11 september 2014 9:46 Herman Grooten
Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen.
Dit tweede artikel handelt over de eerste (officieuze) wereldkampioen, François André Philidor.
Philidor werd geboren in 1726 en bleek over uitzonderlijke muzikale talenten te beschikken. Als elfjarige componeerde hij al zijn eerste muziekstuk. Al vrij snel ontdekte men ook zijn aanleg voor het schaakspel. In Parijs kreeg hij schaakles van M. Légal, die echter binnen korte tijd door zijn eigen leerling werd overvleugeld.
Al gauw werd hij gezien als een van de sterkste spelers van Frankrijk, vooral toen hij in 1746 een match won van de Engelse meester Sir Abraham Janssens, die als de sterkste schaker van Engeland werd gezien. Toen hij de zeer begaafde Philipp Stamma met 8,5-1,5 versloeg werd hij algemeen als beste speler ter wereld beschouwd.
Philidor schreef in Nederland zijn beroemde leerboek “L’Analyze du Jeu des Échecs”.
Een van zijn uitgangspunten werd zeer bekend. Philidor ging uit van het principe dat het gebruik van de pionnen in het schaakspel van cruciaal belang is. “Pionnen zijn de ziel van het schaakspel”, schreef hij. Ook zijn onderzoekingen in het eindspel zijn tot op de dag van vandaag zeer waardevol. Er is zelfs een eindspelstelling die zijn naam heeft meegekregen.
Lees meer >