1e Ronde Tata Steel Chess

Eindelijk was het vandaag zover: weer schaken met échte stukken en borden! Dat was lang geleden. De heren hadden er zin in en maakten er een mooie eerste ronde van. Helaas konden we dat niet direct zeggen van de techniek. Op dat vlak waren er wat aanloopproblemen. Aanvankelijk was de website onbereikbaar. Waarschijnlijk waren er meer online toeschouwers dan verwacht. Het duurde even voordat het euvel was opgelost.

Helaas was dat niet het enige probleem. Ook de zetten van een aantal partijen kwamen niet door bij Chess24 en PlayChess. Na zo’n drie kwartier kwam alles weer op z’n pootjes terecht en konden de online toeschouwers zich helemaal op het schaken concentreren.

Anish Giri – Aryan Tari

Giri moest het opnemen tegen Tari. Op papier is dat de zwakste deelnemer van het toernooi. Maar juist deze ‘zwakke’ deelnemers maken het TATA Steel toernooi zo interessant. Want je moet er wel van winnen. Er kwam een variant van de Berlijnse verdediging op het bord waarin zwart al heel snel een stuk offerde voor twee pionnen. Dit offer was al eerder voorgekomen. Onder andere in een rapidpartij tussen Nakamura en Carlsen. Daarin kwam de Amerikaan verloren te staan, omdat hij zijn loper en paard op een ongelukkige plek parkeerde. Overigens won Naka die partij alsnog. Giri deed het aanzienlijk beter. Hij blokkeerde het initiatief van zwart op de koningsvleugel en brak uiteindelijk door via de damevleugel. Tegen het slot verkeerde zwart in een situatie van, zoals Peter Leko op Chess24 zei, “positionele zugzwang”. Kortom: een prima partij.

Fabiano Caruana – Jorden van Foreest

Jorden toonde totaal geen ontzag voor de nummer twee van de wereld en ging er stevig tegenaan. Het leverde een uitermate boeiende partij op. Gevoelsmatig leek het me bijzonder vervelend voor wit om tegen de agressieve zwarte stukken te vechten. Maar dat was toch ook een beetje optisch bedrog. De partij verkeerde lange tijd min of meer in evenwicht. Maar in het toreneindspel had het toch nog fout kunnen aflopen voor Jorden. Gelukkig voor hem miste wit op de 41e zet een goede kans. In plaats van f5 zou Ta8 zwart heel wat meer problemen hebben bezorgd.

Magnus Carlsen – Alireza Firouzja

Kennelijk was Magnus er alles aan gelegen om zijn talentvolle tegenstander te grazen te nemen. Aanvankelijk ging de strijd redelijk gelijk op. Maar Magnus nam geen genoegen met een ‘redelijk gelijke stelling’ en offerde uiteindelijk twee pionnen. Op een zeker moment had hij, objectief bezien, voor een afwikkeling naar een gelijk eindspel moeten kiezen. Maar hij bleef risico’s nemen. Uiteindelijk bezweek Firouzja in tijdnood onder de druk. Een knap staaltje pokerspel van de wereldkampioen!

Lees meer >

In de schijnwerpers: Merijn van Delft

IM Merijn van Delft maakte al op jonge leeftijd kennis met het schaakspel. Pas wat later pakte hij de zaak serieuzer op en ging hij enthousiast spelen en trainen. Tegenwoordig is Merijn fulltime bezig met ons prachtige spel. Hij verzorgt al sinds jaren een wekelijkse rubriek voor ChessBase. U kunt de video’s via deze link bekijken (om de hele video te bekijken moet u een account bij ChessBase hebben).

Lees meer >

Presentatie: Mastering Positional Sacrifices

Het nieuwe boek ‘Mastering Positional Sacrifices’ van IM Merijn van Delft was al eerder onderwerp van een boekbespreking door Herman Grooten.

Morgenavond (6/1) komt de auteur zelf aan het woord via het Twitch-kanaal van de schaakbond. Merijn bespreekt een aantal fraaie voorbeelden uit zijn boek (tussen 20.00 en 21.00 uur).

U vindt het kanaal via deze link.

