Recensie: Endgame Virtuoso Magnus Carlsen Volume 2

Dat er veel boeken verschijnen, ondanks de veel hogere papierprijs, heb ik u vast al eens laten weten. Maar om die boeken ook nog van kaft tot kaft te gaan lezen, vergt meer tijd. Het kan daarom gebeuren dat er op mijn bureau een aantal boeken blijft liggen dat nodig eens grondig bekeken moet worden. Eén daarvan is het boek “Endgame Virtuoso Magnus Carlsen” van de Hongaar Tibor Karolyi dat al vroeg in 2023 is uitgekomen.

In april 2020 verscheen Volume 1 over Magnus en onze gewaardeerde recensent, IM Koen Leenhouts, schreef daar deze mooie recensie over. In 2007 had dezelfde Karolyi ook al een boek over de eindspelen van Anatoly Karpov verschenen, getiteld “Endgame Virtuoso Anatoly Karpov”. Daarvan is – als ik het goed zie – alleen nog het e-book nog beschikbaar.

Inmiddels vond Karolyi dat er een tweede deel moest komen van de eindspelen van Carlsen, ook omdat hij de meest recente periode in de carrière van de Noor onder de loep wilde nemen. De eindspelen in Volume 1 handelen tot aan 2018 maar de auteur geeft in zijn voorwoord aan dat er sindsdien zoveel moois door Carlsen is geproduceerd, dat een tweede deel onvermijdelijk was.

Dan nu naar de inhoud van het boek. Het is onderverdeeld in zes hoofdstukken:

Chapter 1 2018: domination challenged
Chapter 2 2019: big pay-off
Chapter 3 2020: going online
Chapter 4 2021: a mixed year
Chapter 5 2022: many brilliant games
Chapter 6 2019: An interview with Peter Heine Nielsen

Het aardige van Karolyi is dat hij bij elk hoofdstuk een persoonlijke noot toevoegt aan het jaar dat hij de resultaten en ups en downs van Carlsen bespreekt. Met die persoonlijke noot bedoel ik onder andere dat hij hem in bepaalde partijen soms vergelijkt met andere giganten in het eindspel, zoals Karpov en Fischer.

Net zoals Koen Leenhouts aangeeft in zijn recensie van het eerste deel over Carlsen, weet Karolyi de lezer te boeien met mooie voorbeelden. Gezegd moet worden dat zijn uitleg en commentaar bij de fragmenten die hij aanbiedt prettig leest en meestal niet ‘overruled’ wordt met grote variantenbomen. Soms kan hij niet anders omdat hij een bewering die hij doet, anders niet kan staven. Ik heb dat zelf ook gemerkt bij het schrijven van mijn boek over het eindspel: “Chess Endgames for Club Players”.

Magnus Carlsen (foto Harry Gielen)

 

Soms moet je de lezer meer houvast geven door met behulp van de computer een typerende spelvoering te geven om een bepaalde winstvoering te verduidelijken. In mijn boek vermijd ik zoveel mogelijk grote variantencomplexen omdat ik uit ervaring weet dat de meeste naspelende lezers dan afhaken. Ik had Karolyi slechts sporadisch kunnen ‘betrappen’ op zo’n complexe variantenboom, zoals bijvoorbeeld in een partij Carlsen – Caruana, de eerste tiebreak van de WK-match in 2018 (pagina 47 van het boek). Daar ontkwam hij er kennelijk niet aan, maar als ik een variant B4241) zie opdoemen, begin ik huiverig te worden…

Gelukkig is het merendeel van de voorbeelden van helder commentaar voorzien waarbij zijn opmerkingen vaak de spijker op zijn kop slaan. Daarin zie je ook dat Karolyi een trainer is met veel ervaring en groot inzicht, die de coach is geweest van vele sterke spelers, waaronder Peter Leko en Judit Polgar.

