Schaakrubrieken weekend 22 augustus 2020

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Dimitri Reinderman Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Nieuwe schaakwereld

Het WK blitz in 2010 in Moskou werd gewonnen door Levon Aronian, maar het wordt vooral herinnerd doordat er na het driedaagse toernooi twee spelers waren die nog niet op konden houden. Magnus Carlsen en Hikaru Nakamura besloten om een vluggertjesmatch van 40 partijen te spelen. De wedstrijdleider van het toernooi had een klok, in een boekwinkeltje werden een bord en stukken gekocht en er kon gespeeld worden in de hotelsuite van Henrik, de vader van Magnus.

In de lift kwamen ze Vladimir Kramnik tegen. Ze vroegen of hij misschien naar hun match wilde kijken, maar Kramnik mompelde iets dat er op neerkwam dat ze niet goed bij hun hoofd waren. Ze begonnen ’s avonds om kwart over tien met hun vluggermatch en ze waren klaar om half vijf ’s ochtends. Carlsen won met 24½ – 15½. Ze houden van schaken, dat is duidelijk.

Vooral Carlsen had zijn schaakliefde de afgelopen maanden hard nodig, want sinds zijn online Tour in april begon, heeft hij bijna permanent gespeeld. De afgelopen week was de buitengewoon opwindende finale tussen Carlsen en Nakamura. Zeven dagen rapid en blitz. Nakamura nam drie keer een voorsprong en dan maakte Carlsen de volgende dag weer gelijk. Donderdag was er aan het eind een beslissende armageddonpartij die door Carlsen werd gewonnen doordat hij met zwart remise hield. Zo ging het zoals het bijna altijd gaat. Aan het eind wint Carlsen, al was het op het nippertje. Carlsen won in dit laatste toernooi 140.000 dollar en Nakamura 80.000 dollar. Het totale prijzengeld van de Tour was een miljoen dollar. Waar komt dat geld vandaan?

De website chess24 liet tegen het eind weten dat tien miljoen mensen de partijen gevolgd hadden, op de site of op de televisie. Een ander indrukwekkend getal verschafte Nakamura: zijn kanaal op Twitch, een online platform voor gamers, heeft 500.000 volgers. Corona heeft een nieuwe schaakwereld geschapen, waarin de elite niet in armoede hoeft te vervallen.

Magnus Carlsen – Hikaru Nakamura, Carlsen Tour Finale 2020. Tweede dag, eerste partij.

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 dxc4 5. e4 b5 6. e5 Pd5 7. Pxb5 Pb6 8. a4 Dd7 9. Le2 Pc6 10. 0-0 Pa5 11. Pg5 h6 12. Pe4 Lb7 Het spel is al meteen hyperscherp, zie bijvoorbeeld 12…Pb3 13. Lxc4 Pxa1 14. Pbd6+ cxd6 15. Lb5 met damewinst. 13. Pc5 Lxc5 14. dxc5 Pd5 15. Ta3 a6 16. Pd4 Pe7 17. Dd2 Dd5 18. Tg3 Dxc5 19. b4 cxb3 20. La3 Steeds de scherpste zet. Na het kalme 20. Pxb3 Pxb3 21. Txb3 Dd5 heeft zwart geen problemen. 20…Dxa3 21. Dxa5 Ld5 22. Txg7 c5 23. Lh5 Er is geen weg terug voor Carlsen. Hij moet de aanval doorzetten, al kost het materiaal. 23…cxd4 24. Txf7 Kd7 25. Lg4 Kc6 26. Lxe6 Lxe6 27. Tf6 Kd7 28. Db6 Ld5 29. Td6+ Ke8 30. Txd5 Pxd5 31. Dc6+ Ke7 32. Db7+ Ke6 33. Dc6+ Ke7 34. Db7+ Ke6 35. Dc6+ Kf5 Zwart wil geen remise en vlucht met nog een minuut bedenktijd het vrije veld in.

