Ditmaal blundert Svidler!

Net als gisteren werd er een absurde partij gespeeld in de finale van de Fide wereldbeker. Peter Svidler, die met 2-0 voorstaat en dus genoeg had aan een half puntje in deze tweekamp over vier partijen, liet een verschrikkelijke blunder uit zijn vingers komen. In een stelling waarin Sergey Karjakin op buigen of barsten moest spelen, stond Svidler nagenoeg gewonnen.

Maar nadat hij zich eerst de kaas van het brood had laten eten, permitteerde hij zich een afschuwelijke fout. Hij had kennelijk een soort ‘röntgenwerking’ van de zwarte dame op h4 naar e1 overzien en dat noopte hem tot opgave. Wat zal hij zich voor zijn hoofd hebben geslagen!

Nu zal hij morgen nog flink aan de bak moeten, tegen een Karjakin die eigenlijk al in de touwen hing, maar nu met frisse moed de laatste partij uit deze korte tweekamp zal ingaan. Mocht Karjakin inderdaad winnen, dan wordt er maandag een barrage met versneld tempo gespeeld. Het is de vraag of Svidler – die eigenlijk gedacht zal hebben dat hij er al was na zijn onverwachte zege in de tweede partij – zich dan genoeg kan opladen. Zover is het echter nog lang niet. Eerst de partij van zondag maar even afwachten om te zien of Karjakin met wit hem inderdaad het leven zuur kan maken.

ANALYSE

Svidler – Karkjakin (derde partij)

Svidler, Peter – Karjakin, Sergey

1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Dxd4

Svidler heeft klaarblijkelijk geen zin in hoofdvarianten.

4…a6 5. c4 Pc6 6. De3

Deze zet is in onze moderne tijd vaker gespeeld, onder anderen door Carlsen. Wit behoudt zich de extra optie voor om zijn dameloper via d2 te ontwikkelen. Het nadeel van de zet is wel dat de dame iets kwetsbaarder staat. De oude varianten gingen verder met 6. Dd2 waarna de loper op c1 in elk geval op b2 ontwikkeld moet worden.

6…Pf6 6…g6 is ook een mogelijkheid.

7. h3

Dit tijdverlies moet wit wel op de koop toenemen. Hoewel niet duidelijk is waarom dat zo snel nodig is. Na 7. Pc3 kan zwart niet meteen profiteren van de wat vreemd staande dame op e3.

7…g6 8. Pc3 Lg7 9. Le2 Pd7 10. Tb1

Een nieuwtje in een stelling die toch al niet zo vaak op het bord was verschenen. 10. b3 Db6 11. Dd2 Da5 12. Lb2 Pc5 was nog bekend uit een partij Nemeth-Dvimyy, 2013. Daarin speelde wit 13. Tb1 vandaar dat Svidler wellicht dacht dat hij die zet ook meteen kon doen.

10…Pde5 11. O-O O-O 12. Td1 Pxf3+ 13. Lxf3

13…f5

Dit is de manier waarop zwart zijn spel wenst te ontplooien. Het grote nadeel van deze actie kan zijn dat zwart straks met drie groepjes pionnen komt te zitten, wit met twee. Dat kan in theoretische zin gunstig zijn voor wit, maar zo makkelijk is dat allemaal niet. Zwart krijgt spel over de f-lijn en zijn pionnencentrum kan zowel zwak als sterk worden. Bekend is overigens wel dat in eindspelen met louter zware stukken, zwart in dergelijke stellingen in de verdrukking kan komen. Zover is het nog lang niet en omdat de witte stukken op niet ideale velden staan, ontspint zich nu een interessant middenspelgevecht.

14. exf5 Lxf5 15. Le4 Dd7 16. Pd5 De6 17. Lxf5 Dxf5 18. Ld2

Eindelijk heeft wit al zijn stukken ontwikkeld; zwart lijkt inmiddels comfortabel spel te hebben.

18…Tae8 19. Lc3

Svidler doet flink zijn best om van de lichte stukken af te geraken.

19…e6 20. Pb6

Zijn paard moet evenwel naar een minder ideaal veld. Daar staat tegenover dat zwart zijn pionnen in het centrum heeft gecompromitteerd.

20…d5

Karjakin houdt van actief spel en omdat hij in een ‘must-win’-situatie zit, zal hij niet rouwig zijn geweest over deze ontwikkelingen.

21. Lxg7 Kxg7

22. Dc5

De beste zet. Wit handhaaft de spanning tussen de pionnen c4 en d5.

Na 22. cxd5 exd5 23. Dd2 [Hier zou 23. Dd3?? een vreselijke blunder zijn: 23…Te1+! en wit verliest materiaal. 24. Kh2 (24. Txe1 Dxd3) 24…Dxd3 25. Txd3 Txb1] 23…d4 heeft zwart weliswaar drie groepjes, maar de geïsoleerde pion op d4 is met de zware stukken domweg een sterke vrijpion geworden. De zwarte stelling verdient hier dan ook de voorkeur.

