Verslaggevers gezocht!

Komende vrijdag begint de WK-match tussen Magnus Carlsen en Ian Nepomniachtchi. Wij zullen daar elke matchdag een bericht over plaatsen met op zijn minst de uitslag en partij, maar een uitgebreider verslag is natuurlijk leuker. Daartoe zoeken we vrijwilligers die de partij in woorden willen omschrijven met daarbij een (korte of uitgebreide) analyse. Het is niet per se nodig om hiervoor een heel sterke schaker te zijn (al helpt het wel),

Lees meer >

Jeugdjournaal over Amerikaans nationaal meester Tanitoluwa Adewumi (10)

Tanitoluwa “Tani” Adewumi, zoon van Nigeriaanse vluchtingen, is een nationale bekendheid geworden in Amerika door het schaken. Kasparov prees hem, Bill Clinton bezocht hem, Nakamura en Caruana speelden vluggertjes met hem, Ashley interviewde hem. Op 10-jarige leeftijd is hij als één van de jongsten ooit Nationaal Meester geworden. Zijn doel is om de jongste grootmeester ooit te worden (op dit moment is het record van Karjakin, maar Abhimanyu Mishra is hard op weg dat te verbeteren).

Lees meer >

Schaken is oorlog, maar ook een spel

Schaken is een oorlogsspel. Winnen, verliezen of gelijk spelen. Een zero sum game. Dat bedacht ik me toen ik rondliep in Wijk aan Zee tijdens het Tata Steel Toernooi. Na afloop van het toernooi zal een deel van de spelers blij zijn geweest met de gewonnen Elo-puntjes, teleurgesteld zijn over de verloren rating, of tevreden zijn omdat ze ongeveer gepresteerd hadden op het veronderstelde niveau. Maar met zijn allen zijn die spelers er niet beter op geworden,

Lees meer >

Onvergetelijk toiletbezoek

Ieder jaar ben ik in januari een paar dagen in Wijk aan Zee te vinden. Het Hoogovenschaaktoernooi, dat tegenwoordig het Tata Steel Chess Tournament heet, vindt daar plaats.

Het dorpje, dat het van de zomer en de badgasten moet hebben, komt dan even uit zijn winterslaap om schakers uit de hele wereld, professionals en amateurs, gastvrij te onthalen.

Het is ieder jaar een groot feest. Naast de harde strijd op de schaakborden is het een reünie, een hartelijk weerzien van oude bekenden.

En soms gebeurt er iets dat je voor altijd bij blijft. Eén zo’n gebeurtenis vond vijf jaar geleden plaats. Ik stond op het toilet te plassen toen een absoluut fenomeen zich naast me vervoegde. Het was niemand minder dan Ton Sijbrands, die net als veel andere dammers ook schaakt. Sijbrands had het jaar daarvoor het wereldrecord blindsimultaan dammen op 66-jarige leeftijd scherper gesteld.

Van 19 tot 21 december 2014 speelde hij blindsimultaan tegen 32 tegenstanders en behaalde een score van 72 procent. Hij won 14 keer, speelde 18 keer remise en verloor geen partij. De simultaan duurde ongeveer 48 uur en vond plaats in het raadhuis van Hilversum.

Bij het handenwassen kwam een wat oudere man naderbij die Ton beschroomd aansprak. “Ik heb nog tegen u gespeeld”, zei hij eerbiedig. “Mag ik vragen hoe u heet?”, vroeg Sijbrands vriendelijk.

Lees meer >

Balletje, balletje

Een blik op de speellijst bevestigde mijn vermoeden. Ik moest tegen hèm. Niet lang daarna kwam hij op me af met die karakteristieke geamuseerde grijns op het gezicht en sprak hij op de licht zangerige toon die hem eigen is: “Wij spelen Wim.” Even later zaten we tegenover elkaar. “Hebben we al eens gespeeld?”, was zijn vraag en ik wist niet zo goed of dit nu een welgemeende vraag was of dat hij me slechts wilde herinneren aan een pijnlijke ervaring.

We hadden inderdaad al eens gespeeld. Ik was door hem in een soort moeras getrokken waarin ik objectief gezien wel beter stond, maar waar een fout levensgroot op de loer lag. En die maakte ik. “Ja, we hebben al eens gespeeld en jij won”, zei ik afgemeten. Hij kneep zijn ogen dicht om als het ware ongestoord in zijn herinnering te kunnen graven. “O ja”, zei hij na een korte pauze en zijn gelaatsuitdrukking verraadde binnenpret, “jij greep naar je hoofd onder de uitroep: ‘ach, een blunder gemaakt.’”

Dat hij zich dát herinnerde en niet iets schaaktechnisch is veelbetekenend. Hij lijkt het schaakspel geheel anders te beleven dan wie dan ook en dat heeft iets verontrustends. Je krijgt er geen vat op, je weet niet wat je te wachten staat. Dat ‘anders’ beperkt zich overigens niet tot het schaakbord.

Een paar maanden geleden liep ik met mijn vrouw in de buurt van Scheveningen op een vrijwel verlaten strand. Een eenzame man kwam ons tegemoet. Híj was het en in tegenstelling tot mijzelf leek hij totaal niet verrast. We gaven elkaar een hand en gingen vervolgens ieder ons weegs. Enige weken later stond ik in het winkeltje van het Franciscus Gasthuis op zoek naar iets leuks voor de zieke die we gingen bezoeken. “Dag Wim”, hoorde ik plots, en daar stond hij weer, als uit het niets opgedoken.