37. e6+ Hier had wit nog een onwaarschijnlijke kans. Na de computerzet 37. Tc1 kan zwart eeuwig schaak niet voorkomen. Maar welke mens zou die zet vinden? 37…Kg6 38. De4+ Kg7 39. Dxd4+ Kg8 40. Dg4+ Dg7 41. Dc4 b2 Zwarts koning is veilig. Hij staat gewonnen. 42. f4 Tb8 43. De4 Th7 44. Tb1 Db7 45. De2 Tc7 Wit gaf op.

Partij in de viewer:

Gert Ligterink

Carlsen – Nakamura: fascinerend prestigegevecht

Omdat officiële titels of ratingpunten niet op het spel stonden, leek het in de finale van de Carlsen Online Chess Tour om weinig anders te gaan dan de geldprijzen. In werkelijkheid was de zeven dagen durende tweestrijd tussen de Noorse wereldkampioen Magnus Carlsen en de Amerikaanse snelschaakspecialist Hikaru Nakamura een fascinerend prestigegevecht, zoals dat zelden te zien is.

De finale bestond uit zeven mini¬matches van vier rapidpartijen, bij een 2-2-eindstand gevolgd door twee vijf minutenvluggertjes en eventueel een armageddonpartij (wit vijf, zwart vier minuten; bij remise wint zwart). Driemaal nam Nakamura een voorsprong, waarna Carlsen een dag later de stand steeds gelijk trok.

Ook op de slotdag bleef het evenwicht lang intact. Nadat de rapidmatch in 2-2 was geëindigd, verloor Carlsen de eerste blitzpartij en was Nakamura dicht bij de eindzege. Op zijn tandvlees won Carlsen de replay, waarna hij met zwart de armageddonpartij remise hield. Het was een duur vluggertje. Carlsen ontving 140 duizend dollar, Nakamura 80 duizend.

De finale was onderhoudend en spannend, maar leverde geen kunstwerken met eeuwigheidswaarde op. Ook in Carlsens beste partij slopen fouten die hij bij ruimere bedenktijd zou hebben vermeden.Gelukkig is zijn terugkeer naar het klassieke spel met bord en stukken nabij. Op 5 oktober begint in Stavanger het Norway Chess toernooi, een dubbelrondige zeskamp met onder meer Carlsen, Caruana, Aronian en Giri.

Carlsen – Nakamura

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. e3 0-0 5. Ld3 c5 6. Pge2 d5 7. a3 Lxc3+ 8. bxc3 dxc4 9. Lxc4 Dc7 10. La2 b6 11. 0-0 La6 12. Lb2 Pc6 13. Tc1 Tac8 14. c4 cxd4 15. exd4 De7 16. d5! Met een pionoffer geeft wit zijn loperpaar de ruimte. 16 … exd5 17. Te1 Lxc4 18. Pg3 Dd8 19. Lb1 b5 20. Pf5 d4 Noodzakelijk. Er dreigde ondermeer 21. Pxg7 Kxg7 22. Dg4+ Kh8 23. Dh4 d4 24. Tcd1 Tg8 25. Txd4 met beslissende aanval. 21. Dd2 Le6 22. Tc5 a6? Aangewezen was 22 … Lxf5 23. Lxf5 Dd6 24. Tec1 Pd7 25. Txb5, waarna wit compensatie heeft voor de geofferde pion.

23. Pxg7! Kxg7 24. Dg5+ Nog sterker is 24. Lc1. 24 … Kh8 25. Dh4 Tg8 26. Txc6! Txc6 27. Lxd4 Kg7 28. Dxh7+ Kf8 29. Dh6+ Ke8 30. Lxf6 Da5 31. De3 Db6 32. Td1? Wit wint probleemloos na 32. Le4 Td6 33. Df3, gevolgd door de mars van de h-pion. Na de volgende zet moet wit opnieuw beginnen. 32 … Td6! 33. Ld4 Dc6 De alwetende computer geeft de voorkeur aan 33 .. b4. 34. Le4 Dc4 35. h3 Kd7 36. Td2 Te8 37. Kh2 Ld5 Met 37 … Tc8 kan zwart zich verdedigen.38. Lf5+ Le6
39. Ld3! Da4 Ook na 39 … Dc6 40. Le5 wint wit. 40. Le5 Td5 41. Da7+ Zwart geeft op.

