Boekenrubriek

Boekrecensie – Bishop Versus Knight – The Eternal Battle with the Other Pieces – volume 2

Dit boek is onderdeel van een interessant tweeluik over de eeuwige strijd tussen loper en paard. In deel 1 kwam de strijd tussen loper en paard zonder andere stukken aan bod. Dit deel handelt over dezelfde strijd maar dan met torens en dames. Jasper Dekker schreef een uitgebreide recensie over het eerste deel.

Het is een interessante invalshoek. Wellicht mis ik iets, maar ik heb geen boeken over dit specifieke onderwerp in mijn bezit. Wel enkele boeken over afzonderlijke stukken, zoals de loper of torens.

Aandacht besteden aan deze ‘eeuwige strijd’ is natuurlijk bijzonder nuttig. Het geeft spelers een goed inzicht in welke stukken hij beter wel en welke beter niet moet ruilen in bepaalde stellingen. Deze boeken dragen ook bij aan een dieper begrip van eindspelen en hoe je ze aanpakt. Dergelijke boeken hebben nog een ander voordeel: ze zijn ’tijdloos’. In tegenstelling tot bijvoorbeeld openingsboeken waar de ‘mode’ regelmatig overheerst.

Indeling

Het boek bestaat uit twee delen. Deel 1 handelt over eindspelen met loper en paard met de torens op het bord. Dat deel is dan weer gesplitst in hoofdstuk 1: superieure loper en hoofdstuk 2: superieur paard.

Het tweede deel is een stuk korter en kent een soortgelijke splitsing in twee hoofdstukken waarin telkens het paard of de loper de boventoon voert. Kortom: een zeer heldere indeling. Daarnaast is het verschil in lengte tussen beide delen vast verklaarbaar uit het feit dat torens nou eenmaal vaker overblijven in eindspelen omdat ze relatief laat aan het spel deelnemen.

Verschillende karakters

Ik verklap geen nieuws als ik zeg dat lopers in open stellingen met materiaal aan beide zijden van het bord vaak beter tot hun recht komen. Paarden doen het over het algemeen beter in gesloten stellingen. Maar dat is, zo blijkt uit dit boek, bepaald geen wet van Meden en Perzen. De complexiteit neemt uiteraard nog verder toe met andere stukken op het bord, een voorbeeld (ik heb de oorspronkelijk Engelse tekst integraal overgenomen):

Lees meer >

Boekrecensie – Tata Steel Chess Tournament 2021

Toen ik als kind echt geïnteresseerd raakte in schaken, las ik veel toernooiboeken. Dat waren vooral de blauwe toernooiboeken van de ECI-toernooien in Sas van Gent waar gesloten IM-groepen verspeeld werden. Zo las ik over Herman Grooten die IM werd, over een spannende tweestrijd tussen Rini Kuijf en Paul Motwani (die in de laatste ronde verloor van Gunter Deleyn) en over het Europees Jeugdkampioenschap van 1992 in Sas waar Dimitri Reinderman derde werd, na Aleksandrov en Borovikov. Die laatste werd tweede zonder dat hij een officiële rating had. Kom daar nu nog eens om! Later zijn er niet zo veel toernooiboeken meer toegevoegd aan mijn (bescheiden) bibliotheek. Natuurlijk kocht ik ooit Bronsteins boek over Zürich 1953 en een van mijn favorieten is nog steeds ‘Waarom schaakt u eigenlijk?’ over het laatste VSB-toernooi in 1996 met prachtige schaakverhalen van beroemdheden, waarbij ik vooral geïntrigeerd raakte door Mart Smeets die vertelde waarom er aan hem een groot schaker verloren is gegaan. Aan de vooravond van het Tata-toernooi van 2022 verscheen bij Thinkers Publishing een toernooiboek over het bijzondere toernooi van het jaar ervoor, waarin er na 35 jaar met Jorden van Foreest eindelijk weer een Nederlandse winnaar was en waarin er helaas maar 14 schakers speelden in De Moriaan in tegenstelling tot de vele honderden het jaar ervoor (en hopelijk volgend jaar weer). Het is een kloek werk van maar liefst 749 bladzijden, geschreven door Daniel Fernandez.