Lees meer >

In de schijnwerpers: Xander Wemmers

Op de website van zijn club Paul Keres lezen we: “Xander afficheert zichzelf graag als de Oude Meester (OM). En het is waar, in het huidige Paul Keres 1 met het jonge grut is Xander de senior. Aan schaakkracht, wilsdrang en rattigheid heeft hij echter niets ingeboet.”

Xander is zo langzamerhand een oude rot, die tot mooie prestaties in staat is. Hij heeft twee grootmeesternormen op zak.

In het dagelijkse leven werkt hij als ZZP-er in de IT. Hij verricht werkzaamheden als trainer en software ontwikkelaar.

1. Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?
Dat is wel een heel standaard vraag om mee te beginnen. 😊 Mijn vader heeft het mij geleerd toen ik 5 of 6 was. Ik wilde al snel op een schaakclub maar was te jong. Een jaar of twee later ben ik lid geworden in De Lier, dezelfde club als waar Jan-Willem de Jong ook als jeugdspeler is begonnen.

2. Heb je naast schaken nog andere sporten of hobby’s?
Uiteraard heb ik het druk met werk. Ik werk als ZZP’er in de IT en ik geef allerlei trainingen op het gebied van Web Development, .NET Framework en C#. Dat betekent dat ik vaak thuis werk en achter Zoom of Teams bezig ben om presentaties te geven en mensen te ondersteunen bij hun software projecten.

Daarnaast heb ik allerlei grotere en kleinere hobby’s. Af en toe een weekendje weg met mijn vriendin Simone. Ik probeer tijd te vinden om te sporten maar dat doe ik nog lang niet genoeg om echt fit te zijn. Een goed voornemen voor het nieuwe jaar! Nu iedereen binnen zit is Zwift erg populair geworden. Dat mag de lezer zelf even opzoeken. 😊

3. Naar welke muziek luister je graag?
Classic Rock heet de stroming, denk ik. Binnenkort hebben we Genesis in Liverpool gepland staan. Kunnen we gelijk door naar het Beatles museum. Paul McCartney hebben we in Berlijn gezien. De man is een levend museum! Wonderbaarlijk dat de man nog zo actief is op zijn leeftijd; net als de Stones natuurlijk.

Ook Queen, Pink Floyd en de Dire Straits zijn bands uit mijn jeugd die nog altijd sterk klinken. Na 2000 is er qua muziek niet bijzonder veel te melden. Ik hoor wel eens wat moderne dingen maar over het algemeen schiet ik alleen maar in de lach als ik recente hits hoor.

Lees meer >

Ruilen of niet ruilen?

Het is een vraag die in vrijwel iedere schaakpartij vroeg of laat een keer aan de orde komt: ruilen of niet? Is het wel zo slim? En waar moet u dan vooral op letten? Eduardas Rozentalis heeft er een heel boek over volgeschreven: ‘To Exchange or Not?’ met als subtitel ‘The Ultimate Workbook’.

Het boek is een vervolg op een eerder werk van hem: ‘The Correct Exchange in the Endgame’. Met de subtitel heeft men niets te veel gezegd. Het is inderdaad een écht ‘doeboek’. Kortom: veel opgaven met antwoorden. U moet lekker zelf aan het werk.

Het boek is verdeeld in drie delen:

  1. Opwarmertjes
  2. Gemiddelde opgaven
  3. Opgaven voor gevorderden

Elk deel bevat 40 opgaven, veelal afkomstig van GM Rozentalis zelf. Deze delen zijn dan weer keurig verdeeld in opgaven en oplossingen. De oplossingen zijn helder met prima uitleg. De auteur heeft er voor gekozen om eindspelen te behandelen. Naar mijn smaak vergroot dat de praktische waarde omdat het aantal stukken op het bord over het algemeen beperkt is. Daardoor is het boek ook prima geschikt voor instructie.

Tijdens mijn cursussen voor schaaktrainer heb ik vooral geleerd om niet te veel stukken op het bord te zetten, of gecompliceerde stellingen te strippen tot wat absoluut noodzakelijk is. Dat hoef je niet met eindspelen te doen. Een ander voordeel deze opzet is dat men dus helder voor ogen krijgt wat de waarde en functie van de stukken is. U krijgt van elk niveau een voorbeeld. De aantekeningen zijn vertaald uit het boek. Een enkele keer heb ik zelf een opmerking geplaatst (MH). Eerst een opwarmertje: moet wit afwikkelen naar een pionneneindspel met 46. Kd4 of is het beter om de loper te behouden?

