Terugblik op het (en mijn) NK
Sinds 2019 heeft het NK elk jaar een andere locatie en een ander formaat. In 2019 een achtkamp in Amsterdam, in 2020 een jaartje niets, in 2021 een vierkamp in Rotterdam voorafgegaan aan knockouten in Hoogeveen en op de valreep van 2022 een knock-outtoernooi met 16 deelnemers in Groningen. De laatste keuze was waarschijnlijk vooral uit kostenoverwegingen bij gebrek aan sponsor. Het ko-systeem heeft wel nadelen: toen de FIDE wk’s ging organiseren met dat systeem leverde dat wereldkampioenen op als Khalifman en Kasimzdhanov, die beiden niet tot de wereldtop behoorden. De toevalsfactor wordt dus groter. Dit jaar bij het NK kun je echter wel stellen dat met Erwin l’Ami de sterkste gewonnen heeft.
Als deelnemer heeft het ko-systeem ook heel andere consequenties dan een gesloten toernooi. Bij een achtkamp bereid ik me meestal op iedereen een beetje voor, voor wit en voor zwart. Dit jaar wist ik vanaf begin december (de indeling werd gedaan op basis van de ratings van 1 december) wie mijn tegenstander zou worden (Robin Swinkels) en dus had ik me heel erg op hem voorbereid. De manier van indelen was overigens wel opvallend: in de eerste ronde (1/8e finale) 1-16, 2-15 etc. Als dan de hoger geplaatsen steeds winnen, wordt de tweede ronde 1-5, 2-6 etc. Dit zodat de nummer 1 niet steeds de makkelijkste tegenstander zou krijgen. Voor mij was het niet zo gunstig, want ik was die nummer 5…. Een andere consequentie is dat je niet weet hoe lang je in het toernooi zit. Zelf had ik kleren meegenomen zodat ik het net na kerst zou redden. Bij het halen van de halve finale is het extra prijzengeld minstens 800 euro, dus het wassen van de kleren (wat in hotels vaak duur is, als ze die service hebben) kon er dan wel vanaf. En ik had voor de volle tien dagen geboekt (vanaf een dag van tevoren). De bond had met een hotel een afspraak waardoor ik uiteindelijk alleen de nachten hoefde te betalen die ik gebruikt had. Scheelt weer gedoe!
Regeltechnisch viel me ook wat op, los van dat het reglement vol met fouten stond (zie reactie van Frits Fritschy): er leken geen specifieke maatregelen tegen valsspelen te zijn. Geen scanners en volgens mij ook geen vertraging bij het uitzenden. Enerzijds fijn: gescand worden is gedoe, vertraging bij live games is minder leuk voor kijkers en de streamer van dienst. Maar misschien ook wel naïef? Los van het tegengaan van valsspelen maak je zo ook eventuele verdachtmakingen minder plausibel. Ik ben benieuwd of er bij Tata Steel Chess wel maatregelen komen.
Robin Swinkels was dus mijn tegenstander in de eerste match. Op rating was ik licht favoriet (2575 vs 2514) maar hij was in het verleden een lastige tegenstander voor me, met verschillende pijnlijke herinneringen. Zoals:
Reinderman-Swinkels, Maastricht 2008. Wit staat een volle toren voor. Desondanks is het nog even werken voor de winst, maar ik verloor dit nog.
Swinkels-Reinderman, Bataviatoernooi 2013 na 17…a5. Ik speelde hier nog wat zetten door, niet dat ik hoop had op een ander resultaat dan verlies, maar omdat ik niet in een miniaturenverzameling wilde komen. Ik sliep de nacht erop slecht. Toch kwam het nog goed met me: een paar maanden later werd ik Nederlands kampioen.
Robin is wel iemand die soms te lang nadenkt en in de eerste partij kwam hij al snel in tijdnood. Mede daardoor maakte hij verschillende fouten, maar ik miste zelf ook twee keer een goede kans.
Wit heeft hier een moeilijke winst. Ik ruilde op b5, maar 22.Pb6! Tb8 23.a5 Lxb2 24.Pb4! Lxa1 25.Txa1 wint. Dat is niet heel duidelijk op het eerste gezicht, maar wit wint pion a6 of een kwaliteit met een paardvork op d7 en blijft daarna nog heel actief staan. Makkelijker te snappen dan te vinden.
32.Pc6 ligt voor de hand, maar ik was na torenruil bang voor 33…Pd4. Ten onrechte: schaak op e7, toren naar b7, wit staat heel goed. Beter is 33…g5 en dan heeft zwart goede remisekansen. In de partij had hij het veel makkelijker: 32.Pd5? Lxe5! Zelfs in het eindspel drie tegen drie met ongelijke lopers kreeg ik nog kleine kansen, maar Robin vermeed alle valsstrikken en het werd remise.
In de tweede partij verraste ik hem met de Moderne Benoni, een opening die ik lang niet gespeeld had. Het pakte niet goed uit: na een passieve zet op zet 18 kwam ik heel slecht te staan. Ik kwam vooral op zet 37 goed weg.