Lees meer >

Recensie 100 Endgame Patterns You Must Know

Dit nieuwe boek: 100 Endgame Patterns You Must Know (2021) van Jesus de la Villa is een vervolg op zijn eerdere boek: “100 Endgames you must know.” Hoewel de titel niet heel anders is, is de benadering van het nieuwe boek wel anders. Waar het eerste boek prachtige eindspelen belicht die elke schaker zou moeten kennen, vertaalt het nieuwe boek deze eindspelen naar patronen die, naar mijn mening, waardevoller zijn simpelweg omdat het de informatie op een meer directe manier presenteert. In wezen vertelt het boek je: Dit is het patroon en dit is wat je moet leren. Mijn opmerking moet wel met een korreltje zand worden genomen, aangezien ik het vorige boek niet heb gelezen; Ik heb alleen de recensies ervan gelezen en uitgelichte partijen bekeken.

Maar waarom acht ik dit boek waardevoller? Hiervoor zal ik nu wat uitleg geven. De auteur doet dit op een vergelijkbare manier in de inleiding in zijn boek. De eerste delen worden namelijk de ‘grondgedachte voor dit boek’ en ‘enkele gedachten over het systeem van patronen’ genoemd.

Patroonherkenning is belangrijk. Het is een maatstaf voor intelligentie binnen organismen en het is misschien wel een van de meest waardevolle bezittingen van het brein van een schaker. Maar we moeten onszelf niet voor de gek houden, schaken is niet bijzonder in de wereld van patroonherkenning. Hoe kunnen muzikanten bladmuziek zo snel lezen? Waarom kun je je schoenveters zo goed strikken en hoe weten honden dat ze moeten zitten als je dat zegt? Naast het feit dat ik schaak speel, speel ik ook piano en ik vind dat hier enkele belangrijke vergelijkingen te maken zijn. Een belangrijk ding dat ze gemeen hebben, is het feit dat je veel moeite moet doen om te verbeteren. Dat is tenslotte ook waarom we het leuk vinden, nietwaar? Een andere overeenkomst is dat de inspanning in beide activiteiten een hoger rendement oplevert als je gericht oefent. Ons schaakspel wordt nauwelijks verbeterd door de tientallen blitzpartijen (argument hiervoor komt zo) die we elke dag spelen en mijn pianospel evenmin door het stuk van Chopin dat ik voor de zoveelste keer speel.

Lees meer >

Attacking Strategies for Club Players – Michael Prusikin

Met ‘Attacking Strategies for Club Players’ brengt GM Michael Prusikin een nieuw aanvalsboek op de markt. Weer een boek over de kunst van het aanvallen, zegt ook voormalig FIDE wereldkampion Alexander Khalifman in het voorwoord. Hoewel de aanval een van de mooiste kunsten van het schaakspel is, aldus Khalifman, moet een boek ook wel wat bijdragen aan het onderwerp. In een kritische noot geeft hij aan dat dit lang niet altijd het geval is in recente boeken, maar dit boek kan zeker rekenen op de steun van de trainer en voormalig wereldkampioen. Tja, breng daar maar eens wat tegen in. In een poging extra kritisch te zijn na het lezen van deze introductie, moet ik zelf ook bekennen dat het een goed en leerzaam boek is. Prusikin houdt meer van voorbeelden dan van lange lappen tekst, dus laat ik ook maar beginnen met een mooie partij, voorzien van de commentaar uit het boek:

Partij Prusikin – Kvetny (game 45, p.86-87)

Lees meer >

Toernooiboek Tata Steel Chess Tournament 2021

Voor de Nederlandse schaakgemeenschap was het Tata Steel schaaktoernooi van vorig jaar een bijzondere editie van het ‘Wimbledon van het schaken’.

Voor het eerst sinds 1985 (Jan Timman) werd het toernooi gewonnen door een landgenoot. Er is nu een prachtig toernooiboek verschenen met uitgebreide analyses, rondeverslagen, prachtige foto’s en nog veel meer. Hier alvast een eerste indruk…

Peter Boel en Merijn van Delft – Chess Buccaneer: The life and games of Manuel Bosboom

Dit wordt een ietwat onconventionele recensie. Want in plaats van een verhandeling per hoofdstuk van deze overigens voortreffelijke biografie van Manuel Bosboom, wil ik een pleidooi houden voor de (auto)biografie van schakers. In juli 2020 recenseerde ik de uitstekende biografie over Sultan Khan door Daniel King. Met deze biografie werd een fascinerende speler uit het Interbellum aan de vergetelheid ontrukt. De schaakgeschiedenis kent vele boeiende spelers die niet alleen opvielen door hun partijen,

Lees meer >

De nieuwe standaard voor Philidor-spelers

Recensie van The Modernized Philidor Defense(2021), geschreven door Sergio Trigo Urquijo

Rondkijkend in de publicatielijsten van de verschillende uitgeverijen van schaakboeken trof ik The Modernized Philidor Defense. Ik was op zoek naar afwisseling en de Philidor-verdediging was een voor de hand liggende keuze voor een Pirc-speler als ikzelf. Na de zetten 1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Pc3 zou ik dan plots kunnen kiezen tussen 3…g6 of 3…e5.