Omdat Karolyi geïnteresseerd was in de manier waarop Carlsen werkt aan zijn eindspeltechniek, trok hij de stoute schoenen aan en hield (via Skype) een interview met diens ‘long time coach’ Peter Heine Nielsen uit Denemarken. Daarin komen vele interessante aspecten naar voren waarin de lezer wat meer wijzer wordt gemaakt van de werkwijze van een wereldkampioen met heel bijzondere eindspelvaardigheden.

Wat mij als schaaktrainer tenslotte erg aansprak was aan het eind van het boek een speciale “eindspel classificatie” waarmee de lezer eenvoudig kan zoeken op bepaalde thema’s. Het is een welkom middel om razendsnel te zoeken naar thema’s zoals “zetdwang”, “pionnenwedloop”, “afsnijden van de koning” enzovoort.

 

Conclusie
Dit tweede boek over Magnus Carlsen geeft een inkijkje in de magistrale behandeling van het eindspel door de man die al een heel decennium bovenaan de wereldranglijst staat. Dat het eindspel een wapen kan worden in de handen van een speler, toont Carlsen meer dan eens op voortreffelijke wijze aan. Dat onderscheidt hem misschien van andere topspelers die hun heil voornamelijk zoeken in het zoeken naar nieuwe wegen in de opening. Carlsen is tevreden als hij gelijk uit de opening komt, of hij nou wit of zwart heeft. Als hij maar een ‘speelstelling’ krijgt, waarin hij zijn superieure strategische inzicht kan benutten. En vrij vaak resulteert dat in middenspelen zonder dames en eindspelen die hij over het algemeen veel beter beheerst dan de meeste van zijn tegenstanders. Tibor Karolyi is er wat mij betreft opnieuw in geslaagd om een leerzaam boek af te leveren!

Hoewel het moeilijk kiezen was, heb ik uit het boek een selectie gemaakt van opzienbarende eindspelen.

 

SCHAAKTECHNISCHE FRAGMENTEN

Alle fragmenten kunnen onderaan dit artikel via de viewer nagespeeld worden.

Carlsen, Magnus – Caruana, Fabiano

Dit is een snelschaakpartij en dan kunnen er dingen gebeuren als hieronder het geval is. We nemen de draad op in deze stelling. Carlsen verdedigt zijn pion en het is net alsof hij niets anders doet.
38. Tb1 f5??
Caruana heeft niet door wat de witte dreiging is. Na 38…Tb3 39. Kd2 [of 39. Kd3 Lb5+ 40. Kc2 Lc4] 39…f5 [39…Tb4 40. Kd3] 38…Tc4 zou er totaal niets aan de hand zijn.
39. b3!!
Ik neem de uitroeptekens over van Karolyi. Hij is daar niet scheutig mee, maar ik begrijp de euforie die hij heeft na het uitvoeren van dit kleine pionzetje. De stelling is onmiddellijk verloren voor zwart. De toren raakt ingesloten en Carlsen weet dat voordeel perfect uit te buiten.
39…fxg4 40. Pa2 Tb5 41. b4

41…gxf3 42. Kxf3
Uiteraard neemt wit met de koning terug zodat zwart nooit een vrijpion kan creëren.
42…Lf5 43. Tb2 Kd7 44. Pc3 Kc6 45. Ke3!
Het onmiddellijk nemen van de kwaliteit zou de winst weggeven: 45. Pxb5? Kxb5 46. Ke3 Kc4 en zwart is uit de problemen.
45…Le6 46. Kd2!
Karolyi: “Carlsen plays stylishly, though such subtle play was not necessary as 46. Pxb5 Kxb5 47. Kd3 would also won as well.
46…Lf5 47. Tb3 Le6
Zwart kan totaal niets doen.
48. Kc1
Magnus wil naar a4 met de koning om zelfs de volle toren te winnen.
48…Lf5 49. Kb2 Le4 50. g3 Lf5 51. Ka3
De koning neemt de rol van de toren over om pion b4 te verdedigen.
51…Lc2 52. Tb2 Ld3 53. Tf2 1-0

 