Hij had (met niet veel tijd op de klok) 37.Te6! Lxe6 38.dxe6 Dxe6 39.Pd4 gezien maar niet dat 39…Dd7 40.Lc6! wint voor wit. Ook 39…De5 40.Te1 Dc5 41.Pe6+ wint voor wit. Na de eerste tijdcontrole stond het vervolgens zo:
Het probleem voor wit is dat het niet zo makkelijk is een zet te verzinnen. 41.Pc2 Te2 is bijvoorbeeld niet fijn. Toch zijn er verschillende zetten die kunnen: 41.Kf1 bijvoorbeeld op e2 te dekken, zelfs 41.Dd2 Dxa3 42. Dd4+ is mogelijk. Robin deed echter 41.Db4? en terwijl ik nadacht over mijn antwoord vervloekte hij zichzelf. Hoe kon hij zo dom zijn om dameruil aan te bieden? Met dames op het bord staat de witte koning veilig en de zwarte wat bloot. Zonder dames is de witte koning moeilijk te activeren terwijl de zwarte een mooie route heeft: f6-e5-d4-c5-b4-b3. Precies wat in de partij ook gebeurde, na dameruil was de winst een kwestie van techniek.
In de kwartfinale was ik de underdog tegen regerend kampioen Max Warmerdam, die soepel met 2-0 van Arthur de Winter had gewonnen. De eerste partij speelde ik met wit remise in een partij waarin we kansen op meer hadden.
Kent u de Grischukstrategie? Die deed ooit mee de kandidatenmatches toen dat ook volgens het KO-systeem werd gespeeld. Zijn strategie was om de klassieke partijen zo snel mogelijk remise te spelen (ook met wit) om daarna in de partijen met versnelde bedenktijd toe te slaan. Dat is voor sommige spelers een plausibele strategie (hallo Hing Ting Lai!) en na deze partij leek me het ook wel iets. Eigenlijk hoopte ik het snelschaken te halen, waarin van alles kan gebeuren. Twee partijen lang ging het goed: in de klassieke partij met zwart had ik steeds een klein nadeeltje, maar daar bleef het bij en volgens de computer heb ik geen grote fouten gemaakt. In de witte rapidpartij had ik volgens dat plan d5 moeten doorzetten na de opening, wat sowieso het plan in die stelling is: wit mag dan hopen op een licht plusje. Ik wachtte ermee en de partij werd remise door zetherhaling, maar zwart staat beter in de slotstelling. In de zwartpartij ging het helaas mis. Ik speelde iets te snel: het speeltempo was 25 minuten en 10 seconden per zet, best veel. In de opening miste ik een goede kans op een gelijke stelling en in het middenspel maakte ik in mindere stelling een blunder waardoor ik een kwaliteit verloor. Maar goed, in de klassieke partijen 2.5 uit 4 tegen twee grootmeesters, het was geen slecht NK voor me.
De beste uitvoerder van de Grischukstrategie was Robbie Kevlishvili. Niet dat hij allemaal korte remises speelde (remise aanbieden voor zet 40 was sowieso zonder toestemming van de wedstrijdleider niet mogelijk), sterker nog, zijn beide klassieke partijen tegen Warmerdam duurden 76 zetten. In beide partijen was de student uit Saint Louis in de problemen, net als in de rapidpartijen, maar hij kreeg geen doelpunt tegen. En toen kwam het snelschaken. Dat is volgens Van Gaal een loterij en dat bleek: Kevlishvili won de match dankzij sudden death omdat Warmerdam in betere stelling ondanks increment door zijn tijd ging. Ook in de finale ging Kevlishvili duidelijk voor de tiebreak door zijn witpartij in 13 zetten met een bekende zetherhaling remise te maken en dat had succes kunnen hebben als hij zijn duidelijk betere stelling met wit in de eerste rapidpartij ook had gewonnen. Het was het enige moment in het toernooi dat Erwin l’Ami in de problemen kwam en dat hij deze partij en uiteindelijk de match en titel won, deed recht aan zijn spel. Zijn eerste Nederlandse titel, het werd tijd. Dat vond hij zelf ook: niet dat het nou een obsessie voor hem aan het worden was, maar dat hij eindelijk de titel aan zijn palmares kon toevoegen is toch wel heel prettig.
(Dit verslag kwam tot stand uit een samenwerkingsverband tussen de KNSB en Schaaksite).
Mooi Dimitri. Soms hilarisch om te lezen. Fraai: partij-analyses met zelfkritiek.
Zag nog een foutje: ‘partjen’ (ofzo) ipv partijen. Heb net een stukje van je stuk geciteerd op mijn site https://renzoverwer.wordpress.com/2023/01/01/bij-nk-schaken-geen-bodyscan/
Idd mooi verslag. De verschillen in financiën worden wel erg groot in de schaakwereld: terwijl ik net in the New in Chess lees dat Wesley So een fors bedrag op zijn bankrekening mag bijschrijven voor ik meen een Chess.com toernooi wordt het NK in een sporthal georganiseerd met een vrij droevig prijzengeld. Wil Chess.com het NK niet sponsoren?