Partij in de viewer:

Hans Böhm

Voorzitter gezocht

Kunt u een boegbeeld zijn met spirit en enthousiasme? Opereert u verbindend? Bent u een ervaren bestuurder die affiniteit heeft met de schaakwereld? Staat u met beide benen in de moderne, online wereld? Zoek dan voor 15 september contact met de KNSB want zij zijn op zoek naar een nieuwe voorzitter. Helaas heeft Marleen van Amerongen om gezondheidsredenen die taak voortijdig moeten neerleggen. Zij was een van de weinige vrouwelijke voorzitters van een bondssport (de andere is Monique Kempff van de Nederlandse Gymnastiek Unie KNGU).

De schaaksport heeft vele krachten. Op symposia wordt gewezen op de eigenschappen die spelenderwijs worden aangeleerd: concentratie, vooruitdenken, training geheugen en timemanagement om er een paar te noemen. Neuropsychologen benadrukken die waarden voor de hersenen voor zowel opgroeiende kinderen als voor ouderen. De mystiek wordt gebruikt in de literatuur (oa Nabokov en Zweig), films (er draait nu in diverse bioscopen Fahim met oa Gerard Dépardieu), muziek (oa de musical Chess van ABBA) en kunst (vanaf de Middeleeuwen komt het schaakspel voor op tekeningen, gravures, schilderijen en beelden).

Er zijn vele traditionele toernooien waarvan het TataSteel Chess Event het vlaggenschip is met ongeveer 2000 deelnemers uit alle werelddelen. Naast het fysieke spelen worden er tegenwoordig vele toernooien via internet verspeeld. Op dit moment loopt de online Olympiade (tot 30 augustus met 163 deelnemende landen) waar het Nederlandse team zich voor de finale heeft geplaatst (zie de website van de FIDE).

Kortom, er is veel te doen voor de nieuwe voorzitter en een middelgrote bond als de KNSB met 20.000 leden kan groeien en bloeien met de juiste man of vrouw aan het roer. Onze ploeg bestaat uit Anish Giri, Jorden van Foreest, Zaoqin Peng, Anne Haast, Max Warmerdam, Machteld van Foreest, Benjamin Bok, Rosa Ratsma, Iosefina Werle, Liam Vrolijk en Eline Roebers. Iedere ronde spelen er zes spelers waaronder twee vrouwen, een junior en een juniormeisje. Een paar benauwde momenten.

L. Pasko – B. Bok, na 37.Ke2-d1 Uit de wedstrijd tegen Albanië. Grootmeester Bok wil zich niet neerleggen bij remise tegen Meester Llambi Pasko. De c-pion kan niet naar voren en Pd2 moet worden verdedigd dus normaal is iets als 37…Tb2 38.Kc1 Ta2 39.Kd1 met remise. Bok gokt:37…Kf6? 38.Tc6? Nu krijgt zwart wat hij wil: een actieve koning. Na 38.Pd5+ Ke5 39.Pc3 Tb2 40.Kc1 kan zwart opgeven. 38…Ke5 39.Tc7 Kd4 40.Pc2+ Kc3 41.Td7 Pb3 42.Pe3 Td2+ 44.Txd2 Pxd2 45.Pd5+ Kd4 46.Pf6 Pf1 47.Pe4 Pe3+ 48.Ke2 Pxg2 en zwart won.

M. van Foreest – G. Tamrazian, na 26.Td2-f2
Uit de wedstrijd tegen Zwitserland. Ons jeugdtalent Machteld van Foreest neemt het op tegen de geboren Armeense Gohar Tamrazian, pas negen jaar maar wel al kampioen van Zwitserland onder twaalf jaar. Zwart heeft het tot hier goed gespeeld en zou met simpel 26…Lxe3 een makkelijke winststelling verkrijgen: pluspion en sterk paard tegen zwakke loper. Zij wil echter nog meer:26…Lxe5?? 27.Lxe5 Kxe5 28.Pxf5+! Kd5 29.Pe3+ Kc6 30.Txf8 Td7 31.Pc4 Kb7 32.Tf7 en na deze aardige slotzet gaf zwart op.

