Elias Stein, Nederlands topschaker

Op welke positie plaatsen we Elias Stein in de historische rangorde van Nederlandse schakers?

Weinigen zullen ooit van hem hebben gehoord. Ik ook niet, totdat ik een aantal antieke boekwerken geschonken kreeg van Henk van der Linden. Henk moest zijn mooie woning in Rozendaal vanwege gezondheidsproblemen verruilen voor een kleinere behuizing waar hij helaas al enkele maanden later, in maart 2012, overleed. Hij moest dus voor zijn verhuizing ontspullen en ik prijs me gelukkig met zijn gift. Zelf was Henk rechtshistoricus en een autoriteit op het gebied van de geschiedenis van de Nederlandse waterstaat. Nadat hij decennialang niet had geschaakt kwam hij na zijn pensionering in Rozendaal te wonen en werd hij lid van de Velpse Schaakvereniging waar hij spoedig sterk genoeg bleek voor ons eerste team.

Een van de boeken die hij mij schonk was een vertaling uit 1834 van D. Broedelet, die in zijn ‘voorrede’ uitgebreid ingaat op de verdiensten van Elias Stein. Ik citeer daar een aantal regels uit:

“Onder de oudste, meest beroemde en door alle eeuwen minst verbasterde spellen, behoort voorzeker het Schaakspel genoemd te worden; een spel, waarvan geene enkele uitkomst een gevolg der grillige luimen van geluk of toeval kan heeten, voor den denkenden geest het meest geschikt, en ook voor dezen eene duurzame bron van onuitputtelijk genot. Met regt draagt het den naam van Koninklijk spel, want zoo al niet, onmiddellijk, van Vorstelijken oorsprong, zoo werd het echter ten allen tijde door Keizers en Koningen bemind en gezocht; gelijk het dan ook bij de Stadhouders uit ons Vorstelijk Stamhuis doorgaands een bijzonder geliefkoosd voorwerp van verlustiging uitmaakte. Grieksche en Romeinsche Veldheeren maakten, in ledige oogenblikken, om zich in de kunst van oorlogen te oefenen, van het Schaakspel gebruik. Wijsgeeren en Dichters roemden het als eene onschadelijke, edele en Vorstelijke uitspanning. Wij kunnen ons niet onthouden de schoone Beschrijving van het Schaakspel, door wijlen den beroemden Bilderdijk in zijn Buitenleven, over te nemen:

“Wat verder, statig, stil, in aandacht opgetogen,

Geleidt een ernstig paar, aan ’t mijmerend spel verpacht,

Dat Palamedes ’t eerst op ’t Trooische strand bedacht,

Op ’t bonte ruitenveld zijn zwarte en witte benden

Ten oorlog zonder bloed, met kunst- en geestrijk wenden.

Lang houdt der strijdren macht elkaer in evenwicht:

In t’eind verschijnt, nogthands, ’t noodlottig tijdsgewricht,

En ’s overwinnaars stem roept, juichende in den zegen,

’t Verplettend schaak en mat aan d’overwonnen’ tegen.”

Elias Stein, te Vorbach bij Straatsburg geboren in den jare 1748, en in 1821 te ’s Gravenhage overleden, werd door den laatsten Erfstadhouder, Z.K.H. Prins Willem V, benoemd tot leermeester in het schaakspelen van Hoogstdeszelfs Zonen, den thands regerenden Koning der Nederlanden en Hoogstdeszelfs afgestorven broeder Prins Frederik, Veldmaarschalk in Oostenrijksche dienst. Stein was niet slechts de eerste Schaakspeler in de Nederlanden, maar in geheel Europa: hij wist zich de positie van een spel zoodanig in de gedachten te prenten, en zich ook, terwijl het gespeeld werd, te blijven voorstellen, dat hij niet alleen, zoo als andere meesters, meer dan ééne partij te gelijk kon besturen, maar zelfs daarbij eene partij biljard spelende, twee spellen op het schaakbord speelde, welke hij altijd won en daarbij doorgaands ook overwinnaar op het billard bleef. Hij heeft nooit zijn’ meester gevonden en is onoverwonnen gestorven.

Tot grondslag van zijn onderwijs en ten leidraad der lessen aan zijne Doorluchtige leerlingen uit het regerend Stamhuis in ons Vaderland, schreef Stein zijn ‘Nouvel essai sur le jeu des Echecs, avec des reflexions militaires sur ce jeu’, hetwelk sedert lange, en te regt, onder de zeldzaamste en meest gezochte werken over dat spel, alom geacht is. Dit werk, nooit in den boekhandel verkrijgbaar gesteld, werd door den Schrijver slechts aan zijne vrienden, de liefhebbers van het Schaakspel en zijne leerlingen uitgegeven.

