txa5!?
Dit was Giri’s idee.
43…Txa5 44. Kxg2 Txe5
45. h4!
Het is algemeen bekend dat dit type stelling remise is. Maar je moet het ook remise maken in een praktische partij. En dat is niet helemaal vanzelfsprekend.
45…Te6 46. Tb7 Kf6 47. Ta7 Te3 48. Ta5 Te5 49. Ta7 Te4 50. Kg3 Ke6 51. Ta5 f6 52. Ta6+ Kf5 53. Ta5+ Te5 54. Ta3 Td5 55. Tf3+ Ke6 56. Te3+ Te5 57. Ta3 Te4 58. Ta6+ Kf5 59. Ta5+ Te5 60. Ta3 Td5 61. Tf3+ Ke6 62. Te3+ Kf7
Zwart kan duidelijk geen vorderingen maken.
63. Ta3 Td4 64. Ta6 Ke7 65. Ta3 Ke6 66. Te3+ Kf5 67. Tf3+ Ke5 68. Te3+ Te4 69. Ta3
En Caruana zag het zinloze van verdere pogingen ook in.
1/2-1/2
Carlsen’s ‘vaste klant’ Nakamura is opnieuw in een onderlinge partij zwaar in de problemen gekomen. Zeker na
27. Lc6!
voert wit de druk op. Materieel gezien is het nog gelijk, maar de zwarte damevleugelpionnen zijn zwak en vooral de loper op a4 staat volkomen buitenspel.
27…Tb8 28. d5 Tfd8 29. Kd3
Carlsen versterkt eerst zijn stelling. Ook in aanmerking kwam 29. La7 om na 29…Tbc8 30. Lb6 te spelen met pionwinst.
29…Lf8 30. Ld4 f6 31. Ke4 Ld6
32. c4
Dit zat er al een tijdje aan te komen.
32…Lb4 33. La7
Wit gaat voor de materiaalwinst.
33…f5+ 34. Kf3 Tbc8
Zwart heeft niet beter. Wit kan nu afwikkelen naar een eindspel waarin hij twee lopers tegen een toren krijgt.
35. cxb5 Lxb5
Gedwongen.
36. Lxb5 Lc3
37. Tab1 Zelf dacht ik aan 37. Tba2 om pion a5 meteen buit te maken. Een mogelijk vervolg is dan 37…Lxa1 38. Txa1 Txd5 39. Txa5 maar omdat alle pionnen op de damevleugel zijn opgeruimd zal het nog een hele klus worden om het voordeel van twee lopers tegen een toren om te buigen in winst. Voorlopig zit wit in een vervelende penning en het is niet duidelijk hoe hij daar zonder torenruil uit kan ontsnappen.
37…Lxb2 38. Txb2 Txd5
39. Le3?
Als wit winstkansen wil behouden, dient hij koste wat het kost torenruil te vermijden. Dat kan nu niet en daarmee ontsnapt Nakamura aan de zoveelste nul tegen zijn ‘Angstgegner’. De juiste zet is natuurlijk 39. La4! met de dreiging Lb3. De witte toren kan dan onmiddellijk via de zevende (of achtste) rij binnenkomen. Wit heeft hier pion a5 in leven gelaten maar zijn stukken staat actiever dan in de vorige variant. Een mogelijk vervolg: 39…Kh8 40. Le3 h6 41. Tb7 en wit kan zijn best gaan doen om zijn loperpaar te gaan benutten. Ook hier is niet zeker of het gewonnen is voor wit, maar het is in elk geval bijzonder onaangenaam om dit eindspel te moeten verdedigen met zwart.
39…Tb8! 40. Lc4 Txb2 41. Lxd5+ Kh8 42. Ld4 Tb1 43. Ke2 a4
Even lijkt het erop dat wit zelfs in de problemen is vanwege zwarts a-pion. Maar dat blijkt mee te vallen.
44. g3 a3 45. Kd2 h5 46. h4 Kh7 47. Lc4 Waarom niet 47. Kc2 ?
47…g6 48. Kc2
48…Te1
Nakamura maakt het zichzelf nog een beetje lastig. Hij kon ook gewoon de toren op de b-lijn houden. De witte koning kan dan niet naderbij komen. Ook niet na 48…Tb8 49. Lb3 Tb5 50. Le3 Tb8 51. Lc1 Tc8+ 52. Kb1 Tc3 En opnieuw is er geen winst voor handen: 53. Le6 Tc6
49. Le3
Als Carlsen gedacht heeft dat hij hiermee zwarts … f4 had verhinderd, kwam hij nu bedrogen uit.
49…f4! 50. Lxf4 a2
Nakamura ruilt zijn a-pion voor wits f-pion.
51. Lxa2 Te2+ 52. Kb3 Txf2
Op het eerste gezicht lijkt het alsof wit nu heeft gekregen wat hem voor ogen stond. Met drie tegen drie pionnen zouden zijn winstkansen aanzienlijk groter zien, maar Nakamura heeft goed ingeschat dat wit hier niet verder kan komen.
53. Lb1 Te2 54. Kc4 Kg7 55. Kd5 Te1 56. Lc2 Te2 57. Ld3 Te1 58. Le4 Td1+ 59. Ke5
Het gaat erom dat de witte koning niet mag binnenkomen op veld f6, want dan zou de stelling verloren zijn voor zwart. Dat probeert de wereldkampioen natuurlijk nog lange tijd voor elkaar te krijgen, maar de Amerikaan geeft geen krimp.