Denis Andrijashkin – Jorden van Foreest uit de wedstrijd tegen Estland. 1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.g3 Pc6 4.Lg2 Pf6 5.De2 e5 6.0-0 Le7 7.c3 0-0 8.Td1 Te8 9.d4 exd4 10.cxd4 d5 11.e5 Lf8 12.dxc5 Lg4 13.h3 Txe5 14.Le3 Lxf3 15.Dxf3 d4 16.Lf4 Txc5 17.Pd2 g5 18.Pb3 Td5 19.Le3 dxe3 20.Txd5 exf2+ 21.Kxf2 Pxd5 22.Dxd5 Df6+ 23.Kg1 Td8 24.Db5 Ld6 25.Tf1 De7 26.Kh2 g4 27.Df5 Pe5
En met 28.Lxb7! zou de balans in evenwicht blijven omdat 28…Dxb7 29.Dg5+ niet kan. Hij durft niet en wordt dan snel uitgeteld. 28 Le4 Pg6 29.Dxg4 h5 30.Df3 h4 31.Lxb7 hxg3+ 32.Kh1 Dd7 33.Dg2 Ph4 34.Lc6 Dc7 35.Dd5 g2+ wit geeft op.

Partijen in de viewer:

Bab Wilders

Mijn buurman pleegt mij soms op blijde toon dus kennelijk met een vrolijk harte mee te delen dat hij na een fietstocht kudos heeft binnen gekregen. Ik dacht eerst dat er sprake was van een soort actie waarbij je, na voldoende kudos verzameld te hebben, tegen bijbetaling van € 2, een nieuwe fietsbel kon krijgen. Maar nu kom ik deze term zelfs in het blad CHESS tegen waarin grootmeester Nakamura kudos krijgt. In ieder geval niet voor deze partij tegen Carlsen, die in datzelfde blad op de voorpagina The King Of The Lockdown wordt genoemd. Jawel, we leven in bijzondere tijden, de helft is u nog niet aangezegd.

De partij: M.Carlsen-H.Nakamura, online tour.:
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.Pc3 Le7 5.Lf4 0-0 6.a3 Pbd7 7.Pb5 Pe8 8.e3 dxc4 9.Lxc4 c5?! (een nieuwtje, voorzichtiger is 9..a6 10.Pc3 b5) 10.dxc5 a6 11.Pbd4 Lxc5 12.0-0 De7 (Zwart durft niet meer 12..b5 13.Lxe6 fxe 14.Pxe6 De7 15.Pxf8 Dxf8 te spelen want daarmee verloor hij een eerdere partij tegen Carlsen) Wit staat al beter. 13.Tc1 Ld6 Hier had zwart toch echt e5 moeten spelen. 14.Pe5 Pd7? mist een tactische grap: 16.Pdc6! Dh4 (16..bxc6 17.Pxc6 Df6 18.Lxd6 Pxd6 19.Dxd6 met superieure stelling) 17.Lg3 Dh5 18.h4 Df6 19.Pg4 Dxb2 20.Lxd6 bxc6 21.Tc2 Db5 22.Lxf8 Pxf8 het ligt allemaal voor de hand 23.h5 h6 24.Df3 Dxh5 een twijfelachtige pionnenroof 25.Dxc6 Pc7 26.Df3 Pd5 27.e4 e5 een laatste stuiptrekking maar: 28.Pxh6+ en 1-0.

Niemand zal kunnen ontkennen dat schaakcomputers een enorme verandering hebben gebracht in het schaakspel, zowel in de manier waarop het wordt gespeeld als in de kennis van het spel zelf. De heren Noam A.Manella en Zeev Zohar, beiden geen schaak-professionals maar resp. social network researcher en zakenman komen nu met het boek Think Like a Machine (€ 29.95) bij de bekende Schotse uitgever Quality Chess ,waarin zij aan de hand van meer dan 100 stellingen uit de moderne toernooi-praktijk laten zien dat waar grootmeesters het niet zagen de moderne computers zetten vinden die de partij een heel andere wending hadden kunnen geven.

