Belevenissen van een arbiter: OKU 2017

Begin juni wordt altijd een van de langst lopende weekendtoernooien van Nederland gehouden: het Open Kampioenschap van Utrecht, beter bekend als het OKU. De huidige speellocatie, het Utrechts Stedelijk Gymnasium, zorgt mede voor de ongedwongen sfeer die er altijd heerst en het weer werkt daar ook vrijwel altijd aan mee zodat tussen de partijen door op aangename wijze buiten een luchtje geschept kan worden. Op de borden wordt op elk niveau uiteraard op het scherpst van de snede gestreden om de vele prijzen en prijsjes die er bij dit toernooi te winnen zijn en dat leidde dit jaar tot twee gevallen die vooral bij de betrokkenen flink wat ophef veroorzaakten.

Natuurlijk heb je altijd wat kleine dingen. Spelers die bij de start niet op komen draven. Een daarvan bleek zich dat weekend ook voor een ander toernooi ingeschreven te hebben en hij koos voor het Open NK Lightning Chess in het Willem ll-stadion in Tilburg. Zou hij thuis vooraf kop of munt gegooid hebben? Een claim voor een onreglementaire zet kwam ook voorbij maar die speler had nog niet de klok ingedrukt dus was die zet nog niet voltooid. Dan kan je hem dus straffeloos corrigeren en de tegenstander krijgt geen twee minuten! Een klacht over een te veel pratende speler tegen een bekende als hij niet achter zijn bord zit, ook dit was makkelijk op te lossen. Maar die zaterdagmiddag zat het voor de wedstrijdleiding niet helemaal mee:

(foto: Edith van Putten)

In de top van de C-groep blijft er na het begin van de derde ronde een plek leeg aan een livebord door een miscommunicatie bij het verwerken van een bye. Geen nood, die plek kan makkelijk ingevuld worden door een andere speler uit die groep. Het verschil in punten is wel wat ruim maar het moet net kunnen. Iedereen kan dan tenminste spelen. De man van middelbare leeftijd met een moeilijk uit te spreken naam neemt plaats en na het schudden van de handen gaat de partij beginnen. Na een half uur komt er wat rumoer uit die hoek en de jonge tegenstander van die man komt naar ons toe met een klacht: hij noteert zijn zetten niet! Dat kan natuurlijk niet en een van mijn collega’s gaat er op af. De reden blijkt te zijn dat er op een livebord geen coördinaten staan en hij daardoor niet de velden weet te benoemen. Na overleg zijn wij, de arbiters, het snel met elkaar eens. We halen tien minuten van zijn tijd af en ontslaan hem verder van notatieplicht. Als mijn collega hem dat vertelt, is hij het er helemaal niet mee eens en luidruchtig begint hij te protesteren. Uiteraard blijven wij bij ons besluit en dat doet hem bijna in woede ontsteken. Een clubgenoot van hem moet er aan te pas komen om hem een beetje tot bedaren te brengen. Het slot van het liedje is dat hij weigert verder te spelen, gelijk naar huis gaat en zich terugtrekt uit het toernooi. Jammer, want het was toch een mooie, simpele oplossing. Tegen inlevering van tien minuten hoefde hij niet meer de zetten op te schrijven en om de hoeveelheid tijd die hij nog over had, hoefde hij zich niet druk te maken. De partij was in dat half uur al zover gevorderd dat je zo kon zien dat ze nooit en te nimmer de volledig beschikbare tijd zouden gebruiken!

Tegen het einde van de ronde op die zaterdagmiddag wordt mijn collega bij een livebord in de top van groep A geroepen. Daar zit de na lange tijd in de arena teruggekeerde Roel Donker tegen de ons allen welbekende GM Zhaoqin Peng. Beiden noteren al even niet meer. Donker claimt bij de arbiter remise voor drie keer dezelfde stelling. Mijn collega aarzelt even, wat nu te doen? Dan wordt hij lichtelijk van zijn stuk gebracht door een uitroep van Peng: “Als je niet meer noteert kan je ook niet claimen!” Is dat zo? Hij besluit om even te overleggen maar laat de partij ondertussen verder gaan. Het schijnt dat sommigen van mening zijn dat de computer niet geraadpleegd mag worden voor dit soort zaken. In mijn optiek kan dit wel en na het bekijken van de zetten van de partij zien we dat de claim van Donker terecht is. We lopen naar het bord om dit te gaan vertellen maar daar aangekomen zien we dat de partij net afgelopen is omdat Roel Donker door zijn vlag is gegaan! Toch willen we als wedstrijdleiding de uitslag op remise houden vanwege die toch terechte claim. Peng is het daar totaal niet mee eens en na enige discussie wordt de zaak voorgelegd aan de beroepscommissie. Bijkomende details: Donker noemde de zet die hij wilde gaan spelen maar vergat hem op te schrijven. Wij zagen overigens op de computer dat de stelling op het moment van claimen al drie keer was voorgekomen. De notatieformulieren waren wel al net ondertekend maar daar zou je artikel 8.7 van het FIDE-reglement op toe kunnen passen: ‘Als de uitslag op het notatieformulier incorrect is, blijft de uitslag gehandhaafd tenzij de arbiter anders beslist.’ Het is een lastige zaak waarvoor van beide kanten wat te zeggen valt en de vraag is dan ook welke punten de commissie het zwaarst zal laten wegen. Ze besluiten uiteindelijk na grondig overleg aan Peng de overwinning toe te kennen. Roel Donker is daar zeer teleurgesteld over en hij is daar zo door aangeslagen dat ook hij zich voor de rest van het toernooi terugtrekt omdat hij weet dat tijdens de resterende partijen zijn concentratie niet optimaal zal zijn omdat dit voorval door zijn hoofd zal blijven spoken.

