Schaakhistorie (5): De snelle entree van Genna Sosonko

“Moerwijk speelde met een nieuwe speler aan het eerste bord. Sosonko maakte remise met Bakker.” Met die woorden werd Genna Sosonko in het Nederlandse schaken geïntroduceerd, in het bondsblad van december 1972. Vier maanden later al werd hij gedeeld eerste in het Nederlands kampioenschap, waarna hij de beslissingsdriekamp won. Van Wim Andriessen had de acceptatie van de vreemdeling toch sneller gemogen.

Genna Sosonko tijdens het NK 1973

Toen Sosonko in 1972 vanuit Rusland via Israël in Nederland kwam, was hij niet bekend. Databanken bestonden nog niet, laat staan internet. Anders had men kunnen zien dat Sosonko, geboren 18 mei 1943, in 1967 had meegedaan aan het kampioenschap van de Sovjet-Unie. Dat behoorde vaak tot de sterkste toernooien van de wereld, maar in 1967 was het eenmalig een open toernooi met 126 deelnemers. Poloegajevski en Tal wonnen, Sosonko eindigde op een onopvallende gedeelde 27e tot en met 40e plaats. Meer dan als speler was hij actief als secondant van Tal en Kortchnoi.
In Nederland kwam hij in contact met Wim Andriessen, hoofdredacteur van het tijdschrift Schaakbulletin. Die hielp Sosonko aan onderdak in Wageningen, woonplaats van Andriessen en hoofdkwartier van het blad. In januari 1973 werd hij voor het eerst vermeld als redacteur, naast Andriessen, Dik Kruithof en Jan Timman. Redacteuren vormden een andere categorie dan medewerkers, een hele rij tot wie Donner, Enklaar, Krabbé, Münninghoff, Ligterink en Pam behoorden. Een citaat uit dat nummer: “Dankzij bemiddeling van Jan Timman, ontvingen wij twee interessante partijen van Dresko Velimirovic. De vertaling uit het Joegoslavisch leverde enige moeilijkheden op, maar met behulp van Genna Sosonko hopen wij er zo goed mogelijk uit gekomen te zijn.”

 

Snelschaaktoernooi
Andriessen maakte Sosonko lid van Moerwijk, een Haagse club die een sterk team in de hoofdklasse had. Zelf had Andriessen in 1971 deelgenomen aan het Nederlands kampioenschap, Fred van der Vliet en Arend van Dop respectievelijk in 1971 en 1972, Joost Marcus in 1970 en Max Viergever had zich een paar keer bijna voor het NK geplaatst. Een team van subtoppers dus. Sosonko werd aan het eerste bord geplaatst en scoorde 5,5 uit 7. Het seizoen erna stapten Sosonko en Andriessen beiden over naar het gesponsorde Philidor Leeuwarden. Sosonko scoorde daar in zes jaar tijd 40 uit 50, een reusachtige score aan het topbord in de hoofdklasse.
Maar terug naar het eerste jaar. Het aantal korte berichtjes in het bondsblad over de nieuwkomer was opvallend. In februari 1973: “Het jaarlijkse ESGOO-snelschaaktoernooi is ditmaal gewonnen door de thans in Nederland wonende Russische nationale meester Genna Sosonko, die zijn eerste plaats behaalde door alle 11 (!) partijen te winnen. Sosonko is bekend door zijn theoretische kennis. Hij was bijvoorbeeld de secondant van Kortchnoi in diens match tegen Geller en heeft in de Sovjet-Unie het trainersdiploma gehaald.” Opvallend dat de redacteur toch meteen al zo veel over hem wist te vertellen. Wellicht had journalist Andriessen een klein cv overhandigd aan het toernooicomité, of rechtstreeks aan de redactie. Het bericht vermeldt verder nog dat Sosonko zijn zege niet cadeau had gekregen, want dat tot de tegenstanders toch wel Enklaar, Bredewout, Verholt, Van der Weide, Andriessen en Vogel behoorden. Ja, dat waren in die tijd grote namen.

