Training Ivan Sokolov over behandeling van middenspel door Magnus Carlsen

Ivan Sokolov en Eddy Sibbing (foto Harry Gielen)

Het Max Euwe Centrum is ook weer open! In februari stond er een training van Ivan Sokolov op het programma. Maar dat kon toen, om bekende redenen, niet doorgaan. Afgelopen woensdag was het eindelijk zover.

Ivan Sokolov is de auteur van diverse fraaie boeken en enkele dvd’s over het midden­spel. Eind vorig jaar kwam een nieuw boek van hem uit:

‘Magnus Carlsen’s Middlegame Evolution’.

Het boek en de speelwijze van de wereld­kampioen stond centraal in deze boeiende training.

U herinnert zich vast nog wel de partij van Magnus Carlsen tegen Anish Giri in het laatste Tata Steel Chess-toernooi. Daarin offerde Magnus al vroeg een pion en later nog een kwaliteit.

Magnus confronteerde zijn tegenstander met telkens lastige vraagstukken. Ivan schrijft hierover in zijn boek:

“Magnus maakt regelmatig gebruik van wat we omschrijven als een klein offer (meestal een pion) om zodoende diverse doelen te bereiken. Soms doet hij dit omdat hij vindt dat het de beste zet in een bepaalde stelling is, maar vaak is het doel van zo’n klein offer om de balans in de stelling te verstoren en de tegenstander een beetje van zijn stuk te brengen.”

Meer voorbeelden

De volgende stelling is een typerend voorbeeld.

Daarmee zijn we aanbeland bij de kern van Ivan’s training. Magnus speelde in deze stelling het verbluffende 15. d5! Wit offert een tweede pion. Overigens niet zonder reden. Hij opent hiermee de diagonalen voor zijn lopers en de d-lijn voor zijn toren. Is dit offer correct?

Als ik Stockfish 14 voor een tijdje laat nadenken ontstaat er een beeld van ietsje beter voor zwart na het nemen met de dame en min of meer gelijk na het nemen met het paard en de e-pion. Nemen met de c-pion is natuurlijk fout vanwege Lb5+ en Pe5 en de stukken kunnen in de doos. Dit patroon zagen we veel vaker in de voorbeelden die Ivan zijn publiek voorschotelde. De computer zegt min of meer 0,0, maar daarna trekt Magnus aan het langste eind.

Aanvankelijk verdedigt Aronian zich voortreffelijk, maar na verloop van tijd bezwijkt hij onder de druk. Dat is het grote probleem wanneer je tegenstander je telkens nieuwe problemen voorschotelt. Ook hier zien we zoals Ivan aangeeft hetzelfde patroon. Magnus staat niet zozeer beter. Als je het de computer vraagt is het zoals eerder opgemerkt vaak min of meer gelijk. Maar dan moet je vaak wel de computerzetten spelen. En daar zit hem de kneep: de menselijke logica steekt anders in elkaar. Er zijn stellingen die de computer zonder problemen speelt, maar waar mensen minder trek in hebben.

U kunt de hele partij naspelen.

Ivan presenteerde nog veel meer fraaie voorbeelden. Neem de volgende stelling. Wat zou u hier spelen met wit?

Intuïtief voelt u vast al aan dat je stelling verstoort met 19. e6! Ook in dit geval werden Anand de problemen al snel te machtig en ging hij verrassend snel kopje onder.

Magnus Carlsen’s Middlegame Evolution

De thema’s in het boek

Het zijn allemaal prima voorbeelden van hoe Magnus zijn tegenstanders uit balans brengt. Het boek van Ivan Sokolov bevat nog veel meer interessante thema’s, zoals:

  • Pionnenmeerderheid in het centrum
  • Hangende pionnen
  • De Sämisch variant van het Nimzo-Indisch
  • Aanval en profylaxe
  • Het paard domineert de loper
  • Magnus is menselijk (tja ook Magnus maakt fouten).
  • Oefeningen

Kortom: niet alleen een boeiende training, maar ook nog heel veel geweldig materiaal, zeer uitgebreide analyses en u kunt uzelf testen.

Binnenkort (13/4) geeft Jan Timman een training in het Max Euwe Centrum.

Over Michel Hoetmer

Michel schaakt al sinds begin jaren '70. Hij speelde bij schaakclub Utrecht (2e klasse KNSB) en hij was destijds ook redacteur van het clubblad. Tegenwoordig is hij lid van sv Pegasus in Amstelveen. In het dagelijks leven is hij verkooptrainer (www.salesquest.nl) en publiceerde diverse boeken en artikelen over verkopen en marketing. Hij is gediplomeerd schaaktrainer (2).

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.