Lees meer >

In de schijnwerpers: Frank Erwich

Frank leerde al op jonge leeftijd schaken en was zeer succesvol in de jeugd. Hij verzamelde maar liefst twaalf nationale jeugdtitels. Hij veroverde snelschaaktitels in alle leeftijdscategorieën en behaalde de titel van FIDE Meester. Zijn huidige rating is 2411.

Tegenwoordig is Frank vooral actief als schaaktrainer en auteur. Na zijn succesvolle periode in de jeugd richtte Frank zich meer en meer op het trainerschap. Zijn grote voorbeelden zijn Rob Brunia en Cor van Wijgerden. Hij is gediplomeerd schaaktrainer 3. Hij geeft onder andere schaakles op scholen, clubs en aan individuele schakers.

Frank is ook actief als auteur en redacteur bij New in Chess. Van zijn hand verscheen 1001 Chess Exercises for Club Players, een boek met – zoals de titel al aangeeft – maar liefst 1001 schaakpuzzels. Een heerlijk boek om elke dag een paar puzzels op te lossen! Van zijn hand is ook een e-Boek verschenen: Basic Chess Rules for Kids. U kunt het gratis downloaden via zijn website.
Naast zijn reguliere trainingsactiviteiten coacht hij ook spelers tijdens toernooien en verzorgt hij commentaar. Tevens heeft hij voor Chessity, een online schaakmethode, veel lessen gemaakt voor beginnende schakers.

Frank heeft uiteraard een grondige schaakopleiding gehad, maar daar is het niet bij gebleven. Ook op een ander vlak behaalde hij een titel. Hij studeerde in 2007 af aan de Universiteit van Leiden en mag zich Master of Science in Psychology noemen.

1. Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?
Mijn vader leerde me schaken toen ik een jaar of 6 was. Vervolgens ging ik op de woensdagmiddag een uurtje in de week schaken op de basisschool. Op mijn achtste werd ik lid van schaakclub Bobby Fischer in Wassenaar.

2. Heb je naast schaken nog andere sporten of hobby’s?
Fitness, hardlopen en zwemmen. Daarnaast ga ik er regelmatig op uit.

3. Naar welke muziek luister je graag?
House, dance en pop.

4. Heb je een favoriete auteur? Zo ja, wie dan?
In mijn studententijd las ik boeken van Dan Brown. Tegenwoordig vind/maak ik te weinig tijd voor literaire hoogstandjes. Biografieën over voetballers willen nog weleens door mijn vingers gaan.

5. Hoeveel tijd besteed je gemiddeld per week aan het schaken?
Sinds mijn laatste competitiewedstrijd in maart heb ik geen tijd meer besteed aan mijn eigen schaken. Aan mijn andere schaakactiviteiten (ik geef o.a. training, ben auteur en maak deel uit van de redactie van New in Chess) ben ik mede door corona en andere prioriteiten nu ongeveer 40 uur in de week kwijt. Dat was een paar jaar geleden een stuk meer.

6. Op welk moment of waardoor, kreeg je het idee dat je goed bent in schaken?
Toen ik op jonge leeftijd al snel veel partijtjes tegen leeftijdsgenoten en oudere kinderen wist te winnen en dit o.a. resulteerde in deelname aan nationale pupillenkampioenschappen. Dit was de opmaat naar het ‘serieuzere’ werk.

7. Wat was je beste resultaat tot nu toe?
In het seizoen 1999/2000 debuteerde ik namens LSG in de Meesterklasse. Ik scoorde 7 uit 9 en behaalde een TPR van 2570.

Lees meer >

Grote pret met je tegenstander een rad voor ogen draaien

Je kent vast wel het gelukzalige gevoel dat je hebt wanneer je een prachtige partij hebt gespeeld en deze, als een kers op de taart, hebt afgerond met een fraaie combinatie. Het is mij af en toe gelukt. Helaas meer af dan toe, maar vooruit. Ook ik heb een enkele keer in mijn leven een mooie partij gespeeld.

Het is me zelfs een keertje gelukt om in een serieuze rapidpartij van een grootmeester te winnen.