Lees meer >

Mastering Chess Logic

Voor een denksport is er in de schaakliteratuur opmerkelijk weinig aandacht voor het belangrijkste aspect van ons mooie spel: nadenken. De auteurs doen een poging om deze leemte op te vullen. De vraag is natuurlijk: zijn ze daarin geslaagd?

Om maar met de deur in huis te vallen: ik heb daarover wat gemengde gevoelens. Want ze beloven nogal wat. Op de achterflap lees ik:

“Waarom steken de grootste spelers aller tijden, zoals Magnus Carlsen, Bobby Fischer en Garry Kasparov met kop en schouders boven anderen uit? De basisaspecten van het schaken (calculatie, bestuderen van openingstheorie, en technische eindspelvaardigheid) zijn uiteraard van groot belang. Maar het mysterieuze deel van de schaakvaardigheid zit hem toch in het gedachtenproces.”

De auteurs verduidelijken het nog met de toelichting dat het daarbij in het bijzonder draait om hoe je bepaalde zetten beoordeelt, waarom je de voorkeur geeft aan de ene boven de andere zet en hoe je het gevoel voor het spelletje ontwikkelt. Dat is natuurlijk allemaal waar. Maar hoe ontwikkel je dat dan? Vervolgens komen de volgende vragen uitgebreid aan bod:

Lees meer >

The Creative Power of Bogoljubov: volume 2

 

In het tweede volume duikt Grigory Bogdanovich verder in de schaakpartijen van Efim Bogoljubov. Waar het eerste deel nog een apart hoofdstuk had dat inging op Bogoljubov als persoon, kent dit boek enkel schaken. Het echte doel van het boek moge duidelijk zijn: “to provide a complete portrayal of Bogoljubov’s contribution to chess”. En dat is gelukt. Na de vorige pil van volume 1 krijg je met dit deel gewoon de volgende 400 pagina’s vol met partijen van Bolgoljubov. Je zou verwachten dat er dan ook wel wat interessants tussen moet zitten… en dat zit er! Ik vind dit deel beter dan het vorige, omdat je met deze partijen naar mijn idee beter de “echte” Bogoljubov tegenkomt.

Wie is dan de echte Bogoljubov? Nou, volgens mij is dat een opportunistische aanvalsspeler. Eentje die kansen ziet en pakt en niet schroomt om met hier en daar wat bluf je van het bord te zetten. Het eerste hoofdstuk (van dit volume) gaat daarom uitgebreid in op de aanval. Als een aanvalsspeler was ik verrast nieuwe thema’s te leren. Dit is natuurlijk naast Bogoljubov ook zeker te danken aan de sterke schaker die dit boek heeft geschreven. Om wat nader toe te lichten: het standaard onderscheid in de aanval wordt allereerst gemaakt op basis van de positie van de koning. De koning kan in het midden staan, aan dezelfde kans als jouw koning staan, of je kan tegengestelde posities (rokades) hebben. Wat interessant is, is dat Bogdanovich hierbij ook het onderscheid telkens maakt tussen een ‘gesloten’ en ‘instabiel’ centrum. Onbewust neemt iedereen denk ik altijd wel in zijn gedachten mee of de stelling open of gesloten is, of dat de stukken van jou of je tegenstander makkelijk bij de koning kunnen komen. Maar het actief beschrijven van wat een instabiel centrum is en hoe dit uitwerkt op de aanval, was voor mij nieuwe theorie. Leuk! Wat ook interessant is aan de stijl van Bogoljubov is dat hij soms ineens kon offeren en soms ook bijzonder veel geduld had en een aanval perfect kon coördineren. Van deze laatste categorie een voorbeeld:

Lees meer >

1001 Chess Exercises for Advanced Club Players van Frank Erwich (Recensie)

Het boek 1001 Chess Exercises van Frank Erwich is een uitstekend boek voor spelers met een Elo tussen 1800 en 2300. Een van de belangrijkste kwaliteiten die een schaakspeler kan hebben, is het herkennen van patronen.

Het kan echter ook een valkuil zijn; onze patroonherkenning kan ons impulsief maken. Dit betekent niet dat het fout is, of dat wij slechte spelers zijn, maar soms zullen we er iets te snel op vertrouwen.

Lees meer >