59…Te1 60. Ld2 Te2 61. Lc3 Kh6 62. Lb4 Tf2 63. Lc5 Tf1 64. Lb4 Tf2 65. Le7 Tf1 66. Lf6 Tg1 67. Lg5+ Kg7 68. Lf4 Te1 69. Kd5 Td1+ 70. Ke6 Te1 71. Ke5 Te2 72. Kd5 Te1 73. Ld3 Kh7 74. Kd4 Kg7 75. Le3 Ta1 76. Ke4 Ta4+ 77. Kf3 Ta3 78. Lb5 Tb3 79. Le8 Tb1 80. Lc6 Tb4 81. Ld2 Tb6 82. Lc3+ Kh6 83. Ld5 Tb1 84. Kf4 Tf1+ 85. Ke5 Tg1 86. Ld2+ Kg7 87. Lf4 Te1+ 88. Kd6 Kf6 89. Lf3 Kf5 90. Kd5 Tf1 91. Le4+ Kg4 92. Lxg6 Txf4 93. gxf4 Kxf4 94. Lxh5 Kg3 95. Ld1 Kxh4 1/2-1/2
(De foto’s zijn gemaakt van snapshots van de live-uitzending)
Aan Kasparov werd gevraagd wat hij vond van de schaker Giri:
Een solide speler – die zeker in de top-10 thuishoort. Hij is ook een
voorzichtige speler, maar niet ambitieus genoeg. Om vanuit de top-10 in de top-2 te komen, is een grote sprong nodig. Voor Giri betekent dat vooral dat hij veel ambitieuzer moet worden.
(Vrij vertaald uit mijn herinnering).
Ik heb het interview nog even beluisterd en ik geloof dat je zijn mening over Giri prima verwoord hebt. Zelf denk ik dat Giri graag controle over de stelling wil houden. Dat weerhoudt hem er misschien van om (teveel) risico’s te nemen. Dat is min of meer ook het geval geweest met Leko die ooit wereldkampioensaspiraties had. Topalov zei ooit in een interview dat hij een van de weinige topspelers was die niet bang was om te verliezen. Dat bracht hem ook op de eerste plaats van de wereldranglijst. Giri is nog jong, wellicht dat hij zijn attitude nog kan veranderen. Als we de laatste jaren naar Carlsen kijken, dan zien we dat hij ook vrij solide speelt. Toch heeft hij kennelijk iets extra, waardoor hij veel meer wint dan Giri. Hij ’tovert’ soms iets uit de stelling dat de tegenstander niet heeft zien aankomen. Daarbij leunt hij op zijn fantastische eindspeltechniek. De laatste tijd lijkt deze mentaliteit zich tegen hem te keren, want nu verliest hij stellingen die hij anders nooit zou hebben verloren.
Giri is inderdaad nog jong genoeg en misschien past de huidige strategie in het grote plan op wereldkampioen te worden. Opvallend is dat hij zowel in Noorwegen als nu bij Sinquefield ongeslagen is. Hierdoor kruipt hij langzaam naar de Elo-top.
Mocht het Giri ooit lukken om wereldkampioen te worden, dan denk ik dat hij daarna ook moeilijk weer van die troon afgestoten kan worden, omdat het blijkbaar zeer moeilijk is van hem te winnen – zelfs de beste schakers ter wereld lukt dat al een tijdje niet meer. Echter, om nu wereldkampioen te worden, zal hij eerst het kandidatentoernooi moeten winnen. En dat zie ik nog niet gebeuren.
Honderd jaar geleden had Giri, gewapend met een zak geld, de wereldkampioen kunnen uitdagen voor een match op de hoogste titel. Tegen Carlsen zou hij dan een goede kans hebben gehad, denk ik.
Mooi verslag weer.
Giri speelt veel remises, maar zijn verliespartijen nemen wel aanzienlijk af tegen 2700 spelers. Winnen is lastig, maar is sowieso lastig in de top, waar zoveel sterke spelers zijn en de vorm van de dag meespeelt voor winst of verlies. In dit toernooi kan Giri zeker tot de toppers gerekend worden. Alle spelers inclusief de voormalige Wereldkampioenen kregen Giri niet omver, sterker Giri had regelmatig een kleine plus. Ook zijn concurrent Grischuk heeft hij op zijn plaats gezet. Deze laatste ronde tegen Maxim, waar hij op de een of andere manier vaak moeite mee heeft, gaat hopelijk ditmaal onderuit. De bijna 2800 honderd heeft Giri dubbel en dwars verdiend, althans mijn mening.
Goed zo’n instructief verslag. Ik volgde de partij Carlsen-Nakamura tussen de 30e en 40e zet en begreep niet goed waarom de engines opeens een vrijwel gelijke stand aangaven. Nu is het duidelijk: het was de torenruil.
Om het kandidatentoernooi te winnen moet je een duidelijke plus-score hebben. Dat is misschien nog wat teveel gevraagd van Giri. Maar elke winnaar van dat toernooi heeft een kans om van Carlsen te winnen, nu die momenten van onoplettendheid heeft of zoals hij zelf na de partij tegen Nakamura zei: van verstandsverbijstering.
Inmiddels heb ik ook het interview met Kasparov over Giri beluisterd. Hij geeft aan dat Giri in zijn partijen niet teveel van de stelling vraagt en zijn objectiviteit behoudt. Giri is dus solide, maar toont nog te weinig ambitie om bij de top twee te komen. Als toekomstige uitdager noemt Kasparov uitdrukkelijk Caruana en hij zegt dat dat zeker een interessante match zal worden.
Zul je straks zien dat niet Giri, maar Van Foreest de volgende Nederlandse wereldkampioen wordt
Ze zijn met zijn tweeën, dus dan heb je al meer kans. En verder speelt Jorden lekker avontuurlijk. Hij gaat nog wel eens het schip in, maar nu al een tweede grootmeester-resultaat is natuurlijk fantastisch