Carlsen, Magnus – Anand, Viswanathan

Het fragment in het boek begint eerder, maar de stelling vanaf dit diagram leek me karakteristiek voor het spel van Carlsen, waarbij het lijkt alsof hij zelfs de sterkste spelers ter wereld aan het wankelen krijgt. De witspeler heeft zojuist met Txa7 een pion gewonnen en daarmee dwingt hij zijn tegenstander heel precies te spelen om de stelling binnen de remisemarge te houden.
37…Kf6??
Deze zet verliest. Alleen met 37…Ta3!! had Anand het evenwicht kunnen behouden. Het idee is om met …d4 zijn zwakke pion op te lossen. Karolyi geeft nu de volgende varianten: 38. Kf3 [In het geval van 38. Kf4 volgt nu wel 38…Kf6! 39. f3 Ta2 en zwart houdt stand.] [Op 38. Kh2 (zoals in de partij gebeurt) antwoordt zwart het best met 38…Ta2 waarna wit weinig beters heeft dan weer 39. Kg3 Ta3!] 38…d4 39. Ke2 dxe3 40. fxe3 Kf6 41. Kd2 Kg5 42. Kc2 en zwart kan zich volgens Karolyi op verschillende manieren verdedigen. Bijvoorbeeld met 42…f5 [of 42…Kh4].
38. Ta8 Ta3 39. Kh2!
De koning kruipt terug om …d4 te verhinderen.
39…h5

40. a7!
Dit is zo’n verplichtende zet waarbij de witspeler heel goed moet weten wat hij doet. Vaak laat wit de pion op a6 zodat de koning ooit een schuilplaats op a7 kan vinden. Dat is hier niet nodig. De belangrijkste bedoeling hiervan is dat de zwarte toren gebonden blijft aan de a-lijn en dat de zwarte koning moet oppassen voor schaakjes in de rug.
40…Ta2 41. h4 Kf5 42. f3 Ta1 43. g3!
En hier gaf Anand zich gewonnen. Een beetje vroeg misschien, maar wel gerechtvaardigd. Ik geef een plausibele variant waarin blijkt waarom de ex-wereldkampioen de handdoek in de ring wierp. Karolyi doet de winstvoering af met één opmerking: “White opens the path for the king to get to the queenside. In zetten: 43. g3 Ta2+ 44. Kg1 Kf6 45. Kf1 Kf5 46. Ke1 Kf6 47. Kd1 Kf5 48. Kc1 Kf6 49. Kb1 Ta6 50. Kb2 Tb6+ 51. Kc3 Ta6 52. Kb4 Ta1 53. Kc5 en nu zien we waarom zwart zijn zwakte op d5 had moeten oplossen. De pion gaat verloren waarna wit een nieuwe vrijpion kan creëren. Nu wordt 53…Ta5+ beantwoord met 54. Kb6 Ta1 55. Te8 en promotie volgt.
1-0

 

Ding, Liren – Carlsen, Magnus

Met deze stelling probeert de auteur te laten zien hoe diep Carlsens begrip van het spel is. Hij citeert Carlsens ‘levenslange’ coach, Peter-Heine Nielsen:
23…Kg7!
“A nice move, removing the king from the light squares meaning that e.g. Bxd5 will now never be a check, but noteworthy is that Magnus chooses the more active position on g7 instead of the by sight safer place at h8. However, in the game continuation it is obvious that protecting f6, and later being closer to the centrum, are important factors”. Eigenlijk zegt hij dat in het eventuele eindspel dat kan ontstaan de koning op g7 dichterbij het centrum staat, hetgeen een enorm voordeel kan zijn.
24. Tfc1 Lxe2 25. Txc7 Dxc7 26. Te1 Lc5 27. Dxd5 Te8

