De saaiste partij

Het zal u niet verbazen wanneer ik beweer dat elke WK-match hoogte- en dieptepunten kent. Sommige mensen zullen zeggen dat de dieptepunten in de huidige match met de twee blunders van Nepo al achter ons liggen. Maar in die partijen gebeurde er tenminste iets. Persoonlijk vond ik de tweede en de zesde partij de hoogtepunten van deze match. Het waren beiden bijzonder boeiende gevechten. Er viel wat te beleven. Maar vandaag?

Het was een partij die we snel zullen vergeten. Daarmee maken beide heren het mij wel heel erg makkelijk om er wat korte krabbels over te noteren en mezelf vervolgens vooral bezig te houden met randzaken.

Zo’n randzaak is het commentaar. Tot nu toe heb ik over het algemeen Anish Giri en Judith Polgar gevolgd op chess24.com. Je kunt duidelijk zien dat ze weten waar ze het over hebben. Een iconisch moment was in de vorige partij waarin Giri direct zag dat 27. c5 een blunder van formaat was. Zijn reactie was prachtig.

Niki Riga (by FIDE)

Trouwens: de gekke bekken die Magnus trok waren ook grappig om te zien. Ik kreeg het idee dat hij zijn ogen niet kon geloven toen Nepo 27. c5 op het bord toverde.

Het deed me een beetje denken aan de gelaatsuitdrukkingen van Garry Kasparov. Die waren ook onvergetelijk. Zie dan eens hoe schijnbaar ongeïnteresseerd Nepo naar verre horizonten staart.

Veel te braaf

Nu we het toch over Kasparov zijn concurrenten en voorgangers hebben: wat zijn die jongens van tegenwoordig toch ontzettend braaf. In de goede ouwe tijd hadden we allerlei incidenten die de schaakwereld kleur gaven.

Ik noem er slechts een paar: spelers die wegliepen en daardoor hun partij verloren, magiërs in het publiek, incidenten met yoghurt en natuurlijk niet te vergeten: toilet-gate. Maar deze jongens zijn watjes vergeleken met Kasparov, Fischer en Kortchnoi de verschrikkelijke.

Maar ik dwaal af. Terug naar de presentatoren. Over het algemeen ben ik dus best te spreken over het presentatieduo Giri-Polgar. Maar ik heb toch nog wel een puntje. Zo’n dingetje waaraan veel topschakers zich schuldig maken. Wat dan?

Ze zijn met enige regelmaat veel te snel met varianten te tonen. Het gaat regelmatig in een razend tempo en dan is het niet bij te houden. Jammer! Want niet elke toeschouwer heeft een rating van 2500+ en zal net zo als ik af en toe naar adem happen en denken “Kan het allemaal ietsje langzamer?”  

Lees meer >

Carsen-Nepo 2: boeiend gevecht

Bram Klapwijk schreef over de eerste partij tussen beide kemphanen “Het was Carlsen die met de eerste verrassing kwam”. In de tweede partij was het niet anders. Het lijkt er tot nu toe op dat Magnus en zijn team zich prima hebben voorbereid op deze match. Ook nu was het de wereldkampioen die aanvankelijk het initiatief naar zich toe trok. Qua voorbereiding is de tussenstand 2-0 in het voordeel van de wereldkampioen. Helaas voor hem heeft zich dat niet in een overwinning uitbetaald.

Magnus opende met d4 en Nepo reageerde wellicht ietsje anders dan verwacht. Er kwam geen Grünfeld op het bord maar een Catalaan. Nepo nam de pion op c4 van het bord. Dat is op zich niks bijzonders. Zo speelt men het al sinds de Catalaan het levenslicht zag in 1929 in Barcelona. Na het nemen van de pion zijn er ruwweg twee mogelijkheden:

  • Zwart koestert zijn extra pion met b5 en zegt met zoveel woorden “probeer hem maar eens terug te krijgen!”
  • Zwart bekommert zich niet om dit cadeautje en probeert zich snel te ontwikkelen en richt zich op de bevrijdende opstoot c7-c5.

