Rubrieken

Schakers en de Europese verkiezingen

Schakers weten dat een zet die een verandering van de dynamiek op het schaakbord brengt niet per se een verbetering oplevert en meer dan eens het tegendeel bewerkstelligt. De voorspelde ruk naar rechts bij de Europese verkiezingen geeft aan dat er nog altijd te weinig mensen schaken.

Schaakrubrieken weekends 13 & 20 april 2024

Wekelijks publiceren we de schaakrubrieken van Dimitri Reinderman voor HDC Media, Henk Prins voor het Reformatorisch Dagblad, Nick Maatman voor Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant en Hans Ree in de Groene Amsterdammer.

Lees meer >

Huizinga en de spelende mens

Homo ludens, de spelende mens. Het is de titel van het baanbrekende boek van Johan Huizinga (1872-1945), historicus, cultuurfilosoof en antropoloog.

Huizinga werd vooral bekend door zijn eerste boek, ‘Herfsttij der Middeleeuwen’, dat in 1919 verscheen. Op tot dan toe geheel nieuwe wijze benaderde hij geschiedenis, in dit geval de Middeleeuwen. Niet alleen met feiten maar vooral in een zorgvuldige reconstructie van sfeer, levensgevoel, religieuze ervaring en houding tegenover de dood. Het boek werd wereldberoemd.

Beroemd werd ook het boek dat bijna twintig jaar later gepubliceerd werd, ‘Homo Ludens’. Lang geleden las ik dat boek. Of liever gezegd, ik probeerde het te lezen. Nu zou ik het beter begrijpen na bijna een leven lang aan de zijde van een spelende mens, beeldend kunstenaar Maartje van Lieshout.

Het hiernavolgende artikel van Foppe Jan Montsma gaat over de meetlat die Huizinga langs schaken legde. Is schaken van culturele waarde of is het niet meer dan een tijdverdrijf, te vergelijken met dobbelen?

Om te begrijpen met welk perspectief Huizinga naar spel keek, een citaat uit het boek dat de kern van de zaak weergeeft. Drink het even in want de beeldende taal is niet de karige en efficiënte taal die we gewend zijn.

‘Men kan bijna al het abstracte loochenen: recht, schoonheid, waarheid, goedheid, geest, God. Men kan den ernst loochenen. Het spel niet. Maar met het spel erkent men, of men wil of niet, den geest. Want het spel is, wat ook zijn wezen zij, niet stof. Het doorbreekt, reeds in de dierenwereld, de grenzen van het fysisch bestaande. Het is ten opzichte van een gedetermineerd gedachte wereld van louter krachtwerkingen in den volsten zin des woord een superabundans, een overtolligheid. Eerst door het instromen van den geest, die de volstrekte gedetermineerdheid opheft, wordt de aanwezigheid van het spel mogelijk, denkbaar, begrijpelijk. Het bestaan van het spel bevestigt voortdurend, en in den hoogsten zin, het supralogisch karakter van onze situatie in den kosmos. De dieren kunnen spelen, dus zij zijn reeds meer dan mechanismen. Wij spelen, en weten, dat wij spelen, dus wij zijn meer dan enkel redelijke wezens, want het spel is onredelijk.’

Vrij vertaald: spelen en het bewustzijn daarvan is de kern van het menszijn. En, zo voegt hij daar met zoveel woorden in het boek aan toe, alles van culturele waarde komt daar uit voort.

Homo ludens

door Foppe Jan Montsma

Ludiek noemde ik het Dodo-Indisch in mijn stuk daarover. Toen ik dat woord gebruikte dacht ik: laat ik toch eens kijken wat onze meest beroemde cultuurhistoricus, Johan Huizinga, in zijn boek ‘Homo Ludens’ over het schaakspel te melden heeft. Zou hij wellicht ook ons spelletje onder dat aspect hebben beschouwd?

Welnu, wat hij in dit opzicht te melden heeft, is door zijn geborneerdheid voor mij een beetje onthutsend. In dat beroemde boek schat hij het schaken weliswaar hoger in dan de dobbelspelen, die hij voor de cultuur steriel noemt, maar het schaken acht hij een bezigheid die eveneens “onvruchtbaar blijft voor de cultuur”, dus even steriel als het dobbelen en, let op, “ook geen zichtbare schoonheid inhoudt.”

Lees meer >

Mijn schaaklevenslijn

Deel 1

SCHAKEN heb ik van mijn vader. Nadat Max Euwe in 1935 de grote Aljechin had verslagen en wereldkapionen was geworden, raakte hij enthousiast en speelde af en toe met oom Jan in de huiskamer aan het Haagse Bezuidenhout. Mij leerde hij de zetten en hij kocht op de rommelmarkt een uit ivoor gedraaid schaakspel, wit tegen rood, dat ik na mijn verhuizing niet terug kan vinden,

Lees meer >

Schaakmigranten

Ik heb een zwak voor migranten want ik ben er zelf een. Sinds eind 2006 wonen mijn vrouw en ik namelijk in Cochabamba, Bolivia. Ik ben zelfs een speciaal soort migrant, namelijk een schaakmigrant. Er zijn er meer op deze wereld. Lees de hele column in PDF.