White has no way of exploiting the pin in the e-line, and Ding has to start caring about safety. Here, however, he miscalculates.
28. Db7?!
28. Dc6! would be the correct way, the difference being after 28…Dxc6 29. Pxc6 Lh5 White has 30. Tc1! when he will manage to liquidate the queenside and make a draw.
28…Dxb7 29. Pxb7 Lf8
Now, however, it is another matter, as the game shows Black has excellent chances due to the queenside targets if the rooks are exchanged.
30. Lc6?
Magnus thus during the game felt that 30. Pd8 was by far White’s best move, and while 30…Txd8 31. Txe2 Td1+ 32. Lf1 Lc5 still is not exactly pleasant for White, he seems to make a draw by exact play, like 33. Te4 b3 34. Tc4 Ld4 35. Tb4 Td2 36. Txb3 Lxf2+ 37. Kh1 as while Black obviously has some initiative, it should not be enough for the win.
30…Te7 31. f3 Lc4 32. Txe7+ Lxe7
Black’s advantage is obvious, pair of bishops, and targets on both wings to attack. Is it enough to win? I assume it’s borderline, but to quote Larsen, practically what matters is if there is winning chances.
33. Kf2 f5 34. Ke3
34…Lg8!
A beautiful move, that even managed to get a praising Tweet from Giri. It exploits the whole board, and thus exemplifies the difference between the knight and the bishop in mobility.
35. Kd3 g4!?
35…Bf6 is met by 36 Nd6 securing sufficient counterplay. Now, however, Magnus starts creating targets on the kingside, when …h5 …h4 will be next. White’s choice is between which kind of fortress to go for. Playing f4 keeps the position closed, but risks the bishop landing on g1, while fxg4 exchanging pawns feels logical, but then leaves the black king a much easier path to the opponent camp via the center.
36. Pa5
36. fxg4 fxg4 37. Lb5 Ld5 38. Pa5 Lc5 39. Ld7 h5 40. Pc6 Kf6 The right decision would actually have been keeping positive thoughts and pushing the a-pawn to a6, starting with 36. a5! After 36…h5 37. a6 not only is the white pawn much closer to queening and thus Black has to be a bit more careful, but also is the knight stably protected on b7. Black has several tries keeping practical chances, but objectively the position seems drawn.
36…Lc5
White’s knight does get rerouted back to the defences, but at the huge price of allowing the bishop to penetrate on g1.
37. Pc4 Lg1 38. Pe3 Le6 39. fxg4 fxg4
40. Ke2
Tactically White is OK, as 40…Bxh2 41.Kf2 threatens 42.Nf1, but Black of course instead just increases the pressure having passified White completely.
Volgens Karolyi had wit 40. Ke4 moeten proberen met meer praktische kansen op remise. Hij geeft als voorbeeld: 40…Lxh2 41. Kf4 h5 [Na 41…Lg1 42. Ke5 Kf7 43. Pf5 denkt Karolyi dat zwart objectief gezien moet kunnen winnen, maar dat het nog een hele klus is.] 42. Kg5 Lg1 43. Pf5+ Kf8 en zwart zou moeten winnen, hoewel een ongeluk hier nog altijd in een klein hoekje zit.
40…h5! 41. Ld5 Ld7 42. Lb3 Lxh2 43. Kf2 h4! 44. gxh4 Le5
In principle every exchange should get White closer to the draw, but Black creating a passed pawn is a much bigger factor.
45. Pc4 g3+ 46. Kg1 Lf4
It’s been a common quote of Magnus that he does not really believe in fortresses, a feeling letting him down e.g. in the WC-game 4 vs Karjakin, but here everything is in order. Black’s king will enter easily.
47. Ld1 Lc6 48. b3 Kh6 49. a5 Le4 50. Kf1 Kg7 51. Kg1 Kf6 52. Kf1 Ke6 53. h5 Kd5 54. a6 Kd4 55. Lg4 Kc3
56. Le6
56. Ld1 only defends very temporarily as 56…g2+ 57. Kg1 Ld5 puts White in a complete zugzwang.
56…Lc2 57. Pa5 Lc7 58. Pb7 Ld3+ 59. Kg1 Lxa6!?
My computer says 59…Be4 is mate in 7, but criticising a move that forces instant resignation is too much. An excellent game from Magnus, showing his skills in all 3 phases of the game.
0-1