Lees meer >

Steun Schaaksite.nl

Oproep om Schaaksite te steunen.

Lees meer >

Een zomeravond op een schaakclub

Toen me gevraagd werd of ik, net als twee jaar geleden, een avond van het zomerschaak bij Erasmus wilde verzorgen, hoefde ik niet lang na te denken. “Natuurlijk doe ik dat, altijd leuk om te doen”, was mijn reactie. Afgelopen maandag, 12 augustus, was het zover.

Ik was aan de vroege kant, maar bij het betreden van de speelzaal bleken er al een paar clubleden te zijn. Ze stonden bij elkaar, gegroepeerd om een paar dozen, die bij nadere inspectie een enorme vracht aan schaakboeken en tijdschriften bleken te bevatten, de stille getuigen van een gepassioneerd schakersleven. Het was de schaaknalatenschap van een geliefde clubgenoot, clubman van het eerste uur, Arie de Jong.

De aanblik van al die schaakboeken ontroerde me. Ruim twee maanden geleden was ik bij Aries begrafenis. Het was een plechtigheid die ik niet snel zal vergeten. Familie, schaken en Feyenoord, speelden de hoofdrol. Zeldzaam warm en zeldzaam mooi. Opgesteld stond zijn schaakspel, maar er ontbraken een paar stukken. Iedere spreker maakte het spel meer compleet tot uiteindelijk zijn oudste zoon met de koning in zijn hand en na een prachtige speech naar het bord ging en de ontbrekende koning op het bord zette en omlegde. Arie was een herinnering geworden, een hele mooie.

Een schakersleven begint met het leren van de beginselen van het spel en eindigt als de speler niet meer kan of niet meer wil. En met die gedachte ging ik mijn presentatie in.

De opkomst was boven verwachting. Ruim 20 man schat ik, clubgenoten, maar ook schakers van andere clubs. Aan iedereen vroeg ik hoe oud hij was toen hij leerde schaken en zijn schakersleven daarmee een aanvang nam. De variatie bleek groot, van 4 jaar tot twintig jaar oud. Wat me verraste was niet zozeer die sterk uiteenlopende momenten waarin schaken in hun leven kwam, maar wel de stelligheid waarmee iedereen antwoord gaf. Het moment dat je kennismaakt met ons wonderbaarlijke spel is kennelijk voor iedereen magisch.

Lees meer >

“Vroeger was het beter”

Je hoort het regelmatig. Altijd van mensen met een ‘vroeger’ en nooit van jonge mensen en ouderen die weten dat de feiten een andere taal spreken.

Maar ook ouderen, die wél beter weten, zullen het gevoel kennen dat veel van vroeger beter lijkt.

Een goede (schaak-)vriend mailde me enige tijd geleden: “Wat me bezighoudt is de vraag waarom de huidige topspelers als Caruana, Mamedyarov, Giri,

Lees meer >

Schaken in oorlogstijd

Het kan een mens overeind houden en… neerhalen

Een mooie oude foto uit lang vervlogen tijden, genomen vanaf het balkon van een volgepakt theater.

De jongens, mannen en een enkele vrouw turen vol spanning naar enorme demonstratieborden die me niet eenvoudig te bedienen lijken. Op het toneelpodium spelen de schakers hun partij. Het moet wel een toptoernooi zijn en onwillekeurig bedenk ik me, dat het enthousiasme van de schaakliefhebbers hetzelfde is gebleven, maar dat het niet meer zo mooi in beeld is te brengen als toen, nu we thuis achter de computer de toptoernooien op de voet kunnen volgen.

Als we verder kijken zien we dat er boven de demonstratieborden een banier hangt met een tekst in cyrillisch schrift. Grote kans dat het toernooi ergens in Rusland plaatsvond en de kleding van de mensen in het theater doet vermoeden dat we het toernooi ergens in de jaren ’30, ’40 of misschien wel ’50 moeten situeren. Wellicht geeft de tekst op het banier uitsluitsel daarover. Daarop staat in het Russisch: ‘Lang leve de leider van de naties, de beste vriend van de fysieke cultuur, de grote Stalin!’

Een belangrijk toernooi in de Sovjet-Unie dus dat vóór 1953 gehouden is, want Stalin leefde kennelijk nog. Na enig zoeken blijkt deze foto genomen te zijn in Moskou, tijdens het kampioenschap van de Sovjet-Unie in 1940. In september 1940, om precies te zijn, een jaar na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Lees meer >

Donner

Een vriend van mij kwam kortgeleden in gesprek met iemand die nog als programmeur bij IBM met schaakgrootmeester Jan Hein Donner (jawel, de oom van Piet Hein Donner) had samengewerkt. Hij zat aan het bureau tegenover hem. “Geweldige tijd, prachtige verhalen en veel gelachen.” Donner vond het moeilijk op tijd op het werk te komen, zo vertelde de vroegere collega van Donner. Hij was gewend om pas na half twaalf op te staan en bovendien had hij problemen met de prikklok.

Lees meer >