Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 9: Siegbert Tarrasch

 

Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen. Dit is het negende artikel dat gaat over de een belangrijke speler aan het begin van 1900, Siegbert Tarrasch.

 

Een speler die een belangrijke invloed heeft gehad op de hedendaagse schaakstrategie was Siegbert Tarrasch (1862 – 1934). Tarrasch mag samen met wereldkampioen Lasker gezien worden als een van de grondleggers van het in de praktijk brengen van de leer van Steinitz.

 

 

Daar waar Lasker de ideeën van Steinitz succesvol wist toe te passen in zijn eigen partijen, slaagde Tarrasch erin om de principes van de oude leermeester in een soort wetenschappelijk model te gieten. Een en ander is terug te vinden in zijn leerboeken Dreihundert Schachpartien en Die moderne Schachpartie die respectievelijk in 1895 en 1912 verschenen. Om te laten zien dat zijn systeem ook in de praktische partij werkte, liet Tarrasch zich veelvuldig zien in de internationale arena. Hij won vele grote toernooien, waarvan Wenen 1898 waarschijnlijk de mooiste zege uit zijn loopbaan was. Onder de 19 deelnemers die deelnamen aan dit toernooi, dat maar liefst 36 ronden duurde, ontbrak alleen Lasker. Tarrasch eindigde bovenaan met de Amerikaan Pillsbury maar hij won de beslissingsmatch. Op zijn dogmatische benadering van het schaakspel kreeg Tarrasch veel kritiek.

Niettemin is een aantal door hem geformuleerde wetmatigheden, zoals “de toren hoort achter de vrijpion” tot op de dag van vandaag gemeengoed. De naam Tarrasch is ook verankerd in een variant van het Damegambiet, dat nog altijd zijn naam draagt. Een speelwijze met wit tegen het Frans (1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pd2) draagt ook zijn naam. Hieronder twee karakteristieke partijen van Tarrasch, waarin hij actief stukkenspel etaleert.

 

De partijen via de viewer:

 

Spielmann, Rudolf – Tarrasch, Siegbert

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. O-O Pxe4

Het open Spaans past precies bij de smaak van Tarrasch. Hij sloeg actief stukkenspel hoger aan dan een gezonde pionformatie.

6. d4 b5 7. Lb3 d5

 

8. a4 Tegenwoordig speelt men hier uitsluitend 8. dxe5

8…Pxd4 9. Pxd4 exd4 10. Pc3

Een grappig zetje.

10…Pxc3

Op 10…dxc3 volgt 11. Lxd5

11. bxc3 c5 12. axb5 Le7 13. Df3 Le6 14. Txa6 O-O 15. cxd4 c4 16. La2

Deze witte loper staat nu voor een groot gedeelte van de partij op non-actief.

16…Txa6 17. bxa6 Da5 18. Lb1

18…c3!

Zo graaft zwart de witte loper definitief in.

19. Dg3 Tc8 20. f4?!

Een lelijke positionele fout. Wit geeft veld e4 weg.

20…Lf5 21. Te1 Lf6 22. Kh1 h6 23. h3 Tb8 24. Le3 Dxa6 25. Td1 Da1 26. De1 Le4 27. Kh2 Le7 28. Df1 f5

Zo bant zwart alle tegenspel uit.

29. Te1

 

“Niets is zo moeilijk als het winnen van een gewonnen stelling”, is een beroemde uitspraak van Tarrasch. Hij kwijt zich in deze stelling uitstekend van zijn taak.

29…Lh4 30. g3 Le7 31. Lf2 Ld6 32. Tc1 Kh7 33. Te1 Tb6 34. Tc1 La3 35. Te1 Db2 36. De2 Tb4 37. Tg1 Tb6 38. Te1

38…Db5!

Na dameruil stort de verdediging in elkaar (punt c2 valt niet meer te dekken), maar nu volgt een mooie slotcombinatie.

39. Dh5 Dxb1 40. Txb1 Txb1 41. g4

 

Ook na 41. Lg1 gaat het mis: 41…Tb2

41…Lc1!

41…Lc1! Na deze prachtige zet gaf wit het op. Zwart wint zowel na 42. Lg3 Le3 als na 42. Le1 Lxf4+ 43. Kg1 Txe1+ 44. Kf2 Tc1 en na [als na 42. Kg3 g6 43. Dh4 g5 44. fxg5 Lxg5 45. Dh5 f4+ 46. Kh2 Th1#.

0-1

 

Tarrasch, Siegbert – Alapin, Simon

1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 dxe4 4. Pxe4 Ld7

Wordt tegenwoordig ook af en toe gespeeld.

5. Pf3 Lc6 6. Ld3

 

6…Pf6?!

Tegenwoordig weet men dat 6…Pd7 wat beter is.

7. Pg3

Mogelijk is ook 7. Pxf6+ waarop zwart met 7…gxf6 moet antwoorden. [Een mooie valstrik lijkt 7…Dxf6? maar na 8. Lg5 Lxf3  (zie analysediagram)

9. Dd2! is de trucer getruct!] 8. O-O en de g-lijn biedt compensatie voor de dubbelpion.

7…h5!?

Zwart ontwikkelt niet, hij gaat voor een vroegtijdig aanval.

8. De2 h4 9. Pe4 h3 10. g3 Dd5
Relatief beter is 10…Lxe4 dat na 11. Lxe4 Pxe4 12. Dxe4 Dd5 tot ongeveer gelijkspel zou leiden.

11. c4 Dh5?

 

Beter was 11…Lb4+ hoewel wit na 12. Kf1 ook erg goede kansen blijft behouden.

12. d5!

Nu gooit wit de tent open in het centrum.

12…Ld7?

 

Na deze terugtocht gaat het hard. Tarrasch heeft een zeer venijnig zetje achter de hand. Ook nu zou 12…Lb4+ zwart niet echt kunnen redden, maar hij heeft wel veld f8 voor zijn koning erbij gekregen.

13. g4!! Pxg4 Ook 13…Dxg4 14. Tg1 Dh5 15. Tg5 Dh6 16. Te5 kost zwart de dame.

14. Pg3

De zwarte dame is plotseling het kind van de rekening.

14…Lb4+ 15. Kf1 Pxh2+ 16. Txh2 Dg4

 

17. Lf5!

En ook zit de zwarte dame in de knip.

1-0

 

(Geraadpleegde bron o.a. “Geschiedenis van het schaakspel” door Silbermann/Unzicker). Deze serie is lange tijd geleden verschenen in het Eindhovens Dagblad. Inmiddels zijn deze artikelen aangepast, verder uitgebreid en van opgavenmateriaal voorzien.

(Afbeeldingen bron onbekend)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

1 Reactie

  1. Avatar
    Patrick 28 mei 2016

    Toch wel mijn favoriete schaker aller tijden. Ik heb de duitstalige versie van 300 schaakpartijen en dit is mijn beste schaakboek dat ik ooit gekocht heb. De partijen gaan maar tot en met zijn match met chigorin in 1893.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.