Beter schaken door beter te denken (3): trainen met behulp van de computer

Een van de meest effectieve manieren om beter te leren schaken is partijen spelen en deze partijen naderhand aan een grondige analyse onderwerpen.

Haal je de partij dan door de computer en kijk je waar het apparaat mee komt? Of zijn er ook andere manieren om helderheid te verschaffen en er van te leren? Kortom: wat is een goede aanpak?

Training Ivan Sokolov over behandeling van middenspel door Magnus Carlsen

Ivan Sokolov en Eddy Sibbing (foto Harry Gielen)

Het Max Euwe Centrum is ook weer open! In februari stond er een training van Ivan Sokolov op het programma. Maar dat kon toen, om bekende redenen, niet doorgaan. Afgelopen woensdag was het eindelijk zover.

Ivan Sokolov is de auteur van diverse fraaie boeken en enkele dvd’s over het midden­spel. Eind vorig jaar kwam een nieuw boek van hem uit:

‘Magnus Carlsen’s Middlegame Evolution’.

Het boek en de speelwijze van de wereld­kampioen stond centraal in deze boeiende training.

U herinnert zich vast nog wel de partij van Magnus Carlsen tegen Anish Giri in het laatste Tata Steel Chess-toernooi. Daarin offerde Magnus al vroeg een pion en later nog een kwaliteit.

Magnus confronteerde zijn tegenstander met telkens lastige vraagstukken. Ivan schrijft hierover in zijn boek:

“Magnus maakt regelmatig gebruik van wat we omschrijven als een klein offer (meestal een pion) om zodoende diverse doelen te bereiken. Soms doet hij dit omdat hij vindt dat het de beste zet in een bepaalde stelling is, maar vaak is het doel van zo’n klein offer om de balans in de stelling te verstoren en de tegenstander een beetje van zijn stuk te brengen.”

Lees meer >

Boekrecensie – Bishop Versus Knight – The Eternal Battle with the Other Pieces – volume 2

Dit boek is onderdeel van een interessant tweeluik over de eeuwige strijd tussen loper en paard. In deel 1 kwam de strijd tussen loper en paard zonder andere stukken aan bod. Dit deel handelt over dezelfde strijd maar dan met torens en dames. Jasper Dekker schreef een uitgebreide recensie over het eerste deel.

Het is een interessante invalshoek. Wellicht mis ik iets, maar ik heb geen boeken over dit specifieke onderwerp in mijn bezit. Wel enkele boeken over afzonderlijke stukken, zoals de loper of torens.

Aandacht besteden aan deze ‘eeuwige strijd’ is natuurlijk bijzonder nuttig. Het geeft spelers een goed inzicht in welke stukken hij beter wel en welke beter niet moet ruilen in bepaalde stellingen. Deze boeken dragen ook bij aan een dieper begrip van eindspelen en hoe je ze aanpakt. Dergelijke boeken hebben nog een ander voordeel: ze zijn ’tijdloos’. In tegenstelling tot bijvoorbeeld openingsboeken waar de ‘mode’ regelmatig overheerst.

Indeling

Het boek bestaat uit twee delen. Deel 1 handelt over eindspelen met loper en paard met de torens op het bord. Dat deel is dan weer gesplitst in hoofdstuk 1: superieure loper en hoofdstuk 2: superieur paard.

Het tweede deel is een stuk korter en kent een soortgelijke splitsing in twee hoofdstukken waarin telkens het paard of de loper de boventoon voert. Kortom: een zeer heldere indeling. Daarnaast is het verschil in lengte tussen beide delen vast verklaarbaar uit het feit dat torens nou eenmaal vaker overblijven in eindspelen omdat ze relatief laat aan het spel deelnemen.

Verschillende karakters

Ik verklap geen nieuws als ik zeg dat lopers in open stellingen met materiaal aan beide zijden van het bord vaak beter tot hun recht komen. Paarden doen het over het algemeen beter in gesloten stellingen. Maar dat is, zo blijkt uit dit boek, bepaald geen wet van Meden en Perzen. De complexiteit neemt uiteraard nog verder toe met andere stukken op het bord, een voorbeeld (ik heb de oorspronkelijk Engelse tekst integraal overgenomen):

Lees meer >

Wat zelfs toppers (soms) verkeerd doen in eindspelen

Deze stelling ontstond na 52e zet van wit in de partij van Gligoric tegen Fischer (kandidatentoernooi 1959). Hoe houdt zwart remise? Antwoord…

Tata ronde 8: Giri nadert de top

Zo’n achtste ronde is een beetje lastig voor de deelnemers. Ze hebben er al een aantal ronden opzitten zonder rustdag. Vaak is het dan zo dat de spelers die niet lekker in het toernooi zitten er minder zin in hebben en het liefst zo snel mogelijk iets anders gaan doen. Gelukkig ontbrak het de spelers vandaag toch niet aan vechtlust. We lopen de partijen van de Nederlanders langs.