Lees meer >

In de schijnwerpers: Karel van Delft

Karel van Delft is een van de drijvende krachten achter de Schaakacademie Apeldoorn. Hij ontplooit schaakactiviteiten via Schaakacademie Apeldoorn. Hij werkte vijftien jaar als dagbladjournalist voordat hij in 2008 fulltime als schaakleraar aan de slag ging. Eerder studeerde hij in de avonduren psychologie aan de Universiteit van Amsterdam.

Zijn zoon, Merijn van Delft, bleek talent te hebben voor schaken. Dat triggerde de belangstelling van Karel voor de combinatie van schaken en psychologie.

Lees meer >

Is de schaakbond de weg een beetje kwijt?

Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom u lid bent van een schaakvereniging en in het verlengde daarvan van de schaakbond? Eerlijk gezegd heb ik daar nooit zo bij stil gestaan. Voor mij was het een vanzelfsprekendheid. Maar door de ontwikkelingen van de laatste tijd ga je er wel over nadenken. Paul van der Sterren schreef onlangs een open brief waardoor mij duidelijk werd dat wij in de schaakwereld ergens een verkeerde afslag hebben genomen.

De schaakbond maakte dit jaar al niet zo’n beste beurt met de behandeling van de coronacrisis. Het beleid in de zomer bleek veel te optimistisch. Men ging er iets te gemakkelijk van uit dat schakers analoog aan zweetsporten wel urenlang tegenover elkaar mochten zitten. Dat terwijl de overheid tot vervelens toe de anderhalve meter afstand er bij het volk had ingeramd (en je handen stukwassen natuurlijk). Men kwam laat tot het inzicht dat ook schakers zich aan de anderhalve meter moesten houden.

Weifelend optreden

Daarna bleef men lang weifelen, terwijl steeds duidelijker werd dat een clubcompetitie er dit jaar niet meer in zat. Er waren gelukkig anderen die wel actie ondernamen. Niet in het najaar, maar al kort na het uitbreken van de pandemie. Ik denk dan met name aan de geweldige inzet van Govert Pellikaan en zijn vereniging uit Groningen. Zij stampten een succesvolle online competitie uit de grond. De bond keek er naar en deed aanvankelijk weinig. Pas onlangs kwam men met een online initiatief. Het is een beetje als mosterd na de maaltijd. Er zijn meer zaken waarbij de bond zwak opereert.

Lees meer >

Problemen oplossen door zetten te elimineren

Een van de lastigste onderdelen van het schaakspel is calculeren. Daarbij draait het er niet alleen om dat u de zetten in uw geestesoog ziet, maar ook de juiste zetten kiest. Voor eindspelen is er een handige methode. In het eindspel zijn de mogelijkheden over het algemeen beperkter dan in het middenspel. Uiteraard is het belangrijk om eerst een idee te vormen over wat er in een stelling aan de hand is. Bekijk de kenmerken van de stelling en bepaal of een van beide partijen in het voordeel is. Zo ja? Waarom?

Soms liggen de antwoorden als het ware voor het oprapen, maar er zijn ook stellingen waarin het niet meteen duidelijk is welke kandidaatzetten u tot uw beschikking heeft. Is dat het geval? Zoek dan eerst naar zetten die niet werken. U hoeft daaraan geen aandacht meer te besteden. Daarmee is snel duidelijk op welke zetten u uw aandacht moet richten.

 

Pionnenrace

De eerste stelling is een studie van Jan Timman uit The Art of the Endgame. Wit is aan zet. Het is niet zo moeilijk om te bedenken dat zwart in het voordeel is. De zwarte koning heeft een dominante positie ten opzichte van zijn witte collega. Erger: zwart kan zonder enige moeite de f-pion veroveren. Wit vecht dus om lijfsbehoud. Wat moet hij doen?

Wij passen de methode van eliminatie toe. Daarbij verwerpen wij dus de zetten die niet werken meteen en kijken naar zetten die mogelijk een oplossing bieden. In deze stelling hebben koningszetten geen zin. Het is eenvoudig in te zien dat zwart de witte f-pion ophaalt. Daarna is wit kansloos omdat het veel te lang duurt om de zwarte a-pion te veroveren en de witte a-pion te laten promoveren. Resteren twee zetten met de a-pion. U voelt vast wel aan dat 1. a3 te langzaam is. Dus zit er niets anders op dan 1. a4! te spelen. Maar hoe gaat het dan verder?

Lees meer >