Deze en andere columnisten van SV Promotie, schreven samen meer dan 1000 columns. U leest ze op onze site.

Het Dodo-Indisch (2)

Het dierenrijk telt vreemde vogels. De dodo was daar een van. Wel vleugels, maar niet kunnen vliegen. Soms leidt zoiets tot nieuwe wegen in de gang van de evolutie, vaker nog is het een doodlopende weg.

De dodo heeft het niet gered toen vliegen zijn enige uitweg was bij een dreiging van buiten, nietsontziende Nederlandse kolonisten. De gedegenereerde vleugels konden de zware vogel niet dragen toen het erom ging.

In de schaakwereld wemelt het van de vreemde vogels. Het lijkt de bevestiging te zijn van de uitspraak van Lodewijk Prins dat schakers niets met elkaar gemeen hebben, behalve de liefde voor het schaakspel. Maar het is juist de weerlegging daarvan. Want het vreemde, het afwijkende ten opzichte van de goegemeente, het individualisme dus, is die andere overeenkomst. En niet de minste der overeenkomsten, een karakterologische namelijk: eigenzinnigheid die soms tot iets moois leidt, maar vaker ook niet.

Bij de een valt die eigenzinnigheid wat meer op dan bij de ander. We zijn blij vernomen te hebben dat een zo’n opvallende vogel, Raymond Liem, alive and kicking is.

Raymond en zijn vinding, het Dodo-Indisch, kwamen in de vorige aflevering aan bod en nu gaan we zien hoe Foppe Jan Montsma het ervan afbracht toen hij probeerde te vliegen met de Liem-vleugels.

Dodo-Indisch in Zuid-Frankrijk

door Foppe Jan Montsma

Vooraf dit: met het Dodo-Indisch heb ik enkele serieuze partijen gespeeld. Omdat ik een slordige archivaris ben van mijn eigen bestaan kan ik die niet meer terugvinden. Clubbladen van het Schaak Genootschap Rijswijk (SGR) van dik veertig jaar geleden, waarin Liem zijn geheimen aan ons prijs gaf, zijn evenmin nog te raadplegen.

Daarom doe ik het met een partij die een beetje in de buurt komt van Dodo, tenminste daardoor is geïnspireerd, maar het niet echt is. Semi-Dodo dus.

Wit: Foppe Jan Montsma Zwart: Lex Jongsma

Mollans-sur-Ouvèze, 24 mei 2011. Half Dodo.

 

 

 

Lees meer >

De Beste Zet dertig jaar

Erika Sziva en Johan van Mil richtten in 1994 Schaakboekenverzendhuis De Beste Zet op. Een tijdje na de dood van Van Mil werd Robert Klomp mede-eigenaar. Hier volgen enige herinneringen aan en ideeën over de Beste Zet die dit jaar dus een jubileum viert – en een mooie, lekker schrijvende pen aan de klanten geeft.

 

Johan

Van Mil (1959-2008) zei in de jaren nul eens tegen mij,

Lees meer >

Krantenrubrieken weekends 30 maart & 6 april 2024

Wekelijks publiceren we de schaakrubrieken van Dimitri Reinderman voor HDC Media, Henk Prins voor het Reformatorisch Dagblad, Nick Maatman voor Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant en Hans Ree in de Groene Amsterdammer.

Lees meer >

Recensie: 400 Chess Strategy Puzzles – Martyn Kravtsiv

Om beter te worden in schaken moeten we schaakpuzzels oplossen. Dat is zo vanzelfsprekend als een en een is twee. Veel schaakpuzzelboeken gaan over tactiek: het is nu eenmaal makkelijker als auteur om puzzels bij elkaar te verzamelen waar er duidelijk een beste zet is. Het liefst samen met een prachtige combinatie. Strategische puzzels daarentegen zijn een stuk lastiger. Strategie is veel meer je partij een bepaalde kant op sturen en is daarom minder een kwestie van goed of fout.

Lees meer >

Het Dodo-Indisch

De dodo is een uitgestorven vogel. Een vogel met kleine vleugels die niet geschikt waren om mee te vliegen. Het beest leefde in de bossen van het eiland Mauritius.

De komst van Nederlandse kolonisten en de dieren die ze meenamen, ratten en varkens, werd de dodo fataal. Het beest is waarschijnlijk tussen 1680 en 1690 uitgestorven en staat symbool voor de aantasting van de natuur door menselijk handelen.

Lees meer >