 

Boze artikelen
Een maand later verscheen in het bondsblad een boos stuk van het KNSB-bestuur over een interview in de Volkskrant.
“Onder de kop ‘Schaakbond negeert uitgeweken Sosonko’ lanceert Hans van Wissen in de Volkskrant van 10 januari j.l. een aanval op het bestuur van de KNSB, daarbij ijverig terzijde gestaan door de hoofdredacteur van Schaakbulletin, Wim Andriessen. Oorzaak van zijn boosheid was het feit dat het bestuur nog niet had gereageerd op een verzoek van de thans in Nederland verblijvende Russische schaker Sosonko om enige organisatorische steun (niet een verzoek om medewerking voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning, zoals wordt gesuggereerd.)
Volgens deze speciale verslaggever was niet gereageerd omdat – heel eenvoudig – ‘de relaties met het Russische schaken, dat zich binnen niet al te lange tijd in Groningen moet presenteren, op geen enkele wijze in gevaar mogen worden gebracht’. Een krasse uitspraak. Het KNSB-bestuur zou nimmer op deze gedachte zijn gekomen.
Schaker Sosonko heeft inmiddels bericht ontvangen waarin hem – binnen de mogelijkheden die het bestuur heeft – medewerking wordt toegezegd, onder meer door hem bij Nederlandse toernooien te introduceren en de mogelijkheden van schaakinstructie voor hem te onderzoeken. Aan dit laatste is een financieel aspect verbonden. Tevens is hij geplaatst op de lijst van door de KNSB aanbevolen simultaangevers.”
Tot zover het KNSB-bestuur. Andriessen verweet het bestuur verder dat er naar het Europese jeugdkampioenschap in Groningen geen secondant was meegegaan (‘geen geld’, aldus het bestuur) en dat Jan Timman allang grootmeester was geworden als hij beter was opgevangen. Dat laatste verwijt pareerde het bestuur vrij overtuigend. Timman was lange tijd begeleid door bondscoach Hans Bouwmeester en was bovendien vanuit het Leo van der Karfonds naar een trainingsprogramma in de Sovjet-Unie gestuurd.
Uit het stuk maak ik vooral op dat Andriessen probeerde Sosonko als trainer en secondant in het Nederlandse schaakleven te introduceren.

Prijsuitreiking NK 1973. Van links af: Sosonko, Zuidema, Enklaar en dhr. B. Kuik, vertegenwoordiger van sponsor Friesche Vlag

 

Nederlands kampioenschap
Het aprilnummer meldde een overwinning van Sosonko in het jaarlijkse snelschaaktoernooi van Watergraafsmeer met de reuzenscore van 29 uit 32. Achter hem eindigden Böhm, Ree, Van der Weide, Dieks, Enklaar, Vogel en nog vele toppers en subtoppers. Bij een rapidtoernooi in Arnhem moest Sosonko John van Baarle voor zich laten, maar hij liet Dieks, Van der Weide en Vogel achter zich.
In april volgde dan het Nederlands kampioenschap in Leeuwarden. Plaatsing voor het NK ging via het NK van het jaar ervoor, de voorwedstrijden van het jaar ervoor (toen Sosonko nog niet in Nederland woonde) en de Nederlandse ranglijst (waar hij als Rus niet op stond). De laatste plaatsen werden soms willekeurig aangewezen en daarvoor koos het bestuur deze keer voor Sosonko. Hij versloeg Scholl, Boersma, Van Scheltinga en Van der Weide, speelde de overige zeven partijen remise en eindigde samen met Enklaar en Zuidema bovenaan. Met het ontbreken van Donner, Ree, Timman, Langeweg en Kuijpers gold het NK als het zwakst bezette sinds vele jaren.
Hoofdredacteur Slavekoorde zette in het bondsblad bij de deelname van Sosonko de volgende kanttekeningen.
“Sosonko is een uitgeweken Russische nationale meester, die eerst een poosje in Israël heeft vertoefd, maar vervolgens naar Nederland is gekomen om zich hier blijvend te vestigen. Sedert zijn aankomst in Nederland heeft hij naar vermogen zoveel mogelijk aan weekend- en andere toernooien in ons land deelgenomen, en daarin over het geheel genomen uitstekende resultaten bereikt, zodat men vrij algemeen van zijn schaakcapaciteiten overtuigd was. De discussie ging dan ook niet daarom, maar om het feit dat hij a) geen Nederlander is en b) nog geen jaar in ons land verblijft. Het onder a) genoemde punt is in de geschiedenis eerder aan de orde geweest. Men zal zich wellicht nog herinneren dat de Indonesiër Tan in 1961 kampioen van Nederland werd. Wat later, en nadat ook diens deelneming het nodige stof had doen opwaaien, kwam de uitgeweken Pool Branicki op het tapijt. Maar ditmaal bleef de toegang tot de nationale kampioenswedstrijd versperd, waarbij wij in het midden laten of zijn speelsterkte zijn toelating rechtvaardigde, hoewel hij overigens al geruime tijd in ons land verbleef.”