 

Vallejo Pons, Francisco – Carlsen, Magnus

48. Lc6?
Met zijn vorige zet maakte wit zojuist een lelijke fout. In deze stelling kiest zwart ervoor om een eindspel zonder pionnen te gaan spelen waarin hij de kwaliteit meer heeft. De aanwezigheid van ongelijke lopers zorgt ervoor dat zijn winstkansen vrijwel 100% zijn. 48. Txg3! Lxg3 [48…Pg5+ 49. Kg4] 49. Kxg3 is a theoretical draw while “R+B vs B+N” is theoretically won in case of opposite-coloured bishops. True, that position is very difficult. I failed to score a victory against GM Kivanc Haznedaroglu in a similar situation but Magnus Carlsen manages it much better.
48…g2! 49. Lxg2 Pf4+
Wit is verplicht de kwaliteit te offeren.
50. Txf4+ Lxf4 51. Lf3
Bij dit diagram schrijft Karolyi: “Interestingly, Fischer could have such an endgame against Browne in Rovinj/Zagreb 1970. His annotations to this game suggests that he thought that it would be a draw. I guess Carlsen already knew that the extra exchange in the presence of opposite-coloured bishops is decisive”. Dat is in de partij van Carlsen inderdaad het geval, maar in de partij van Fischer moest ik wat dieper graven of de Amerikaan toch verloren had gestaan. Zie het volgende fragment voor mijn bevindingen in de partij Browne-Fischer.
51…Lb8
Nu wordt 51…Tf2 beantwoord met 52. Kg4 Lb8 53. Pe3 met remise.
52. Pg3 Kg5 53. Pe2 Lc7 54. Kg2 Kh4 55. Kf2 Lb6+
56. Ke1
Na 56. Kg2 Le3 beginnen zetdwangthema’s zichtbaar te worden: 57. Kh2 Ta1 58. Kg2 [58. Le4 Tf1 59. Ld3 Tf2+ 60. Kh1 Kg4-+] 58…Te1 59. Kh2 Tf1-+.
56…Le3 57. Kd1 Kg5 58. Le4 Kf6 59. Lf3 Ke5 60. Lg2 Kd6 61. Le4 Kc5 62. Lf5 Td2+ 63. Ke1 Td8 64. Le4 Kc4 65. Kf1?!
This endgame is almost impossible to explain. For some reason, 65. Pg3 was better. If 65…Te8 then 66. Lg6.
65…Tf8+ 66. Ke1?
And here the stalemate trick 66. Kg2!! Tf2+ 67. Kh1!! was White’s last chance to continue resistance. 67…Txe2?? 68. Ld3+! Kxd3=.
66…Lf2+!
Black forces White’s king to the a1 corner and mates it there.
67. Kd2
67. Kf1 Lc5+ 68. Ke1 Lb4+ 69. Kd1 Td8+ 70. Kc1 Ld2+ 71. Kc2 Le3 leads to the same outcome.
67…Td8+ 68. Kc2 Le3 69. Lf3 Td2+ 70. Kb1 Kb3 71. Pc1+ Ka3 72. Pe2 Tb2+ 73. Ka1 Tb8
(Commentaar in het Engels van Krasenkow in de Megadatabase)
0-1

 