22…Tf6

Een wat raadselachtige zet, maar het idee erachter bevat heel wat gif. Zwart kan mogelijk ooit tripleren over de f-lijn en hoewel er nog wat tussen staat, krijgt de toren vanaf dit veld een oogje op Pb6. Dat paard gaat soms ineens hangen.

Nu zou zwart een mooi veld kwijt raken op de e-lijn, terwijl ook de dames zouden worden geruild. Na 22…d4 23. Dxf5 Txf5 24. Te1 [Ook 24. b4 e5 25. f3! lijkt me een tikje beter voor wit.] 24…e5 25. f3 gaat mijn voorkeur uit naar wit.

23. b4

Vooralsnog toont Svidler zich niet onder de indruk. We kunnen ons uiteraard afvragen of wit niet een pion kan winnen op d5. Na 23. cxd5 exd5 24. Pxd5 volgt heel lastig voor wit [24. Dxd5?? Dxf2+ 25. Kh1 Dxb6] 24…Te2 met problemen.

23…Pe5 24. cxd5

Het werd toch eens tijd. Wit moet wel pion f2 geven.

24…Pd3 25. De3

25…Pxf2?!

Hij gaat op de goktoer. Hij moet ook wel gezien de stand in de tweekamp. Hier leidt 25…Dxf2+ 26. Dxf2 Pxf2 27. Tdc1 Pe4 tot een totaal gelijk eindspel, dus daar had Karjakin uiteraard geen zin in.

26. Tf1!

De penning is uiterst onaangenaam.

26…De4?!

Maar na deze zet wordt het erger. Zwart raakt steeds meer in de problemen.

27. Tbe1

Hiermee mist Svidler gek genoeg al een grote kans op voordeel.

Gek genoeg had hij misschien de andere toren moeten nemen. Na 27. Tfe1! exd5 [Na 27…Dh4 28. Te2 het paard op f2 ook de mist in gaan.] 28. Dxf2! Txf2 29. Txe4 blijft zwart gewoon teveel materiaal achter.

27…exd5?

Een blunder die zwart de kop had moeten kosten. Objectief de enige zet is 27…Tef8 maar dan heeft wit na 28. Dxe4 Pxe4 29. Txf6 Pxf6 30. Txe6 een comfortabele pluspion in een eindspel, waarin hij alleen genoeg heeft aan remise.

28. Txf2?

Svidler mist een grote kans op de winst, laat staan de remise die hij nog nodig had. Met 28. Dc3! had wit domweg materiaal gewonnen. Na 28…Dd3 29. Dxd3 Pxd3 30. Txe8 heeft zwart geluk dat er nog een wit paard hangt met 30…Txb6 maar na 31. a3 is het eindspel voor zwart kansloos, ondanks de pion extra die hij nog heeft voor de kwaliteit.

28…Dh4!

Zwarts enige kans en meteen een goede!

29. Dd2??

Een onvoorstelbare blunder van Svidler. Zou het de spanning zijn, vermoeidheid? Of waren er andere factoren in het spel? Feit is dat een blunder van dit kaliber niet zo vaak op dit niveau begaan wordt. Wit moet zich inlaten op 29. Dxe8 Dxf2+ 30. Kh2 Dxb6 om dan met 31. Te7+ Kh6 32. Td7 tot de ontdekking te komen dat het eindspel met een pion minder makkelijk remise te houden is.

29…Txf2

Tja, dan is die niet zo moeilijk meer.

30. Dc3+

Nog een aardige poging, want zwart heeft nu maar één goede zet. Na het terugnemen op f2, gaat wit te gronde aan een ‘röntgendekking’ (van Dh4 naar Te1). 30. Dxf2 Txe1+

30…d4!

Niet zo moeilijk, maar wel noodzakelijk!

  • Uiteraard wint wit alsnog na 30…Kh6? 31. Txe8
  • Evenals na 30…Kf7? 31. Dc7+ Te7 32. Dxe7+ Dxe7 33. Txe7+ Kxe7 34. Kxf2
  • Of zou de zwartspeler zelf het slachtoffer van een röntgendekking kunnen worden na 30…Kf8?? 31. Dh8+ Kf7 32. Dxe8+
  • Wit gaf het op omdat hij inzag dat na 30…d4 31. Dc7+ beantwoord wordt met het sterke 31…Tf7 en daarmee krijgt hij zijn materiaal niet meer terug.

0-1

(De foto’s zijn gemaakt uit snapshots van de livestream uit het toernooi)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

3 Reacties

  1. Avatar
    MvanLeeuwen 05 oktober 2015

    Inderdaad, bedankt!

    Wat een service, binnen 7 minuten opgelost!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.