Tijdens de prijsuitreiking op zondag zit ik redelijk achteraf op een stoel naast een tafel de verdeling van de prijzen gade te slaan. Als het grootste gedeelte daarvan achter de rug is, staat er opeens een jongen naast mij. Het is een toppertje uit de C-groep, hij tikt op mijn schouder en vraagt: “Moeten de snelste rondewinnaars nog een keer naar voren toe komen straks, hoorde ik dat nu goed?” Ik kijk even bedachtzaam en geef dan antwoord: “Nee joh, alleen die van de laatste ronde moet nog naar voren komen, want we weten niet meer wie dat was omdat het blaadje zoek is waar zijn naam op staat!” Argwanend kijkt hij mij aan, tenslotte zegt hij: “Ik ga het toch nog even aan een ander vragen!” En hij loopt naar de tafel van de wedstrijdleiding waarnaast een ander lid van de organisatie plaats heeft genomen om de prijsuitreiking te volgen. Waarom zou hij mij niet geloven? Ik zie hen even smoezen, dan draait de jongen zich resoluut om en wandelt op gepaste afstand langs mij heen richting de uitgang, mij geen blik meer waardig keurend. Het voelt alsof sommigen alle vertrouwen in de wedstrijdleiding verloren hebben. Lang zit ik daar niet mee. Ik denk alweer vooruit: volgend jaar het 45e OKU!

 

 

 

 

14 Reacties

  1. Avatar
    Jaap Amesz 04 november 2017

    “Donker noemde de zet die hij wilde gaan spelen maar vergat hem op te schrijven.”

    Het is toch aan de arbiter om tegen Donker te zeggen dat hij de zet op moet schrijven? Dan is het wel matig dat de beroepscommissie dit tegen Donker gebruikt.

     

    • Avatar
      M H 05 november 2017

      Het is aan de speler om het goed te doen, dat is niet de verantwoordelijkheid van de arbiter. Maar ik neem aan dat bijna elke arbiter wel zal proberen in voorkomende gevallen te wijzen op de juiste manier. Dat is gewoon “service van de zaak” als het gebeurt, geen verplichting.

      • Avatar
        Pipo Koeien 05 november 2017

        Ik vind het zeer vreemd dat de arbiter de partij door laat spelen terwijl hij intussen de reglementen erbij zoekt. Mij lijkt het correct om de partij stil te leggen totdat e.e.a. is uitgezocht.

        Ik had trouwens zelf ook wat vreemds tijdens het OKU. Ik speelde een zet en nog voordat ik mijn klok had ingedrukt deed mijn tegenstander zijn zet. Nadat ik nog een zet speelde, drukte mijn tegenstander – terwijl hij dus aan zet was – plotseling de klok in. Zijn redenering: anders mis ik mijn increment. De geraadpleegde arbiter gaf hem gelijk en het had verder geen invloed op de uitslag van de partij, maar blijkbaar kan je dus op tijd verliezen nadat je netjes je klok hebt ingedrukt en je tegenstander over zijn zit zit na te denken……..

        • Avatar
          Frits Fritschy 06 november 2017

          Ik vermoed dat de arbiter Roel Donker in het ongelijk gesteld heeft en er daarna over is gaan twijfelen. Een arbiter mag op een eerder genomen beslissing terugkomen, als die duidelijk foutief was, eventueel via het ‘veegartikel 12.2.2’ dat hij zal handelen ‘in the best interest of the competition’. Daar zitten wel grenzen aan, denk ik.