Nepo koos voor de eerste mogelijkheid. Hij ging aan de pion hangen. Het nadeel is dat zwart achter loopt met de ontwikkeling van zijn stukken. Maar een pion is een pion. En wit heeft dus iets te bewijzen. Aanvankelijk verliep het prima voor Magnus. Het was al snel duidelijk dat Nepo uit zijn voorbereiding was en relatief veel tijd investeerde. Zeker na het verrassende 8. Pe5. Veel gebruikelijker is 8. a4.

Lees meer >

Beter schaken door beter te denken

Deze stelling verscheen op het bord in de partij tussen Velimir Ivic en Lucas van Foreest na de 31e zet van zwart. Ivic speelde daarvoor 31. Le4-b1 en Lucas antwoordde na iets meer dan twee minuten nadenken 31. … De7-e6. Wat is nu de beste zet voor wit? Verder lezen…

Your Jungle Guide To Unbalancing Your Opponents

Wellicht vraagt u zich af: wie zijn Dorsa en Borna Derakhshani? Broer en zus komen oorspronkelijk uit Iran. Maar na een conflict met de Iraanse schaakbond zijn ze naar het buitenland vertrokken.

Dorsa, een getalenteerde internationaal meester en damesgrootmeester, is uiteindelijk in St. Louis terechtgekomen. Ze is daar als trainer verbonden aan de St. Louis Chess Club. Ze is de jongste officiële Fide Trainer. Haar jongere broer Borna (FM) heeft zich in Engeland gevestigd.

Onderwerpen

Het boek behandelt diverse aspecten van het schaakspel. De inhoud is opgedeeld in 4 delen en 11 hoofdstukken. De auteurs behandelen daarin de volgende onderwerpen:

  • opening (valstrikken, voorbereiding en pionnen roven)
  • middenspel (offers, veiligheid van de koning, water in wijn veranderen, pakken wat je pakken kan)
  • eindspel (trucjes, je tegenstander murw spelen, alert blijven)
  • psychologie van het schaken.

Kortom: een grote diversiteit aan onderwerpen. Daar hebben we meteen de kracht en ook wel een beetje de zwakte van het boek te pakken. Ik krijg bijvoorbeeld het gevoel dat de hoofdstukken over valstrikken en ook de eindspeltrucjes er enigszins bekaaid afkomen. De auteurs hadden deze onderwerpen vollediger kunnen uitwerken. Laat ik meteen met enkele voorbeelden komen. Zie onderstaand diagram.

Lees meer >

De magie van pionneneindspelen

Pionneneindspelen hebben iets magisch. Enerzijds lijkt het allemaal nogal eenvoudig. Er is over het algemeen nog maar weinig materiaal op het bord. Anderzijds zitten ze boordevol tactische wendingen. En… in een serieuze partij moet je ook nog zeer goed en nauwkeurig kunnen rekenen. Zie het diagram: hoe wint wit?

Bloederige start van het NK Hoogeveen

Hoe wint zwart?

We zijn gelukkig verlost van die magere achtkamp van de voorgaande editie. Zo’n toernooitje met uitsluitend spelers die daarvoor werden uitgenodigd, is niet wat je van een nationaal kampioenschap verwacht. Er moeten op z’n minst een aantal spelers de kans krijgen om zich te plaatsen. Dat is wat men met deze nieuwe formule heeft beoogd.

De eerste ronde

In deze eerste ronde vlogen de vonken er van af. Of moeten we zelfs spreken van een bloedbad? Op vrijdag eindigden zes van de acht partijen in een overwinning.