Browne, Walter Shawn – Fischer, Robert James

88. c7?
Met 88. Th7! had Browne vermoedelijk de winst kunnen afdwingen. Niet alleen gaat de toren naar zijn ideale veld (achter de zwarte vrijpion en omdat er straks een lelijke paardvork in komt te zitten), wit heeft natuurlijk geen haast en kan het beste de positie van zijn stukken verbeteren.
88…Pd7 89. Kc6
89. Le6!? (zie analysediagram)
89…Le7!! [89…h1=D?? 90. Lxd7+ Kxc7 91. Lc6++-] 90. Txe7 h1=D 91. Lxd7+ Kxc7 92. Lc6+ Kd6! 93. Td7+ Ke6 94. Lxh1 Kxd7= Nu volgt op 89. Th7 Kxc7 90. Le6 h1=D 91. Txh1 Pe5 (zie analysediagram)
met remise, als ik de engine moet geloven. De tablebases (van Syzygy) geven echter uitsluitsel. Deze stelling zonder pionnen is gewonnen (maar dan wel in 102 zetten). Ik geef alleen de meest optimale zet voor beide spelers aan. 92. Lf5 Lf8 93. Th8 La3 94. Ta8 Le7 95. Ta6 Ld6 96. Lh3 Lf8 97. Te6 Pf7 98. Tc6+ Kd8 99. Tf6 Ke8 100. Kc4 Pg5 101. Lf5 Ke7 102. Tg6 Ph7 103. Kd4 Pf6 104. Ke5 Pe8 105. Te6+ Kd8 106. Lh3 Ld6+ 107. Kd4 Lb8 108. Kc5 Pg7 109. Te4 Pe8 110. Kc6 Pf6 111. Te6 Pe8 112. Lf1 Pg7 113. Tg6 Pe8 114. Lc4 Lf4 115. La2 Ke7 116. Te6+ Kd8 117. Lb1 Pd6 118. Lg6 Lg3 119. Te3 Lf4 120. Tf3 Le5 121. Kd5 Lh2 122. Th3 Lf4 123. Th7 Pc8 124. Ld3 Pe7+ 125. Ke6 Pc6 126. Td7+ Kc8 127. Lf5 Pa5 128. Kd5 Kb8 129. Kc5 Pb7+ 130. Kc6 Pa5+ 131. Kb5 Pb7 132. Lh3 Lc7 133. Td5 Lf4 134. Kc6 Pd6 135. Td4 Lh2 136. Ta4 Lg3 137. Tb4+ Ka7 138. Lg2 Pc8 139. Ta4+ Kb8 140. Tg4 Pa7+ 141. Kd7 Lc7 142. Tb4+ Pb5 143. Txb5+ maar hier treedt de 50-zetten regel in werking, dus de mens in een praktische partij heeft er niets aan…
89…h1=D!
Dat heeft Fischer knap uitgedokterd! Direct 89…Pe5+ verliest na 90. Kb6 Lc5+ 91. Kxc5 Pxf7 92. Kb6! en dreigingen Le6+ en Lb7+ kunnen alleen gepareerd worden met 92…Pd8 maar dan is 93. Lh1! beslissend: 93…Kd7 94. Le4 h1=D 95. Lxh1 Kc8 96. Le4 Kd7 97. Lf5+ Ke7 98. c8=D.
90. Lxh1 Pe5+ 91. Kb6
91…Lc5+!
En moet hij ook nog deze hebben gezien! 91…Pxf7?? 92. Lb7+ Kd7 93. c8=D+ +-.
92. Kxc5 Pxf7 93. Kb6 Pd6 94. Ld5 Kd7□
95. Lc6+ Kc8 96. Ld5

Ook een zet als 96. Lg2 levert geen winst op vanwege 96…Pc4+ 97. Kc6 Pe5+ 98. Kd6 Pc4+ enzovoort.
96…Kd7 97. Lb3 Pc8+ 98. Kb7 Pe7 ½ – ½

 

Alle fragmenten kunnen hier via de viewer nagespeeld worden:

 

Bestelpagina op de website van de uitgever: newinchess.com/endgame-virtuoso-magnus-carlsen-volume-2-paperback

Inkijk: (pdf): newinchess.com/media/wysiwyg/product_pdf/9162.pdf

Titel: Endgame Virtuoso Magnus Carlsen
Auteur: Tibor Karolyi
Uitgeverij: New in Chess
Pagina’s: 255
Gepubliceerd: 2023
Prijs: € 24.95
ISBN: 9789493257702
Type: paperback

Bron voor de analyses: Megadatabase van Chessbase

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.