Photo by © Lennart Ootes – Tata Steel Chess Tournament 2022

Andrey Esipenko – Anish Giri – 0-1

Giri had gisteren een onverwachte ‘rustdag’. Zijn tegenstander Danil Dubov was in contact geweest met iemand die besmet was met corona. De wedstrijdleiding verzocht hem met een mondkapje op te spelen, maar daar had hij kennelijk geen trek in en hij liet verstek gaan. Dat is tamelijk ongebruikelijk in een toernooi als dit. Dubov is inmiddels getest en bleek negatief. Zodat hij vandaag weer gewoon van de partij was, zonder mondkapjesplicht.

Giri kon vandaag dus beter uitgerust aan zijn partij beginnen. Die speelde zich voor Giri lange tijd af in bekend vaarwater. Hij had al eens twee rapidpartijen tegen Nakamura gespeeld. Waarvan eentje gewonnen en de ander verloren. Overigens wel met wit en niet, zoals nu, met zwart.

Lees meer >

Tata ronde 2: slechte dag voor de Nederlanders

Voor velen is de partij tussen Magnus Carlsen en Anish Giri natuurlijk de kraker van de dag. Magnus was gisteren wat weifelend aan het toernooi begonnen. Hij heeft wel vaker een wat trage start. Maar vandaag ging hij er eens goed voor zitten en kwam hij met een ‘klein offer’.

© Lennart Ootes – Tata Steel Chess Tournament 2022

Ivan Sokolov zegt hierover in zijn nieuwe boek “Magnus Carlsen’s Middlegame Evolution”:

“Magnus gebruikt vaak wat we kunnen beschrijven als een ‘klein offer’. Soms doet hij dit omdat hij gelooft dat het de beste zet in een bepaalde stelling is, maar vaak heeft hij hiermee de bedoeling om de positie uit balans te brengen, of sterker – zijn tegenstander psychologisch uit balans te brengen.”

Lees meer >

Toernooiboek Tata Steel Chess Tournament 2021

Voor de Nederlandse schaakgemeenschap was het Tata Steel schaaktoernooi van vorig jaar een bijzondere editie van het ‘Wimbledon van het schaken’.

Voor het eerst sinds 1985 (Jan Timman) werd het toernooi gewonnen door een landgenoot. Er is nu een prachtig toernooiboek verschenen met uitgebreide analyses, rondeverslagen, prachtige foto’s en nog veel meer. Hier alvast een eerste indruk…

Beter schaken door beter te denken

Wit speelde 1. Td1 en zwart antwoordde 1. … Lh3. Waarom is Lh3 een blunder? Verder lezen…

Mastering Chess Logic

Voor een denksport is er in de schaakliteratuur opmerkelijk weinig aandacht voor het belangrijkste aspect van ons mooie spel: nadenken. De auteurs doen een poging om deze leemte op te vullen. De vraag is natuurlijk: zijn ze daarin geslaagd?

Om maar met de deur in huis te vallen: ik heb daarover wat gemengde gevoelens. Want ze beloven nogal wat. Op de achterflap lees ik:

“Waarom steken de grootste spelers aller tijden, zoals Magnus Carlsen, Bobby Fischer en Garry Kasparov met kop en schouders boven anderen uit? De basisaspecten van het schaken (calculatie, bestuderen van openingstheorie, en technische eindspelvaardigheid) zijn uiteraard van groot belang. Maar het mysterieuze deel van de schaakvaardigheid zit hem toch in het gedachtenproces.”

De auteurs verduidelijken het nog met de toelichting dat het daarbij in het bijzonder draait om hoe je bepaalde zetten beoordeelt, waarom je de voorkeur geeft aan de ene boven de andere zet en hoe je het gevoel voor het spelletje ontwikkelt. Dat is natuurlijk allemaal waar. Maar hoe ontwikkel je dat dan? Vervolgens komen de volgende vragen uitgebreid aan bod:

Lees meer >

Eindspel met toren tegen een pion

Waarom zou je eigenlijk aandacht moeten besteden aan eindspelletjes van Koning en toren tegen koning en pion? Dat lijkt op het eerste gezicht een kansloze zaak. En is het wel zo belangrijk om jezelf hierin te verdiepen?

Het antwoord: het is lang niet altijd kansloos. En de tweede vraag kunnen we met een volmondig ‘ja’ beantwoorden. Hoe zit dat?