26 september 2012 5:57 Herman Grooten
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Svetozar Gligoric was een groot man. Uit het voormalige Joegoslavië kwam het bericht dat hij onlangs, op de leeftijd van 89 jaar, was overleden.
Bij het surfen op diverse websites zag ik diverse “In Memoriams” staan, waarin hem de laatste eer bewezen werd. Een mooi portret vond ik van Peter Doggers op www.chessvibes.com dat u hier kunt bekijken.

De eerste keer dat ik met zijn naam te maken kreeg, was toen ik tegen het Konings-Indisch het systeem met 7. Le3 ging spelen (dus na 1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pf3 0-0 6. Le2 e5 7. Le3). Dit zetje zal altijd verbonden worden met zijn naam. Gligoric behoorde een tijdlang tot de top 10 van de wereld en hij was een van de adepten van het Konings-Indisch. Mede door zijn inbreng werd deze opening, die door mensen als Tarrasch naar de prullenbak waren verwezen, nieuw leven ingeblazen. Gligoric behoorde tot een van de prominente deelnemers die deelnam aan een van uit geschiedkundig oogpunt gezien belangrijkste toernooien ooit. Dat was in Zürich 1953, waar vrijwel de gehele toenmalige wereldtop aanwezig was. Het beroemde toernooiboek van Bronstein over dit toernooi wordt nog altijd gezien als een parel uit de zeer rijke schaakliteratuur. Jonge spelers van nu, die naar een partij uit een database zitten te turen, doen er goed aan eens een blik te werpen in dit boek. In Zürich werden de fundamenten gelegd voor de hedendaagse openingstheorie. De spelers van destijds waren de pioniers van wat we anno 2012 als gemeengoed beschouwen.
Lees meer >