          Overigens staat nergens in de reglementen dat je genoteerd moet hebben om remise te claimen. Je hoeft alleen de zet op te schrijven die je van plan bent te gaan doen als met die zet driemaal dezelfde stelling ontstaat (wat hier niet het geval was, aangezien die situatie al ontstaan was.)

          • Avatar
            Pipo Koeien 06 november 2017

            Volgens het verslag : “Hij besluit om even te overleggen maar laat de partij ondertussen verder gaan”

             

    • Avatar
      Eric van t Hof 06 november 2017

      In de partij Donker – Peng had eerstgenoemde een paar “fouten” begaan:

      – Hij claimde remise zonder dat hij de zetten had genoteerd.

      – Hij claimde incorrect, namelijk zonder de voorgenomen zet eerst op te schrijven.

      – Hij speelde door na de remise-claim. Dit was weliswaar op aanraden/aandringen van de arbiter, die hierin dus ook fout zat.

      – Hij accepteerde zijn nederlaag na het vallen van de vlag; enerzijds door Peng de hand te schudden en anderzijds door het notatieformulier met daarop de uitslag te ondertekenen.

      Daarentegen had Peng geen enkel reglementsartikel overtreden.

      Het feit dat achteraf kon worden geconstateerd dat er inderdaad drie maal dezelfde stelling op het bord was geweest, berustte in de ogen van de commissie van beroep op een toevalligheid. De bewuste partij werd als een van de weinige in het toernooi op een live-board gespeeld, zodat de zetten automatisch werden geregistreerd. De CvB kon in geen enkel reglement vinden of dit wel/niet gebruikt kon worden in een remise-claim.

      Alles afwegende besloot de CvB unaniem dat winst voor Peng de redelijkste uitslag was.

      • Avatar
        Frits Fritschy 06 november 2017

        Nogmaals, Eric, ik kan nergens vinden in het FIDE Handbook (regels geldende vanaf 1 juli 2017) dat je genoteerd moet hebben om remise te kunnen claimen. Er staat zelfs nergens dat de bewijsplicht bij de speler ligt. Dan concludeer ik dat de arbiter vrij is bewijsmateriaal te vergaren zoals hem dat zelf nuttig lijkt, hoe toevallig ook de aanwezigheid ervan. Normaal gesproken is er altijd bewijs, ofwel omdat (een van) beide spelers genoteerd hebben, ofwel omdat een arbiter of diens assistent de zetten genoteerd heeft (zie art. 8.5.1 Handbook). Daaruit alleen al blijkt dat de arbiter hierin een eigen verantwoordelijkheid heeft.

        Ook blijkt uit het verhaal dat de stelling al driemaal was voorgekomen op het moment dat Donker claimde. Dan hoef je volgens het FIDE Handbook je geplande zet niet op te schrijven.

        Uit het verhaal leid ik niet af waarom Donker doorspeelde. Het is ook mogelijk dat de arbiter de claim afwees – en dat is een wat sterker middel dan aanraden of aandringen. Je zet er een speler mee voor het blok: gokken op de beroepscommissie met het risico van verliezen door tijdsoverschrijding, dan wel doorspelen. Het argument dat je dan voor meer resultaten speelt, gaat in zo’n geval volgens mij niet op; de dwang is te sterk. Hij had wel direct moeten melden bezwaar tegen de beslissing aan te tekenen en ook moeten weigeren het notatieformulier te tekenen.

        Als de motivatie van de CvB was geweest dat Pengs belangen te zeer geschaad werden door het achteraf remise verklaren van de partij, dan kan ik me daar iets bij voorstellen. Een buitenspeldoelpunt kun je met de videoscheidsrechter ongedaan maken, maar niet na het einde van de wedstrijd.

  2. Avatar
    Frits Fritschy 05 november 2017

    Het is toegestaan om een zet te doen voordat je tegenstander de klok heeft ingedrukt. Je tegenstander blijft echter het recht houden om de klok in te drukken zonder een nieuwe zet te doen (waarna jij weer de klok in mag drukken zonder een nieuwe zet te doen, zodat alles weer normaal is). Dus: jij doet een zet, de tegenstander doet een zet, jij drukt de klok in, je tegenstander drukt de klok in. Als dat is wat er gebeurd is, klopt het.

    • Avatar
      Pipo Koeien 06 november 2017

      Nee, het ging :

      – wit zet

      – zwart antwoordt voordat wit de klok in heeft gedrukt

      – wit doet volgende zet en drukt de klok in

      – zwart drukt de klok in en gaat daarna pas nadenken over zijn zet

      Het zal allemaal wel volgens de regels zijn, maar ik vind het vreemd dat iemand zijn klok mag stoppen terwijl hij aan zet is.