Thomas Beerdsen  – Daan Brandenburg  1 – 0

Joost Hoogendoorn –  Nico Zwirs 0 – 1

Hing Ting Lai –  Jonas Hilwerda 1 – 0

Arthur Pijpers –  Willy Hendriks  ½ – ½

Robin Swinkels –  Nick Maatman ½ – ½

Hugo ten Hertog  –  Mark Timmermans 1 – 0

Ilias van der Lende – Twan Burg  1 – 0

Liam Vrolijk  – Friso Nijboer 1 – 0

Met zoveel winstpartijen is het lastig kiezen als je de opdracht hebt om het allemaal een beetje kort en bondig te houden. Dus heb ik geheel arbitrair twee partijen uitgekozen waarin een vrije c-pion een belangrijke rol speelt. Daan Brandenburg koos in zijn partij tegen Thomas Beerdsen voor de Philidor verdediging. Het is een opening die me niet erg kan bekoren. Zwart komt een tikkeltje passief te staan. Wit kan allerlei natuurlijke zetten doen en op die manier een goede stelling opbouwen. Zwart probeert zich te bevrijden met 8. … b5. Maar dat lijkt geen gelukkige greep. Daarna is het wit wat de klok slaat. Thomas bouwt zijn voordeel vakkundig uit tot winst.

Lees meer >

De Egel – Sleutelconcepten in het middenspel

Hoe kijkt u tegen openingsboeken aan? Waarschijnlijk denkt u aan boeken boordevol varianten. Veel van die boeken zijn tamelijk onoverzichtelijk. Mijn trainingsgroepje bestaande uit een stelletje bijdehante talentjes tussen de 9 en 14 jaar, gaf me onlangs de opdracht, zo gaat dat tegenwoordig, om ze iets te vertellen over een bepaalde opening. Ik laat even in het midden welke opening het betreft. Daar gaat het niet om.

Ik heb totaal geen ervaring met de betreffende opening. Niet met wit en ook niet met zwart. Dus bevond ik me in onbekend vaarwater. Gelukkig wist ik de hand te leggen op een boek dat de betreffende opening uitgebreid behandelt. In mijn optimisme dacht ik:

“Nou ik zit gebakken dat ga ik wel even fiksen!”

Maar dat viel vies tegen. Wat meteen opviel in het boek is dat men met zelden gespeelde varianten begon. Ik zie dat veel vaker. Ook uit de inhoudsopgave kon ik niet opmaken wat nou de hoofdvarianten waren. Ik zag door de variantenbomen het bos niet meer. U voelt het wel aan: mijn leerlingen moeten nog even wachten voordat ik wat zinnige opmerkingen over de betreffende openingen kan maken.

Hoe anders is dat bij Herman Grooten. Zijn serie ‘Begrijp wat je doet’ is een verademing vergeleken met talloze andere openingsboeken. Hij behandelt er de plannen en ideeën die passen bij het centrale thema in het boek. De schema’s en voorbeeldpartijen geven de lezer meteen meer inzicht in zo’n opening. Wellicht zegt u nu:

“Maar Michel dat is allemaal leuk en aardig, maar je behandelt hier toch geen openingsboek? Dit boek gaat toch over het middenspel?”

Dat klopt als een zwerende vinger. Maar het concept is in grote lijnen hetzelfde. De Egel of Hedgehog in het Engels (het boek is zowel in het Nederlands als het Engels verschenen) kan ontstaan uit diverse openingen. Denkt u daarbij aan het Siciliaans, het Engels, de Réti, maar ook uit het Dame- en het Nimzo-Indisch. In het boek vinden we zelfs een voorbeeld van het Bogo-Indisch dat uitdraait op een Egelstelling.

Lees meer >

Recensie: Genna Remembers

Hoe is het om in twee totaal verschillende werelden te leven? Voor de meesten van ons is het moeilijk voor te stellen hoe het is om in een land te wonen dat met harde hand wordt geregeerd. Genna Sosonko is wat je noemt ervaringsdeskundige. Hij leefde vanaf zijn geboorte in 1943 tot 1972 in Leningrad in de voormalige Sovjet-Unie.