Nu veroorloof ik mij even tussendoor een zgn. oude-knarren-opmerking: vroeger werden schaakpartijen na 40 zetten afgebroken om later weer uitgespeeld te worden. Niet alleen bij grootmeesters maar ook op de schaakclub bogen zich dan de spelers en vrienden en belangstellenden over de stelling. En ook daarbij, ik weet het uit eigen ervaring, werden zetten gevonden zoals in het boek Think like a Machine door de computer worden gevonden. Het is dus meer een kwestie van tijd dan dat de machine zetten kan vinden die in het menselijk brein niet kunnen opkomen. Dat gezegd hebbend: het is een heel interessant boek geworden zoals ook hun eerste boek Play unconventional chess and win. Het zijn vaak fascinerende stellingen die grote tactische problemen stellen aan de spelers en dan speelt de factor tijd een beslissende rol, zeker bij rapid om van blitz maar te zwijgen.

Omdat nu eenmaal het spel tegenwoordig op die manier gespeeld wordt zal het, zeker voor de echte wedstrijd-schakers, leerzaam zijn dit boek te bestuderen en zo te ontdekken dat er wel degelijk principes zitten achter de soms verbijsterende oplossingen van het schaakprobleem. Vooral het hoofdstuk Total Chess trok mijn aandacht omdat het ook werd gekoppeld aan het beroemde totaalvoetbal van het vroegere Nederlands voetbalelftal, al deed het pijn het jaar 1974 weer tegen te komen. En ook Endgame Fantasy was interessant omdat vaak van het eindspel wordt beweerd dat het puur wetenschap is maar de heren schrijvers breken juist een lans voor creatieve oplossingen. Tot slot een aantal oefeningen met verschillende moeilijkheidsgraad.

Partij in de viewer:

Dimitri Reinderman

Wie was Szymon Winawer en hoe speelde hij, deel 2

Vorige week kon u lezen dat het vooroordeel over 19e-eeuwse spelers dat ze zonder plan speelden in zekere mate van toepassing was op de Pool Szymon Winawer, die ongepland het toernooi van Parijs 1867 speelde en bij dit debuut verrassend tweede werd. In 1883 overkwam hem weer zoiets. Onderweg van Hamburg naar Wenen met de trein kreeg hij ontzettende kiespijn en stapte hij daarom in Neurenberg uit. Hij kwam op straat de sterke Brit Mason (die daar voor een toernooi was) tegen en die begeleidde hem naar de tandarts. “Nu je hier toch bent, doe ook mee?” Winawer liet zich overhalen en won het toernooi! Om meteen met schaken te stoppen, want beter zou het niet worden. Negen jaar later maakte hij nog wel een comeback, maar toen was hij over zijn hoogtepunt heen.

Winawer werd door zijn tijdgenoten onder de realisten geschaard (als tegenstelling tot de romantici) maar dat was niet per se een positief iets. “Hunne partijen zijn bijzonder droog en saai, niet mat maar remise is hun ideaal” schrijft een krant in 1882. En na de dood van Winawer in 1919 beschrijft Reti hem in het Algemeen Handelsblad weliswaar als “een fijn beschaafd, aangenaam en bescheiden man” maar hij schrijft ook “het aantal zijner partijen dat van blijvende waarde is, is uiterst gering. Winawer was een zeer droge speler, wel vindingrijk, maar zonder diepe gedachten.” Een IM in de Telegraaf is positiever: “talrijke schitterende partijen, meesterlijk in positiespel”.

Ik hou het zelf op dat Winawer geen verzamelaar van schoonheidsprijzen was, maar wel moderner speelde dan zijn tijdgenoten. Zijn partij tegen Louis Paulsen uit 1881 zou bijvoorbeeld gemakkelijk nu gespeeld kunnen zijn. Modern opbouw, stukken naar de vijandelijke koning, stelling openbreken en (niet vlekkeloos) afmaken.