 

Reglementen
Wat betreft Branicki vergiste Slavekoorde zich. De Pool had in 1961 aan het NK deelgenomen en was bijna onderaan geëindigd. In het bondsblad werd destijds geen woord gewijd aan zijn buitenlanderschap. De hoofdredacteur schreef verder dat voor zover hem bekend de deelname van Sosonko werd verklaard uit zijn lidmaatschap van een Nederlandse schaakvereniging. Hij wees op Pachman, die lid was van een Nederlandse club, en Kurajica, die al enige tijd in ons land verbleef en wellicht ook tot een club zou toetreden. Reglementen op dit punt boden geen enkele duidelijkheid. Slavekoorde: “Ter vermijding van misverstand wijzen wij er nadrukkelijk op dat deze opmerkingen in geen enkel opzicht tegen de persoon van Sosonko gericht zijn. Integendeel, men mag hem gerust als een positieve aanwinst voor het Nederlandse schaakleven beschouwen.”

Genna Sosonko in 1979. Foto: nationaal archief.

Tot slot wees Slavekoorde erop dat de FIDE wel regels had voor het mogen meespelen in een nationaal team, bijvoorbeeld bij de Olympiade. Een speler moet minimaal een jaar in het betreffende land wonen en kunnen aantonen dat hij stappen heeft ondernomen om zo spoedig mogelijk de nationaliteit van zijn gastland te verkrijgen. Heldere regels, die heel goed voor het NK zouden kunnen worden overgenomen. Voor wat betreft Sosonko was de KNSB er dus vlot bij, naar FIDE-maatstaven gerekend. Je kunt je ook afvragen wat het er eigenlijk toe doet. Een goed gesprek tussen KNSB-bestuur en Sosonko zou hebben duidelijk gemaakt dat het hier ging om iemand die Nederlander wilde worden.

 

Kampioen
Kort na het NK werd Sosonko alweer vermeld bij de kleine berichten. Op 5 mei won hij het Bevrijdingstoernooi in zijn woonplaats Wageningen. Hij scoorde weer eens honderd procent en liet de (sub)toppers Marcus, Verholt, Dieks en weer Andriessen achter zich. Een paar weken later haalde hij zijn grootste snelschaaksucces, Sosonko werd in Weesp Nederlands kampioen. Constant Orbaan in NRC/Handelsblad: “Als een soort reactie op de traditionele, ernstige manier van schaken heeft zo langzamerhand het snelschaken burgerrecht verkregen.” Sosonko liet nu ook Jan Timman achter zich, evenals Enklaar, Hartoch, Van der Vliet en Van Baarle.
In de tweede helft van juli speelde Sosonko in de meestergroep (B-groep) van het IBM-toernooi. Met een score van vijftig procent (overwinningen op Van den Berg, Scholl en Bellin) deed hij het nog niet geweldig. In augustus volgde nog een serieuze krachtmeting bij het Bilderberg-toernooi in Oosterbeek. Boven het seniorentoernooi was een kroonzeskamp gevormd die minstens zo sterk bezet was als het NK. Sosonko won van Ree, Bouwmeester en Kramer en speelde remise tegen Kuijpers en Hartoch. Als er al twijfels waren of Sosonko met zijn gedeelde NK-zege een absolute Nederlandse topper was, dan was die twijfel nu weggenomen.
In september volgde dan de beslissingsdriekamp om het kampioenschap van Nederland. In de eerste turnus won Sosonko van Enklaar en speelde hij remise tegen Zuidema. In de tweede toernooihelft won hij van Zuidema, maar verloor hij van Enklaar. Zijn score van 2,5 uit 4 was voldoende voor de titel. Haije Kramer in het toernooiboek: “Gesteld kan worden dat Sosonko verdiend heeft gewonnen. Hij heeft het gehele toernooi sterk en ondernemend gespeeld. Sosonko heeft zich, mede door zijn bescheiden optreden, in ons land vele vrienden gemaakt. Ik geloof dat zijn verdere optreden een sterk stimulerende werking op het gehele Nederlandse schaakleven kan hebben.”
Een mooie afsluiting van het eerste jaar van Genna Sosonko in Nederland. De klacht van Andriessen dat Sosonko door de bond werd genegeerd, komt achteraf overdreven over. Dat hij na een halfjaar al mocht deelnemen aan het NK, was bijzonder. De situatie is niet vergelijkbaar met die van Kortchnoi, Nikolic, Sokolov en Tiviakov later. Zij waren bij hun komst al erkende wereldtoppers, wat nog zwak uitgedrukt is. Van Sosonko moest het, in de beginjaren van de Elo-ratings, eerst nog rustig tot Nederland doordringen hoe sterk hij was. En dat gebeurde toch best snel.