Voorts roept de Vertaler de welwillendheid en toegevendheid van alle schaak-beminnaars ten ernstigste in, en eindigt dit zijn berigt, met den opregten wensch dat deze zijn langdurige en niet gemakkelijke arbeid niet geheel wegwerpelijk worde beschouwd, maar veeleer iets toebrenge om in ons Vaderland de zucht en lust voor zulk een wezenlijk spel als het schaakspel is, te kuischen en te volmaken. Daartoe vinde het, bij eene goede ontvangst, een ruim debiet!”

Een grote verrassing was dat het oorspronkelijke boek (in het Frans) van Elias Stein ook deel uitmaakte van de geschonken boeken. Dat is vele malen herdrukt maar ik bezit nu een eerste druk, uit het jaar 1789, op prachtig geschept papier. Het is het oudste schaakboek in mijn bescheiden verzameling. De titelpagina is al uitzondelijk, dat wil zeggen voor de huidige tijd:

“A Leurs Altesses Serenissimes, messeigneurs Guillaume Frederic et Guillaume George Frederic, Princes d’Orange et de Nassau, &c. &c. &c.”

Daar volgt een eerbetoon op, eindigend met ‘Le très humble & très obéissant Serviteur, E. Stein.’ Waar vind je dat nog? We zijn tweehonderddertig jaar later!

Dan volgt een lijst met ‘souscripteurs’ (personen die hebben ingetekend), om te beginnen de Prins van Oranje die voor twaalf exemplaren heeft ingetekend, ofwel die geschonken krijgt. Mijn familie staat niet op de lijst, maar wel een plaatsgenoot: Baron Torck van Rosendaal.

De notatie in het leerboek gaat bijvoorbeeld zo:

  1. Le P. du R 2 pas
  2. De même

Dit is nog wel te begrijpen: Blanc doet 2 stappen, dus e4 en Noir ‘hetzelfde’, dus e5.

Later wordt het iets ingewikkelder, zoals ‘La D. à la 3me cafe du C de la D adverse’.

Ik heb lang niets gedaan met het boek, maar het begint me nu bezig te houden. Misschien kom ik er nog een keer op terug. En natuurlijk was Elias Stein niet de eerste schaakspeler in Europa, wat Broedelet schrijft; in Nederland weet ik het niet. Het hangt er denk ik een beetje van af hoe je schaakspeler definieert.

 

 

 

 

 

 

16 Reacties

  1. Avatar
    renzoverwer 08 mei 2019

    Interessant stuk Eric/Heer de Winter, en ik kan ook erg genieten van dergelijke titelpagina’s, boeken en heldenverering…

    Om Elias Stein (is hij mss een voorouder van Leonid?) zijn speelsterkte te bepalen: speelde hij tegen toppers van die tijd (Philidor) en wat scoorde hij dan?

    Interessant ook dat op meerdere borden tegelijk spelen en tegelijk biljarten. Schaken als circusact! En waarom eigenlijk ook niet, denk ik dan.

  2. Avatar
    wimw 08 mei 2019

    Ik heb originele leerboeken van Philidor en Stamma kunnen inkijken en daar is net zo’n ingewikkelde notatie als hier vermeld. Een boek van Stamma: Nouvelle manière de jouer aux échecs selon la méthode du Philippe Stamma werd in 1777 als tweede druk uitgebracht bij van Schoonhoven in Utrecht. Dus nog twaalf jaar voor het boek van Elias Stein. Er moeten toen ook al schakers in Nederland zijn geweest. Stamma kwam overigens uit Aleppo en speelde erg goed, maar verloor wel de match tegen Philidor. Dat was dacht ik ergens rond 1740, als ik het me goed herinner.

  3. Avatar
    Koorevaar 09 mei 2019

    Dag Eric,

    Geweldig zo’n historisch document over schaken in vorige eeuwen. In een kort overlijdensberichtje werd vermeld:

    ‘Den Haag, den 18 september. In de ouderdom van omtrent zeventig jaren overleed hier de Hr. Elias Stein, Schryver van ’t werk over het Schaakspel: Nouvel Essai sur le Jeu des echécs avec des reflexions Militaires relatives à ce jeu en wyd beroemd door zyne buitengewone sterkte in dit edel Spel, zynde hy een tweede Philidor van zyne eeuw.’

    Friedrich Wilhelm Von Mauvillon was een van zijn leerlingen en hij heeft ook uitgebreid geschreven over het schaakspel. Na zijn overlijden meldde hij:’Stein vond nooit zijn meerdere in het schaakspel en overleed als onoverwinnelijke schaakspeler. Een ding is zeker, Elias Stein slaagde erin om schaken het favoriete amusement te maken van de high society in Holland. Hij overleed in algemene droefenis in Den Haag in 1812.’