Winawer-Paulsen

1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.Pc3 a6 4.d4 cxd4 5.Pxd4 Dc7 6.Ld3 Pf6 7.0–0 Pc6 8.Pxc6 bxc6 9.f4 d5 10.Df3 Lb7 Beide spelers waren hun tijd ver vooruit qua openingsbehandeling: deze stelling uit de Paulsenvariant van het Siciliaans kwam in 2017 op het bord in een partij tussen de grootmeesters Pruijssers en Motwani. 11.Kh1 Le7 12.b3 d4 Hierdoor verliest het zwarte centrum zijn flexibiliteit. De juiste opstelling is om de pionnen op d5 en c5 te zetten. In het vervolg krijgt wit de tijd zijn stukken naar de zwarte koning te richten. 13.Pd1 c5 14.Pf2 0–0 15.Dh3 Pd7 16.Ld2 a5 17.e5 g6 18.Pg4 a4

Wat speelt wit?

De zwarte koning heeft weinig verdedigers, maar de stelling is nog redelijk gesloten. Het is aan wit om de zwarte koningstelling open te breken, te beginnen met 19.f5! exf5 20.Txf5! Dc6 20…gxf5 21.Lxf5 overleeft de zwarte koning niet. 21.Tf2 f5 22.Ph6+? Zoals The Scene ooit zong: open moet het zijn. 22.exf6! Pxf6 23.Lc4+ Kh8 24.Pe5 De8 25.Te1 en wint, alles bij wit doet mee. 22…Kh8 23.Te1 axb3 24.axb3 Pb6? 25.e6! c4 26.Pf7+ Kg8
Wit maakt het af.

27.Lxf5! Weer offert wit op f5 en dit keer pakt hij wel door. 27…Lf6 27…gxf5 28.Dg3+ Lg5 29.Dxg5 mat 28.Lxg6 hxg6 29.Txf6 Dxg2+ 30.Dxg2 Lxg2+ 31.Kxg2 Kg7 32.Tef1 Zwart geeft op.

Partij in de viewer:

Rini Kuijf

Voor beginners A8328

Hoe wint wit aan zet materiaal?

Voor gevorderden B8328

Wat is winnend voor wit?

Henk Prins

Helaas werd het diagram van tweezet 966 van mij vorige week niet goed geplaatst in de krant. De stelling wordt opnieuw geplaatst, de oplossing zal in korte notatie inclusief de verleidingen hierna worden aangegeven.

De eerste verleiding is: 1. Kh7? (dreigt 2. De4 A en 2. d5 B mat) 1. … Pc7 2.d8P C mat, maar 1. … Pb6! De tweede verleiding is: 1. Kg8? (dreigt 2. d5 B en 2. d8P C mat) 1. … Lg5 2. De4 A mat, maar 1. … Pe5! De oplossing is 1. Kh8! (dreigt 2. d8P C en 2. De4 A mat) 1. … Dxa5 2. d5 B mat. Twee varianten werden vorige week niet genoemd: 1. … Txd7 2. exd7 mat en 1. … Dxd4+ 2. Pxd4 mat.

De cyclische dreigingen AB-BC –CA en matzetten bij de varianten in de drie fasen (C-A-B) vormen het thema van de tweezet: cyclische Suschkowthema. Ondergetekende maakte deze tweezet in het jaar 2000 en won er een eerste prijs mee in Polen. Heel mooi dat in hetzelfde jaar een collega- componist met hetzelfde thema, tweezet 967 maakte. V. Dyachuk uit de Oekraïne gaf ook de witte koning een hoofdrol. Bij de tweezet 966 speelde de witte koning zijn rol als verleiding- of oplossingssleutelzet, in de tweezet 967 speelt de koning een belangrijke rol in de mat- en dreigzetten A,B en C.

De eerste verleiding is 1. Pfe5? Wit dreigt 2. Kb5 A en 2. Kc5 B mat. Na 1. … Dxd4 zien we zet C: 2. fxg5 mat. De weerlegging is 1. … Lxc4! De tweede verleiding is 1. Pce5? Wit dreigt 2. Kc5 B en 2. fxg5 C. Na 1. … Lxb5+ komt zet A terug, 2. Kxb5 mat. Op 1. … Pfe6 komt 2. Kd7 mat. Zwart weerlegt met 1. … Pge6! De oplossing is 1. Le5! Wit dreigt 2. fxg5 C en 2. Kb5 A mat. Na 1. … Dc5+ komt zet B terug, 2. Kxb5 mat. Andere varianten zijn: 1. … Dxb6+ 2. Kxb6 mat en 1. … Dxd2 2. Pfxd2 mat. Ook een prachtige uitwerking van het cyclische Suschkowthema.