       

  3. Avatar
    Frits Fritschy 06 november 2017

    Komt op hetzelfde neer. Voor elke zet die je gedaan hebt, heb je het recht om de klok in te drukken. Jij had dus onmiddellijk nadat hij de laatste maal de klok had ingedrukt, zelf weer de klok mogen indrukken.

    Hoofd van de FIDE-regelcommissie Geurt Gijssen heeft op de site chesscafe.com (nu helaas alleen tegen betaling bereikbaar) ooit de redenering achter deze regel gegeven: stel dat het omgekeerd is, en je mag pas zetten als de tegenstander de klok heeft ingedrukt. Dan krijg je in elke tijdnoodfase onenigheid over wat het eerste gebeurde, het zetten of de klok indrukken. Voor een arbiter is dit ook nauwelijks te constateren; alles gebeurt in een fractie van een seconde. Nu is het voor ieder (die de regels kent) duidelijk hoe het zit.

    Overigens worden bij sommige tijdsinstellingen de zetten geteld door het apparaat, zover ik weet. Dan zou de klok onjuiste informatie krijgen als er te weinig is ingedrukt.

    • Avatar
      Pipo Koeien 06 november 2017

      A player must be allowed to stop his clock after making his move, even after the opponent has made his next move” Mmm, als je nog in de bedenktijd van je tegenstander zet, heeft je klok niet gelopen en kan er dus ook geen sprake zijn van het stilzetten van de klok. 

  4. Avatar
    Eric van t Hof 06 november 2017

    Beste Frits,

     Er staat zelfs nergens dat de bewijsplicht bij de speler ligt. Dan concludeer ik dat de arbiter vrij is bewijsmateriaal te vergaren zoals hem dat zelf nuttig lijkt, hoe toevallig ook de aanwezigheid ervan. Normaal gesproken is er altijd bewijs, ofwel omdat (een van) beide spelers genoteerd hebben, ofwel omdat een arbiter of diens assistent de zetten genoteerd heeft (zie art. 8.5.1 Handbook). Daaruit alleen al blijkt dat de arbiter hierin een eigen verantwoordelijkheid heeft.

    Ik denk dat het reglement, zowel dat van 2014 als dat van 2017, hierin tekort schiet. Het tijdsincrement bedroeg hier 10 seconden, waardoor de notatieplicht was vervallen. Het reglement zegt dat in dat geval een arbiter moet noteren, maar in een toernooi met 100 partijen tegelijkertijd, zou je dan 100 arbiters nodig hebben.

    De toevallige aanwezigheid van e-board plaatste ook de CvB voor een moeilijkheid. Dit wordt in geen enkel reglement genoemd. Zou er geen sprake zijn van willekeur, wanneer je dit middel voor de ene partij wel en voor de andere partij niet kunt gebruiken?

    Ook blijkt uit het verhaal dat de stelling al driemaal was voorgekomen op het moment dat Donker claimde. Dan hoef je volgens het FIDE Handbook je geplande zet niet op te schrijven.

    Maar die stelling werd niet geclaimd door Donker.

    Uit het verhaal leid ik niet af waarom Donker doorspeelde. Het is ook mogelijk dat de arbiter de claim afwees – en dat is een wat sterker middel dan aanraden of aandringen. Je zet er een speler mee voor het blok: gokken op de beroepscommissie met het risico van verliezen door tijdsoverschrijding, dan wel doorspelen. Het argument dat je dan voor meer resultaten speelt, gaat in zo’n geval volgens mij niet op; de dwang is te sterk. Hij had wel direct moeten melden bezwaar tegen de beslissing aan te tekenen en ook moeten weigeren het notatieformulier te tekenen.

    Zoals ik het destijds begrepen heb, had de arbiter gezegd: “Spelen jullie maar verder, dan zoek ik het ondertussen uit.”. Dat was, zoals gezegd, in strijd met het reglement art. 9.5.

    Nadat hij het had uitgezocht, was de partij echter al beëindigd door het vallen van de vlag en het ondertekenen van het notatieformulier. Toen kwam de arbiter weer terug en verklaarde de partij alsnog remise, waartegen Peng dus bezwaar maakte.

    Als de motivatie van de CvB was geweest dat Pengs belangen te zeer geschaad werden door het achteraf remise verklaren van de partij, dan kan ik me daar iets bij voorstellen. Een buitenspeldoelpunt kun je met de videoscheidsrechter ongedaan maken, maar niet na het einde van de wedstrijd.

    Natuurlijk heeft dat aspect ook een rol gespeeld in de afweging.

  5. Avatar
    Eric van t Hof 06 november 2017

    Formattering van de tekst is hierboven helaas verloren gegaan.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.