Top 40 Nederlandse schakers

Top-40 Nederlandse schakers. 37: Daniël Noteboom

Er komen op deze lijst grote schakers voor die nooit Nederlands kampioen werden, omdat Euwe dat in hun tijd altijd werd. Daniël Noteboom behoort daar niet toe, hij nam namelijk nooit aan het Nederlands kampioenschap deel. Toch gold hij als een potentiële wereldtopper.

 

Daniël Noteboom werd op 26 februari 1910 geboren in Noordwijk. Op zijn vijftiende werd hij lid van het Leidsch Schaakgenootschap, maar dat ging niet zomaar. Philidor Leiden was de club voor arbeiders en studenten, LSG de club voor deftige heren. Noteboom werd omschreven als een ‘baardloze knaap in korte broek’. Toch werd hij toegelaten en hij werd al snel clubkampioen en speler van het eerste team. LSG speelde niet in de hoofdklasse, daarom stapte hij over naar NSRV (Rotterdam).

Noteboom werd nog niet uitgenodigd voor het Nederlands kampioenschap. Wel won hij in september 1930 een achtkamp in Den Haag voor graaf Johannes van den Bosch en Salo Landau. Zij golden als grote mannen achter Euwe, dus de jongeman klopte hiermee aan de poort van de Nederlandse top. Meer succes had hij internationaal, met een toernooiwinst in Nice (1930) en vele goede resultaten in Engeland. Noteboom stopte tijdelijk met zijn scheikundestudie en woonde zelfs even in Berlijn, waar hij als schaak- en bridgeleraar geld verdiende en hoopte op een uitnodiging voor een sterk toernooi. Misschien kunnen we Noteboom zien als Neerlands eerste profschaker.

 

Noteboom-variant

Zijn grootste succes boekte hij op de Olympiade in Hamburg (1930), waar hij aan het derde bord 11,5 uit 15 scoorde. Hij versloeg zelfs de latere WK-kandidaat Salo Flohr, die desondanks 14,5 uit 17 scoorde. Noteboom had Flohr in Hastings 1929 ook al verslagen.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 38: Norman van Lennep

In deze fase van de lijst komen we spelers tegen die hoger zouden hebben gestaan, als ze hun kansen hadden benut. Norman van Lennep is daar het grootste voorbeeld van.

De jonkheer, ook familie van schrijver Jacob van Lennep, werd geboren op 20 september 1872 in Amsterdam en verhuisde als kind met zijn ouders naar een landgoed in ’s-Graveland, een buurdorp van Hilversum. Al op z’n twintigste werd hij secretaris van de schaakbond en eindredacteur van het bondsblad. Hij reisde het land door om simultaanseances te geven en andere promotionele activiteiten te ondernemen. De gebrekkige financiën van de bond vulde hij anoniem aan uit zijn familievermogen.

 

Eerste meester

In Nederland was hij als schaker nog niet eens zo groot, toen hij in 1894 in Leipzig een enorm succes boekte. Hij won de tweede groep, in de eerste groep speelde de wereldtop. De FIDE bestond nog niet, maar vanwege dat resultaat werd Van Lennep meester genoemd. Daarmee was hij de eerste Nederlander met die titel.

Van Lennep maakte internationaal indruk met zijn prestatie en werd kandidaat om deel te nemen aan het toernooi in Hastings in 1895. Dat zou een legendarisch toernooi worden, met onder anderen Pillsbury, Tsjigorin, Lasker, Tarrasch, Steinitz, Schlechter en Blackburne. Alle groten van die tijd. Van de 38 aanmelders werden er 22 uitverkoren, Van Lennep werd aangewezen als eerste reserve en mag dus misschien wel worden gezien als Nederlands eerste wereldtopper. Hij kreeg zijn kans toen Gunsberg zich terugtrok, maar zag op tegen de enorme inspanning. Daarop liet Gunsberg zich alsnog overhalen mee te doen. Van Lennep ging wel naar Hastings en schreef prachtige verslagen voor het bondsblad. Die verslagen verdienden een plaats in de schaakliteratuur, uitgeverij Andriessen maakte er in 1978 een boekje van.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 39: Rudy Douven

Iedere Nederlands kampioen sinds Max Euwe staat in deze top-40, vertel ik alvast. Van hen was Rudy Douven waarschijnlijk de meest verrassende en zijn zege maakte geen deel uit van een grootse carrière. Wel heeft hij heel wat meer gepresteerd dan alleen die nationale titel.