6 Reacties

  1. Avatar
    Henk Smout 26 augustus 2020

    Nog bezig bij einde speeltijd, dan was het vroeger afbreken. Duitser die beweerde dat ik met nog uur te gaan mijn 41ste zet met Wit onder couvert had moeten afgeven, verkondigde onzin. Aanwezige Nederlander die toevallig ook wedstrijdleider was, heeft dat de Franse arbiter duidelijk weten te maken.

    Nederlandse wedstrijdleiders zijn ook niet allemaal even goed. Aan eind eerste zitting gezamenlijke laatste KNSB-ronde had ik mijn zet afgegeven.

    Tien minuten na de hervatting kwam ik binnen: envelop met daarin mijn zet dicht, mijn klok liep, van mijn  teamleider – hield van rust in de tent – mocht ik er niets van zeggen!!

  2. Avatar
    Henk Smout 26 augustus 2020

    De stellingen van Rini Kuijf ontstaan als in plaats van 17… Lxg1 uit de bekende partij Bronstein – Ljubojevic, Petropolis 1973 17… Te8 18.Lf6 P8d7 19.d6 Dxd6 20.Lxf7+ Kxf7 resp. 19.Pe4 Pxe5 geschiedt.

    • Avatar
      Henk Smout 03 september 2020

      Begin van Bronstein – Ljubojevic: 1.e4 Pf6 2.e5 Pd5 3.d4 d6 4.c4 Pb6 5.f4 (Timman 1979 en 1993 noemt dat in zijn inleiding ‘Jachtspel’) 5… dxe5 6.fxe5 c5 7.d5 e6 8.Pc3 exd5 9.cxd5 c4 10.Pf3 Lg4 11.Dd4 Lxf3 12.gxf3 Lb4 13.Lxc4 o-o 14.Tg1 g6 15.Lg5 Dc7 16.Lb3 Lc5 17.Df4 Lxg1. Timman: “Zaitsev en Sjasjin waren de eersten die het slaan van de toren veroordelen. In ’64’ gaven ze destijds twee alternatieven […]: A) 17… P8d7 […] B) 17… Te8.”

      Het ondekbaar mat in de oplossing van Kuijfs tweede opgave is niet geforceerd, door 20… Pxg6 of 20… fxg6 kan Zwart er met  groot materiaalverlies aan ontkomen. 20.Txg6+!! is vertoond in een partij Marjanovic – Filipowicz 1974, Zwart won in Bonaventure – Renaud 1977 na 19… Txe5 20.Lxe5 Pxe5 21.Ke2 Ld6 22.Dh6. Timman in Het groot analyseboek van 1979 gaat tot 21.Ke2 en geeft “wit duidelijk de beste kansen”, dat Hort 1981 “onduidelijk” zegt komt doordat hij 22.d6 mist op 21… Lxg1, hij geeft de partijzet na 21… Ld6 22.Dh6 een vraagteken, maar die stelling is voor Wit nog altijd in het grensgebied van veel beter tot gewonnen, al zijn er sterkere voortzettingen (ik heb dat niet in detail uitgeplozen maar tekenend is dat de engine van database.chessbase op diepte 23 minstens 11 voortzettingen met +- heeft, op 1 staat 22.Tge1, de witte koning belandt vervolgens op h1 en zijn torens op d1 en e1, 22.Dh6 staat op 10 en 22.Dc1 Db8 23.Dh6 op 11. Conclusie: de stelling is voor Wit dik gewonnen, alleen moet er nog worden gewonnen. Schaken is moeilijk!). De Aljechinbijbel van Siebenhaar/Delnef/Ottstadt 1986 oordeelt na hun voorstel 22.Tac1 “In der Diagrammstellung verfügt Weiß über minimalen Vorteil.” Graham Burgess (The Complete Alekhine 1992): “White’s 22.Qh6? was rather reckless. Natural play with 22.Rac1 makes it hard for Black to demonstrate compensation.” Op 22.Tac1 heeft Zwart evenwel de nagenoeg gelijkmaker 22… Pd3!