In dat jaar kreeg hij de kans om naar het vrije westen uit te wijken en vestigde hij zich in Nederland. In de Sovjet-Unie had Genna er al een hele schaakcarrière op zitten. Hij behaalde daar de titel van nationale meester, dan was je al een hele sterke schaker, en trainde Michail Tal en Viktor Korchnoi.

Dat Sosonko een zeer sterke schaker was bleek al heel snel. Hij behaalde na zijn emigratie binnen enkele jaren de titel van grootmeester (dat was in de Sovjet-Unie voor veel schakers een onbereikbaar ideaal) en behoorde vanaf midden jaren zeventig tot begin jaren tachtig tot de twintig beste schakers in de wereld. Hij won diverse toernooien, zoals tweemaal in Wijk aan zee en het NK. Kortom: een prachtige schaakcarrière.

Auteur en journalist

In 2004 zette hij een punt achter zijn actieve loopbaan als schaker en begon te schrijven. Hij schreef onder andere mooie boeken over Tal, Smyslov, Korchnoi en Bronstein. Dus boeken over schakers en niet zozeer over schaken. In ‘Genna Remembers’ gaat het over herinneringen aan meer dan één schaker. Ik zal u niet vermoeien met alle interessante namen die voorbijkomen. Het is een boeiend verslag van hoe het een aantal schakers verging na emigratie uit de Sovjet-Unie. Maar er is veel meer…!

Lees meer >

De beste zetten zoeken en vinden

Heb jij dat ook? Ik bedoel zo’n lekker gevoel na het oplossen van een tactische schaakpuzzel. Het geeft je onmiddellijke bevrediging. Het is zelfs een tikkeltje verslavend.

Een interessante vraag is natuurlijk: zijn er naast alle voordelen die het oplossen van tactische puzzels biedt ook nadelen? Indien ‘ja’, wat is de onverwachte schaduwkant aan al dat gepuzzel. Verder lezen…

 

In de schijnwerpers: Eddy Sibbing

Wanneer u naar de rating van Eddy Sibbing zoekt, dan vindt u een zeer constante reeks. Er is de laatste jaren niks aan veranderd. Dat heeft weinig met corona te maken. Eddy speelt alleen nog maar partijtjes met een korter speeltempo. Hij was trouwens een prima schaker en werd een keer doorgeefschaakkampioen van Nederland, samen met Johan Booij. Maar dat is al weer lang geleden (1989).

Lesgeven op het MEC

Omdat hij alleen nog maar een beetje voor de lol speelt, geeft Eddy er de voorkeur aan dat ik hem vragen stel over wat hij nu doet. Tot mijn grote vreugde kwam daarop een zeer uitgebreid antwoord!

Wat kan ik daar nog aan toevoegen? Dat Eddy de drager is van de Euwering? Dat hij een prima leermeester is en me heeft laten zien hoe je de jeugd traint? Dat hij nog steeds als schaakleraar actief is op twee scholen in Amsterdam? Dat hij daar streng, doch rechtvaardig is in zijn houding richting deze leerlingen? Dat zijn leerlingen die duidelijkheid van hem waarderen? En dat hij manager is van het Max Euwe Centrum? Dat is lang niet alles. Het beste is om hem zelf aan het woord te laten.

Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?

“Als jongste telg van een schaakfamilie kende ik de regels al wel, maar ik ben pas serieus gaan schaken toen ik 15 jaar was. Ik hielp mijn broers Harry en Ton met het maken van Kontakt, het clubblad van BSG (Bussum). Daar stond een aankondiging in voor het Goois Kampioenschap van 1977. Voor de lol schreef ik me in, en hoewel ik slecht scoorde vond ik het wel leuk.

Een paar maanden later, inmiddels 16 jaar, werd ik lid van BSG. Enorm oud, als je dat vergelijkt met de beginners vandaag de dag. Ik heb het vooral geleerd door veel te spelen en te snuffelen in de schaakboeken van mijn broer Harry. Vooral de opgaven uit de combinatieboeken, zoals Kombinationen van Kurt Richter, vond ik leuk om op te lossen.”

Lees meer >