Waarom mag wit in het schaakspel altijd beginnen?
Deze week werd ik gebeld door een voorbereider van een programma op Radio 1 of ik live in een uitzending een bepaalde vraag wilde beantwoorden. Het ging om de rubriek “Hoe zit dat?” Mij werd voorgelegd of het mogelijk was om rond de klok van half zes in de ochtend de volgende vraag te beantwoorden: “waarom mag wit in het schaakspel altijd beginnen?” Daar had ik helaas niet meteen een paraat antwoord, maar dat hoefde ook niet, want het zou pas de volgende ochtend zijn.
Ik vond het wel wat vroeg, maar zei toch toe om hieraan mee te werken. In de hoop dat er schakers zouden luisteren ondanks dit vroege tijdstip.
Na wat research op het internet kwam ik erachter dat de vraag helemaal niet zo makkelijk te beantwoorden was. Tenminste, men sprak elkaar tegen en wat is dan de waarheid?
Ik kwam in het begin niet veel verder dan wat Wikipedia over dit onderwerp te melden had, namelijk het volgende:
Het kleurpatroon van het schaakbord werd in de 13e eeuw in Europa bedacht. Dat wit begint, werd pas tegen het einde van de 19e eeuw gemeengoed. In 1883 werd op een groot toernooi in Londen nog geloot welke speler mocht beginnen; deze mocht vervolgens de kleur van de stukken kiezen. In 1889 schrijft wereldkampioen Wilhelm Steinitz dat in de praktijk van grote schaaktoernooien de speler die begint, met de witte stukken speelt. Historische schaakpartijen waarbij de zwartspeler begon hebben een equivalent waarbij de witspeler begint door de kleuren van de stukken te verwisselen en de posities van de stukken links-rechts te spiegelen.
Lees meer >