    Zowel van Stein als Mauvillon zijn door Google boeken gedigitaliseerd die geheel of gedeeltelijk zijn in te zien.

    Teun

  4. Avatar
    Frits Fritschy 09 mei 2019

    “Later wordt het iets ingewikkelder, zoals ‘La D. à la 3me cafe du C de la D adverse’.”

    Dat ‘cafe’ maakt het inderdaad lastig, alsof de dame even een drankje is gaan nuttigen in het Café du Cheval. Maar vermoedelijk gaat het hier om het Franse woord ‘case’, dat veld betekent. Tot aan het begin van de negentiende eeuw werd behalve de nog steeds gebruikte ronde s ook de zogenaamde lange s gebruikt:

    Die lijkt wel wat op de letter f.

     

  5. Avatar
    wimw 09 mei 2019

    Ja, het is een soort geheimschrift, maar c heb ik inderdaad digitaal als case, dus als veld gezien. De hoofdletter C is Cavalier, voor ons het paard. Ik dacht eerst aan cheval, maar dat klopt dus niet. Hier staat dat de witte Dame naar het derde veld van het zwarte Damenpaard gaat, ik denk dus dat b6 bedoeld wordt. Later heeft Stamma wel een algebraïsche notatie ingevoerd, maar die zal mogelijk nog niet zo duidelijk zijn geweest, als die van ons nu.

  6. Avatar
    eric de winter 09 mei 2019

    Dank voor de reacties. Het gezellige cafe moet inderdaad worden verlaten voor case. Von Mauvillon merkt in een voetnoot bij zijn ‘Vorrede’ op: “Elias Stein … war der stärkste Schach-Spieler, nicht allein in den Niederlanden, sondern wohl in Europa, und stand mit Philidor, Stamma u.a. weltbekannten Schachmeistern auf gleicher Stufe.” Het boek ‘Anweisung zur Erlernung des Schach-Spiels’ van F.W. von Mauvillon (1827) begint met een afbeelding van Stein en wordt weer met een mix van respect en onderdanigheid opgedragen: “Sr. Durchlaucht dem regierenden Herzog von Sachsen-Coburg-Gotha, Fürsten zu Lichtenberg, widmet dieses Werk als einem schwachen Beweis seiner Hochachtung und Verehrung ehrfurchtsvoll der Verfasser.” Ik zou zelf ook wel meer van een en ander te weten willen komen. De drie boeken die ik heb zijn in elk geval een buitengewoon interessant startpunt voor verder bronnenonderzoek. Wie weet is dat al eens gedaan, dan hoor ik het vast wel.

  7. Avatar
    BrouwerD 11 mei 2019

    Interessant om te lezen, Eric. Ik had nog nooit van hem gehoord. Op de website van Arves vond ik drie schaakopgaven van hem en een link naar de website van Stichting Joods Erfgoed, waar vermeld staat dat er in Den Haag een straat naar hem vernoemd is. Zijn er ook partijen van hem bekend?

    • Avatar
      yme brantjes 11 mei 2019

      Ik heb de eerste 20 pagina’s gelezen en ben nu al wat leuke dingen tegengekomen. Waaronder bijvoorbeeld dat het blijkbaar in (delen van) Engeland in die tijd zo was dat pat niet een remise betekende, maar een overwinning voor de partij die pat gezet wordt (dus zelfs nog verder weg van het voorstel dat de patzetter zou moeten winnen).

  8. Avatar
    eric de winter 11 mei 2019

    Ik ben nog geen partijen tegengekomen. Maar mijn speurwerk is nog maar net begonnen. Ik ben zelf geen historicus en zal misschien helpers inschakelen. Ik kom er zeker op terug. Alle tips zijn welkom.

     

  9. Avatar
    yme brantjes 11 mei 2019

    Er staan partijen in het boek, maar die lijken enkel door hemzelf bedacht te zijn als goed voorbeeld. Ik kan verder ook geen partijen vinden. Ik heb wel nog gevonden dat hij medeoprichter en eerste voorzitter van het Haagsche Schaakgenootschap was en daarmee dus ook de eerste voorzitter van een schaakclub in Nederland.

  10. Avatar
    Jasper Geurink 13 mei 2019

    Als je historisch onderzoek verricht (als amateur) is Delpher zeer interessant. Een resultaat voor Elias Stein: Zie hier…

  11. Avatar
    wimw 14 mei 2019

    Ik zag op een Franse website dat het Hollands in de voorhand 1. f4, d5, bij ons beter bekend als de Bird-opening, in Frankrijk vernoemd is naar Elias Stein en daar La défense Stein heet. Ik denk dat Elias Stein dat naast het Hollands regelmatig speelde als hij wit had. Bird had er ook veel succes mee, evenals Larsen in zijn vroege jaren, voordat hij overging op 1. b3.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.