Boekrecensie – Magnus Carlsen’s Middlegame Evolution van Ivan Sokolov

In het laatste Tatatoernooi was Magnus Carlsen als vanouds dominant met bijvoorbeeld overtuigende winstpartijen tegen Anish Giri (36 zetten), Richard Rapport (31 zetten) en Shakhriyar Mamedyarov (27 zetten). De partijen lijken simpel. Hoe doet hij dat toch? Iets voor het toernooi, in december 2021, kwam het boek Magnus Carlsen’s Middlegame Evolution uit van Ivan Sokolov waarin ik hoopte een antwoord te krijgen op deze simpele vraag.

Ivan Sokolov heeft inmiddels al heel wat boeken op zijn naam staan. In mijn boekenkast staan er twee: een boek over 4.e3 tegen het Nimzo-Indisch en Winning Chess Middlegames over verschillende pionnenstructuren in 1.d4-openingen. Beide werken las ik met plezier, omdat Sokolov met al zijn ervaring er goed in slaagt om ingewikkelde concepten relatief eenvoudig uit te leggen. Daarom was ik benieuwd naar zijn laatste werk dat zijn eerste boek is voor uitgeverij Quality Chess. 

Opbouw

Het boek begint met een interessante introductie. Sokolov maakt een sterkte-zwakte-analyse en concludeert bijvoorbeeld dat Carlsen sterk is met ruimtevoordeel, pionnenbreaks en kleine, positionele offers. De wereldkampioen is relatief minder sterk in chaotische stellingen en in stellingen waarin hij moet verdedigen. De opbouw van het boek komt voort uit deze analyse. In negen hoofdstukken behandelt Sokolov verschillende aspecten van Carlsens spel:

1. A Minor Sacrifice
2. Pawn majority in the Centre
3. Hanging Pawns in the Centre
4. Mastering the Nimzo-Indian Sämisch
5. Attack & Prophylaxis
6. Knight Dominates Bishop
7. Magnus is Human
8. Exercises
9. Solutions

Ieder hoofdstuk begint, zoals vaak bij de boeken van Quality Chess, met enkele stellingen die later in het hoofdstuk aan bod komen. De lezer kan er zo al zijn mening over vormen en zich vergelijken met de groten. Na deze stellingen volgt een kort stukje tekst waarna enkele partijen uitgebreid geanalyseerd worden. Sokolovs analyses zijn prettig en goed. Hij geeft veel uitleg en ook veel varianten, waarbij het duidelijk is dat de schrijver zich erg verdiept heeft in zijn materiaal en niet enkel de computer heeft laten draaien om varianten op te schrijven.

Mooi boek

Het boek is mooi. Deze editie is een hardcover en het is gelardeerd met veel mooie foto’s. 26 partijen worden uitgebreid geanalyseerd. Aanvankelijk vond ik dat er nogal veel internetpartijen en rapidpartijen in het boek stonden. Toen ik echt begon te tellen, bleek dat van de 26 partijen er slechts 5 niet met het klassieke tempo waren gespeeld. Dat valt mee en bovendien zijn de partijen met het snellere tempo tegenwoorden zo belangrijk en ook van zulk hoog niveau, dat het in het geheel geen beletsel meer hoeft te zijn om zulke partijen op te nemen in de literatuur. Dit boek bevat 280 bladzijden en wat mij betreft had het nog wel iets dikker mogen zijn.

Leerrijke inzichten

Voor mij was het verfrissend dat het menselijke element primeerde. Sokolov is niet te beroerd om het oordeel van de computer te negeren en te wijzen op praktische problemen die een speler kan ervaren. Een voorbeeldje uit het eerste hoofdstuk:

Magnus Carlsen – Levon Aronian, 2008

Carlsen speelde hier 15.d5!. Het uitroepteken is van Sokolov. Dat is een beetje verbazend want deze zet hoort op mijn computer niet bij de beste 12(!) zetten in de stelling. Sokolov geeft dat ook grif toe, maar wijst op de psychologische en praktische problemen die Aronian zo voorgeschoteld krijgt.

Ik heb heel wat geleerd uit het boek. Het beste hoofdstuk vond ik het derde, Hanging Pawns in the Centre. Uit andere boeken kan ik me vooral herinneren dat je geleerd wordt hoe je moet spelen tegen hangende pionnen, maar Sokolov slaagt er goed in op enkele handvatten te geven hoe je moet spelen met de hangende pionnen: een pion offeren om het initiatief te krijgen. Hij laat dat zien met een mooi voorbeeld, weer tegen Aronian

Magnus Carlsen – Levon Aronian, 2017

Als ik hier wit zou hebben, zou ik waarschijnlijk denken dat ik goed moet staan, maar tegelijkertijd zou ik niet goed weten hoe het nu verder moet. De manier die Carlsen kiest is de juiste en het blijft voor mij een beetje een mysterieuze manier om de stelling aan te pakken. Dat ligt natuurlijk aan mijn gebrekkige niveau, maar tegelijkertijd vond ik het bijzonder instructief

19.d5! exd5. 20.cxd5 Pe7 21. Te1! Een bijzonder pionoffer. Wit wil zijn paard op het bord houden, want dat heeft nog een belangrijke rol te spelen. 21…Pexd5 22.Pd4 en het paard gaat later naar f3 en e5, waarna duidelijk wordt dat de zwarte stelling vanuit verschillende hoeken onder vuur genomen wordt.

Minder hoofdstuk

Eén hoofdstuk vond ik minder overtuigend. In hoofdstuk 5 gaat het over aanvallen en prophylaxis en dit wordt geïllustreerd met maar één partij. Die partij waarin Li Chao Grünfeld-Indisch speelt tegen Carlsen is zeker erg interessant, maar het doel van dit hoofdstuk wordt me niet helemaal duidelijk. Ik had het prettig gevonden, en dat geldt voor alle hoofdstukken, als bijvoorbeeld aan het begin of eind van het hoofdstuk de belangrijkste punten nog eens duidelijk gepresenteerd zouden worden. In welke gevallen kiest Carlsen typisch voor een prophylactische zet? Wanneer trapt hij juist het gaspedaal in?

De meester vertelt

Ik vond het een aangenaam boek. Anders dan bij sommige andere boeken, merk je dat hier iemand met een bijzondere graad van deskundigheid aan het woord is. Bij sommige partijen heb ik er – en dat was alweer even geleden – bord en stukken bijgepakt om de partijen na te spelen. De kernpunten van zijn betoog had Sokolov wat mij betreft nog duidelijker mogen presenteren om zo voor de lezer nog inzichtelijker te maken hoe een soortgelijke stelling aangepakt zou kunnen worden. In de introductie geeft Sokolov aan dat er een tweede deel komt van het boek en dat is goed nieuws. Ik ben benieuwd!

Titel Magnus Carlsen’s Middlegame Evolution
Schrijver Ivan Sokolov
Uitgeverij Quality Chess
Aantal bladzijden 280
Prijs €29,95

 

 

1 Reactie

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.