 

Eerdere afleveringen van Schaakhistorie:
1. Fritz $$$ op het NK
2. Titelgekte (1963)
3: Roy Dieks kon zijn belofte niet inlossen
4: Het WK-jeugd in Den Haag (1961)

4 Reacties

  1. Avatar
    Rene Olthof 07 augustus 2018

    Niet Dresko, maar Drasko. Velimirovic heet officieel Dragoljub.

  2. Avatar
    Rene Olthof 07 augustus 2018

    Zijn allereerste optreden in Nederland won hij echter niet. In de lezenswaardige monografie AVRO Schaaktweekamp 1975 Euwe- Sosonko staat een artikel van Alexander Munninghoff uit de Haagsche Courant van 8 februari 1975 geciteerd: ‘Niemand kende
    hem, die magere, kleine, sjofel geklede Russische jongen, die in oktober 1972 wat onwennig de toernooizaal van het open Amsterdamse snelschaakkampioenschap kwam binnenstappen. Een paar uur later, bij de prijsuitreiking, werd zijn naam door de organisatoren tot Sisoko verhaspeld en vroegen de krantenlezers zich verbaasd af wie toch wel deze onbekende Japanner was die het had gepresteerd om net achter Fred van der Vliet zomaar tweede te worden voor een hele rits gerenommeerde grootheden.’

  3. Avatar
    Rene Olthof 07 augustus 2018

    In de nationale vakpers valt de naam Sosonko voor het eerst in Schaakbulletin 59 (x.72). Zijn bijdrage aan het verslag van de Olympiade van Skopje wordt voorafgegaan door de volgende introductie: ‘De volgende partij is geanalyseerd door Genna Sosonko. Sosonko is een nationaal Russisch meester, die zich in Nederland wil vestigen. Hij heeft in Rusland zijn schaaktrainersdiploma behaald en verwierf vooral bekendheid als theoreticus. In de match Geller-Kortsnoi trad hij op als secondant van Kortsnoi …Hij is op het ogenblik hard bezig Nederlands te leren, maar schreef deze partijen nog in ‘t Russisch. Rina Sijbrands vertaalde ze voor ons.’ Drie nummers later maakt hij al deel uit van de redactie.

  4. Avatar
    Titos 09 augustus 2018

    In het toernooiboek ‘Vijfde Friesche Vlag Schaaktoernooi Kampioenschap van Nederland 1973’ samengesteld door H. Kramer wordt de discussie over deelname van Sosonko ook genoemd.

    “Het meespelen van de Russische schaakmeester Sosonko in het vijfde Friesche Vlagtoernooi om het kampioenschap van Nederland roept herinneringen op aan lang vervlogen tijden. Ik doel niet in de eerste plaats op de kampioenswedstrijd van 1961 toen de Indonesiër Tan de titel won, maar op de ‘kwestie Bird’ van 1880, die jarenlang onderwerp van gesprek is geweest. De Engelsman H.E. Bird heeft in 1880 de wedstrijd van de ‘Nederlandsche Schaakbond’ gewonnen. Wat voor reacties dat opriep is het best weer te geven door het verslag voorkomende in het Jaarboekje van den Nederlanschen Schaakbond, achtste jaargang, 1880. Het is een kostelijk relaas waarin allerlei argumenten voorkomen die nog niets aan actualiteit hebben ingeboet.”

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.