Rudy Douven (geboren 5 mei 1961) werd al op zijn zestiende kampioen van Limburg, bij de volwassenen. In 1979 werd hij jeugdkampioen van Nederland en in Noorwegen de sensatie van het wereldjeugdkampioenschap. Douven won van Yasser Seirawan en Predrag Nikolic, die eerste en derde werden, en speelde remise tegen Alexander Tsjernin, die tweede werd. Op grond daarvan kon je hem de sterkste noemen, maar een zwakke eindsprint wierp hem terug naar de gedeelde derde plaats. Op basis van weerstandspunten greep hij naast de bronzen medaille. Net als Rob Hartoch (nummer 40 in deze lijst) in 1965 had Douven geen schaaktechnische begeleiding en had er meer in kunnen zitten.

Schaken op gevoel

Vanwege zijn studie verhuisde Douven van Sittard naar Eindhoven, waar hij deel uitmaakte van de gouden ploeg die in 1984 Volmac Rotterdam aftroefde met een verrassende landstitel. Een toevalstreffer kon je dat niet noemen, Eindhoven eindigde vijf matchpunten voor de nummers twee Rotterdam en De Variant.

Een jaar later debuteerde hij op het Nederlands kampioenschap, zonder succes. Ook in 1986 scoorde hij niet geweldig, maar in 1988 volgde het hoogtepunt in Douvens schaakcarrière.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 40: Rob Hartoch

Een eeuwig talent, dat is meteen een vriendelijke maar ook spottende typering van Rob Hartoch. De Amsterdammer werd op 24 maart 1947 geboren in een eenvoudig gezin en debuteerde al op zijn dertiende met VAS in de hoofdklasse. Dat zou nu bijzonder zijn, maar in 1960 was dat een sensatie. Hij maakte deel uit van een generatie Amsterdamse hemelbestormers met de een paar jaar oudere Hans Ree, Tim Krabbé en Bert Enklaar. In 1962 mocht hij al meespelen in het IBM-toernooi, dat een jaar eerder door VAS was gesticht om jonge Amsterdammers de kans te geven meester te worden.

Hoogoventoernooi 1973. Foto: Nationaal Archief

Nederlandse top

Toen Hartoch in 1965 jeugdkampioen van Nederland was geworden, volgde in Barcelona zijn meest memorabele prestatie. Hij werd tweede bij het wereldjeugdkampioenschap. De Spaanse kranten prezen zijn ‘ijzeren verdediging en uitstekende spelopvatting’. Als begeleider kreeg Hartoch KNSB-bestuurslid De Graaf mee. Schaaktechnische begeleiding was er niet, wat ook latere Nederlandse jongeren misschien van het allerhoogste podium heeft afgehouden.

Van 1969 tot en met 1972 speelde Hartoch in de hoofdgroep van het IBM-toernooi, waar inmiddels wereldtoppers meespeelden. In 1972 en 1973 speelde hij ook in de hoofdgroep van het Hoogoventoernooi. Bij IBM 1971 versloeg hij Paul Keres, wat hij naast die zilveren medaille in Barcelona altijd zijn grootste resultaat heeft gevonden. In 1970 en 1972 maakte Hartoch deel uit van het Olympiadeteam, waarvoor hij met 61% prima scoorde.

Van 1970 tot en met 1981 nam Hartoch elf van de twaalf keer deel aan het Nederlands kampioenschap. Zijn hoogste positie was de derde, in 1975, achter de in die editie ongenaakbare Jan Timman en Hans Böhm.

Lees meer >