      Na 19.d6 Pxe5 (19… Dxd6? 20.Lxf7+ Kxf7 is opgave 1) staat Wit wel degelijk beter, zowel na het in door mij geraadpleegde literatuur niet genoemde 20.o-o-o (ik lees wel in oude aantekening “o-o-o? pent het eigen paard”, vraag mij af of ik dat soms van Enklaar heb?) als na de door anderen (Timman, Hort, SDO, Burgess) zonder commentaar overgenomen oude analyse van I.Saitzev en Sjasjin (Chasin?) in ’64’ (door Hort en Burgess voor gespeelde partij tussen de twee gehouden) 20.Kf1 Lxd6 die met 21.Td1! i.p.v. 21.Pb5 kan worden versterkt, op 21… Pec4 heeft Wit dan het elegante 22.Txg6+ fxg6 23.Txd6, daarom beter 21… Dc6 waarna wel Wit voordeel behoudt. Timman neemt ook nog zettenreeks van O’Kelly over (negeert alternatieven 22.Tg5 en 22… Ph5 op 22.Tg4, SDO noemt 22.Tg4 Ph5 23.Ld8 +-, naar het oordeel van de chessbase-engine op diepte 30 na 23… Pg7 24.Tc1 Texd8 met oordeel +(1.33) net stap te ver) 20.dxc7 Pd3+ 21.Kf1 Pxf4 22.Tg4 Pe6 (krijgt!) 23.Pe4 Le7 24.Tc1 en spreekt O’Kelly tegen dat Wit dan beter staat. SDO neemt van Timman het in de Duitse editie Jan Timman analysiert Großmeisterpartien van 1982 ongewijzigd gelaten “Zwart doet eenvoudig 24… Tac8 met goed spel” over en ook in Timmans tweede herziene druk 1993 met de nieuwe titel De kunst van de analyse staan die zetten met dat oordeel. Voorleggen aan de chessbase-engine levert mij op diepte 30 het vervolg 25.Le5 a5 26.Pd6 Lxd6 27.Lxd6 Pg7 28.Te4 Txe4 29.fxe4 Pe8 30.e5 h5 31.Kf2 Kg7 met oordeel +-(2.02).

      • Avatar
        Henk Smout 03 september 2020

        De stelling van opgave 1 is in 1987 voorgekomen in een partij Winge – Popitz.

        Hort gaf na 19.Pe4! Txe5! 20.Lxe5 Pxe5 21.Ke2 met uitroepteken maar oordeel onduidelijk, ook 21… Ld6 kreeg uitroepteken met toelichting “21… Lxg1? 22.Txg1+” [dat voordeel is microscopisch terwijl 22.d6 wint] 22.Dh6? Pbd7 23.Tg3 Lf8 onduidelijk, Bonaventure – Renaud, Le Havre 1977.”

        Het verdere verloop in SDO was 24.Dh4 Lg7 25.Tag1 Tc8 26.Df4 Db6 27.d6 Db5+ 28.Kd1 Dd3+ 29.Ke1 Dxb3 0-1.

        • Avatar
          Henk Smout 04 september 2020

          Als dat echt in dat jaar is gespeeld, dan trapt Popitz in iets allang bekends: in mijn oude aantekeningen zie ik dat Bert Enklaar, die ooit 1973/74 (bij toerbeurt met Langeweg als ik het me goed herinner; en toen kwam Donner met “wegwezen, jullie!”) de rubriek in de Volkskrant verzorgde, de eerste diagramstelling met oordeel +- had bereikt.

          In alle negen door de computer nog sterker dan 22.Dh6 geachte varianten speelt wit Pe4xd6, in vijf gevallen op de 23ste zet. Na 23… Lf8 is dat in Bonaventure – Renaud van de baan.

          Beslist zwakker dan 22.Dh6 is dus 22.Tac1, zie boven.

          • Avatar
            Henk Smout 04 september 2020

            Neen maar! Popitz zou het andere paard naar d7 hebben gespeeld, niet dat daarmee de zaak er voor Zwart beter door wordt!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.